Kabinetsbeleid leidt tot toenemende armoede

Groeiend probleem bij allochtonen


 


DNB, kluis voor gestolen geld (Foto Manifest).  

Sociaal-economische redactie

Het kabinetsbeleid zorgt voor steeds meer armen. Volgens de armoedemonitor komen dit jaar ruim 680.000 huishoudens rond met een laag inkomen. Het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) vreest toenemende sociale uitsluiting door armoede. De armoede in Nederland groeit sterk. Sinds 2001 zijn er 100.000 huishoudens bijgekomen met een laag inkomen. In totaal heeft 10,5 procent van de Nederlandse huishoudens (680.000) in 2005 een laag inkomen.

Belangrijkste risicogroep zijn de oudere, laag-opgeleide mensen en weinig geïntegreerde allochtonen. Zij hebben een extra handicap omdat de opbouw van hun AOW en pensioen achterblijft. Deze categorie vormt in toenemende mate de arme kant van Nederland. Armoede treft ook steeds meer gezinnen met kinderen, blijkt uit de monitor. Een op de acht Nederlandse kinderen groeit op in een gezin met een laag inkomen. Het gaat in totaal om 430.000 kinderen onder de 18 jaar.

Stijgende werkloosheid speelt bij de toegenomen armoede een bescheiden rol, blijkt uit de cijfers. Want een toenemend aantal huishoudens met een laag inkomen werkt! Van de 64.000 huishoudens met een laag inkomen die er tussen 2001 en 2003 zijn bijgekomen, behoren 47.000 tot de nieuwe 'werkende armen'. Het Amerikaanse model wordt door het neoliberale beleid van de regering steeds meer werkelijkheid in Nederland. Werken tegen hongerloontjes is alleen leuk voor de statistieken, niet voor de betrokkenen.

Om de dag vlees of niet met vakantie

Gemeentelijke kredietbanken, schuldhulpverleners en incassobureaus sloegen al eerder alarm: de schulden van arme Nederlanders worden groter. In 2002 zei 5 procent van de huishoudens met lage inkomens dat men schulden moest maken om rond te komen. Dit jaar is dat opgelopen tot bijna 10 procent. Vorig jaar had bijna 11 procent van de mensen met een laag inkomen achterstand bij de betaling van huur of hypotheek. Dat is drie keer zoveel als in 2000. Aan het vervangen van meubels komt 60 procent van de huishoudens met een laag inkomen niet toe. Vakantie is onmogelijk voor 30 procent. Zelfs het goed verwarmen van het huis (13 procent) en om de andere dag een maaltijd met vlees (10 procent) is volgens eigen zeggen niet haalbaar.

Opmerkelijk is de stijging van het aantal arme Nederlanders dat zegt het in de praktijk niet meer te kunnen rooien.

Bron: VK, 29-11-2005 en FD, 30-11-2005.