Chávez: "Als Bush' imperialistische regering Venezuela binnenvalt zal er een honderdjarige oorlog uitbreken in Zuid-Amerika"


Drie leiders die hechte banden smeden om de levensstandaard van de bevolking van de regio te verbeteren. Eerst de mensen, niet de winsten.

 


 


 

Redactie buitenland

Eerste deel van een interview met de Venezolaanse president Hugo Chávez bij de onafhankelijke Amerikaanse televisiezender Democracy Now!, waarin hij ingaat op de oorlog in Irak, president Bush, de rol van de media tijdens de mislukte staatsgreep en het verzoek om de uitlevering van de anti-Castro terrorist Luis Posada Carrilles. (deel 1)

Amy Goodman: Vele tientallen wereldleiders zijn naar de Verenigde Staten gekomen voor de top van de Verenigde Naties, onder wie de Venezolaanse president Chávez. In een toespraak voor de Algemene Vergadering beschuldigde hij de VS van een poging de VN-top te gijzelen en hij noemde de Verenigde Staten een terroristisch land omdat het onderdak verleent aan de televisiedominee Pat Robertson, die onlangs opriep tot een moordaanslag op hem. Ook beschuldigde hij de Verenigde Staten ervan in 2002 achter de poging tot staatsgreep in Venezuela te zitten. Chávez veroordeelde de Amerikaanse invasie in Irak en Afghanistan en dreigde de olieleveranties aan de VS stop te zetten. Democracy Now! ontmoette president Chávez afgelopen vrijdag 16-9 voor zijn eerste uitgebreide interview in de Verenigde Staten. Ik interviewde hem samen met Juan Gonzalez van Democracy Now! en met Margaret Prescott van KPFK. We spraken de president ten huize van de Venezolaanse ambassadeur in New York.

Amy Goodman: President Chávez, hoe beoordeelt u president Bush en de invasie en bezetting van Irak? Denkt u dat Venezuela in plaats van Irak het doelwit had kunnen zijn?

Hugo Chávez: Bush' imperialistische regering heeft haar plannen gesmeed. Waar is de Amerikaanse regering naar op zoek? En de elite die de macht heeft in dit land? Ze zijn op zoek naar olie. Olie maakt deel uit van de crisis die aan de horizon opdoemt. U moet weten, en ik heb het al eerder gezegd, dat 5 procent van de wereldbevolking in dit land leeft en dat jullie 25 procent van alle energie gebruiken. Een groot deel van deze consumptie is irrationeel, en ik ben ervan overtuigd dat de Amerikaanse bevolking deze realiteit onder ogen zal gaan zien. Gisterenochtend bijvoorbeeld kwamen we van de luchthaven af, het was spitsuur en de snelweg van het vliegveld tot hier stond volgepakt met auto's. Ik sprak met de mensen in mijn auto en keek naar buiten, naar de auto's om ons heen. Van elke 100 auto's zat er in 99 slechts één persoon, de chauffeur. Massa's auto's die de snelwegen verstoppen en brandstof verbruiken. Hoeveel vaten brandstof die het milieu vervuilen zullen er gisterenochtend wel verbruikt zijn? Dat is het toppunt van individualisme. En wat het openbaar vervoer betreft, we zien hier bijvoorbeeld geen grote bussen die van de luchthaven naar de stad rijden. Dat is dus puur individualisme, dat is kapitalisme.

Dit systeem kan onze planeet niet langer handhaven. Ik vind dat de ontwikkelde landen - de zogenaamde ontwikkelde landen - zouden moeten stilstaan bij hun levenswijze en hun energieverspilling. De regering weet dit en de grote multinationals weten dit ook. De Verenigde Staten hebben oliereserves van slechts 20 miljard vaten. Het lijkt erop alsof er niet meer olie te vinden is. Venezuela heeft 300 miljard vaten in voorraad, Irak ongeveer 150 miljard en Iran bijna 300 miljard. Dat is olie voor tweehonderd jaar. Wel, het is duidelijk dat de Amerikaanse regering die olie hebben wil. Eerst wilde ze de olie van Venezuela bemachtigen, daarom organiseerde ze de staatsgreep. De couppoging werd gemotiveerd door olie. Voordat ze Irak omwillevan de olie binnenviel wilde ze de controle verwerven over de Venezolaanse olie.

Ze slaagde niet in Venezuela, dus viel ze met haar militairen Irak aan. Toen ik bij het avondjournaal op televisie beelden zag van de tanks die optrokken naar Bagdad werd er gezegd dat de bevolking van Bagdad de Amerikaanse mariniers zou ontvangen met bloemen. 'Die mensen zijn niet goed bij hun hoofd', zei ik, 'ze sporen niet'. Deze bevolking voert al eeuwenlang strijd, dit is het Mesopotamische volk. Ik weet een en ander van het karakter van de Arabische landen. Dit volk bestaat uit vechters die tien keer zo strijdlustig zijn als wij. De Amerikanen worden verwelkomd ja, maar niet met bloemen, maar met verzet. Dat is de realiteit die we onder ogen moeten zien. De Amerikaanse regering heeft haar militairen om de tuin geleid door te zeggen dat het een makkie zou worden, dat ze als helden ontvangen zouden worden en dat Arabische meisjes bloemen naar hen zouden gooien. Nu verzinken ze in een bloedig moeras en het is pijnlijk dat vast te moeten stellen. Dit gevaar hangt als een schaduw over de hele wereld. Nu wordt Irak aangevallen, maar ook Venezuela wordt nog steeds bedreigd. Ze denken er nog steeds aan om mij te vermoorden en ook zijn er plannen voor een invasie in Venezuela. Als je de manier van denken in het Witte Huis kent weet je dat geen enkele doldwaze actie valt uit te sluiten. Laat ik u dit vertellen: als de imperialistische Amerikaanse regering besluit tot een inval in Venezuela zal er een honderdjarige oorlog uitbreken in Zuid-Amerika. We zullen ons met hand en tand verzetten om de waardigheid van Zuid-Amerika te beschermen. Ik streef er echter naar en ik bid dat dit nooit zal gebeuren. Wij wensen te leven in vrede. Tot in de eeuwigheid willen wij goede verhoudingen hebben met onze broedernaties.

De Amerikaanse bevolking heeft een belangrijke rol te vervullen, namelijk het redden van de planeet. Onlangs las ik een boek van Noam Chomsky. Ik lees zijn werk heel vaak, ik bewonder hem enorm en zou hem graag de hand schudden. In een van zijn laatste boeken, 'Hegemony or Survival' heeft hij het over wat Rosa Luxemburg 'socialisme of barbarij' noemen zou. We hebben ons uitgeleverd aan het kapitalisme en zijn teruggekeerd tot het niveau van de holbewoner. Chomsky zegt in zijn boek dat er twee supermachten zijn in deze wereld. Van dit idee sloeg ik achterover, maar ik denk dat hij gelijk heeft. Ik denk dat de sleutel tot de redding van de wereld een supermacht is. Maar wordt die vertegenwoordigd door deze regering? Is die redding gebaseerd op militaire kracht, angst, technologisch vernuft, een overwicht in de ruimte, economische macht? Er is een andere supermacht die dit bewind misschien kan tegenhouden en die een eind kan maken aan het imperialisme, zodat we een echte democratie kunnen tegemoetzien en de wereldbevolking kunnen helpen.

Ik neem aan dat de Amerikaanse regering zich volkomen bewust is van de noden van Afrika en de armen. Laten we ons eens voorstellen dat er hier in de VS een regering komt die plotseling besluit het defensiebudget te halveren en de troepen vanuit de hele wereld terug te trekken, zichzelf uit te roepen tot kampioen van de vrede, zich tot vijand van het imperialisme te verklaren en miljarden dollars te besteden aan de armoedebestrijding. Vorig jaar bedroegen de militaire uitgaven 400 miljard dollar, voor slechts één jaar. Met deze 400 miljard dollar kunnen we de armen in Afrika, Azië, het Caribisch gebied en Zuid-Amerika helpen.

Ik heb de denkwijze van John F. Kennedy leren waarderen. Kennedy heeft eens gezegd dat we naar het Zuiden moesten luisteren en daarom is hij vermoord. In het Zuiden vindt de huidige revolutie plaats, in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. In de 60-er jaren kwam de zwarte bevolking in verzet, CheGuevara sprak over Japan, Vietnam en Azië. De wereld had genoeg van de armoede en de ongelijkheden. De oorzaak van elke revolutie is armoede, zo zei hij. Zij die de deuren sluiten voor vreedzame oplossingen zetten de deuren open voor gewelddadige revoluties. Vandaag geldt dat meer dan ooit, dat is de realiteit. De Amerikaanse bevolking is de andere supermacht waarnaar Noam Chomsky verwijst, want wat is die andere supermacht? De publieke opinie, de bevolkingen van de wereld, dat is de andere supermacht. De Amerikaanse bevolking heeft een belangrijke verantwoordelijkheid. Ik hoop dat u en vele anderen met u in dit land zullen deelnemen aan de strijd op de manier waarop wij dat nu al doen.

Margaret Prescott: President Chávez, over die ene supermacht gesproken, de regering Bush noemde u bij monde van Rumsfeld een bedreiging voor de regio. Voor velen van ons duidt dit erop dat dit inhoudt dat u blijkbaar iets doet dat de regering Bush op stang jaagt en dat u alom populair bent in de regio. Dat hebben we ook geconstateerd. Ik zou u willen vragen op twee kwesties in te gaan, met betrekking tot de vrouwen en de verhouding tussen de middenklasse en de armen. U bent de enige president die gezegd heeft dat om de armoede te bestrijden er macht aan de armen gegeven moet worden, van wie 70 procent vrouw zijn. Waarom zei u dat? En hoe voert u dit in de praktijk uit? En wat de verhouding tussen de middenklasse en de armen betreft, we zien dat de middenklasse die eraan gewend is de macht in handen te hebben zich aan deze macht vastklampt, zonder zich veel gelegen te laten liggen aan de armen. Op welke manier beantwoordt u het klassenvraagstuk in Venezuela en hoe kunnen wij daar lering uit trekken?

Hugo Chávez: U snijdt hier een belangrijke kwestie aan. U raakt aan de diepste kern van het hervormingsproces. (wordt vervolgd)

Bron: 'Democracy Now, TV', New York, 19 september 2005, vertaling Frans Willems.