Het is genoeg - al heel lang

De openbare sector in Duitsland staakt


Duitse ambtenaren en werknemers in de dienstverlening - daartoe opgeroepen door hun bond 'ver.di'- staken.  


 

Wolfgang Teuber (DKP)

Sinds 6 februari staken werknemers in de openbare sector tegen verlenging van de arbeidsduur en verlaging van de salarissen. Meer dan 10.000 werknemers volgden in Baden-Württemberg de oproep van 'ver.di' (DGB-vakbond in de dienstverlenende sector) tot een staking van onbepaalde duur, die als startsein wordt gezien voor het gehele land. De grootste staking in de openbare sector sinds 14 jaar zou het begin van een stakingsgolf in Duitsland kunnen zijn.

Al in de eerste week van februari legden zo'n 20.000 werknemers en ambtenaren - landelijk en gemeentelijk - in Nedersaksen het werk neer. Behalve in Hessen en Berlijn - twee bondslanden die geen deel meer uitmaken van de landelijke CAO voor de openbare sector (TdL) - stemmen overal de vakbondsleden die bij de overheden van de bondslanden werken over het al dan niet staken. De TdL weigert sinds maanden de door de federale overheid en de gemeenten in september 2005 ondertekende CAO voor de openbare sector (TVöD) voor haar rond 900.000 werknemers over te nemen. Maar ook de meerderheid van de per bondsland georganiseerde Gemeentelijke Werkgeversverbonden (KAV) heeft de CAO over de arbeidstijd opgezegd om van de 220.000 werknemers in de gemeenten langere arbeidstijden en verlagingen van de kerst- en vakantietoeslagen te eisen. Ook zou de arbeidsduur in de academische ziekenhuizen, voor wie 'ver.di' de overname van de geldende CAO voor de gemeentelijke ziekenhuizen eist, worden verlengd.

Staken doen de werknemers van de stadsreiniging en de kanalisatie, het ziekenhuispersoneel, de wegenbouw, op timmerwerven, sociale diensten, gemeentediensten, kleuterscholen, spaarbanken en zwembaden. De Grote Coalitie van critici van deze staking, SPD, CDU en FDP en de ondernemersbonden, vreest dat deze staking zal uitslaan tot een enorme brand. Demagogisch eist ze daarom van de stakenden toch maar "die 18 minuten langer" te werken omdat, zoals de Nedersaksische minister van Financiën Hartmut Möllring beweert "de staat failliet is en zich veel dingen niet meer kan veroorloven".

Maar 'failliet' zijn de werkenden. De 'werknemersvergoedingen' zijn vorig jaar in totaal een half procent gedaald. Vanwege de inflatie is dat een reëel verlies van 2,5 procent. Omgerekend hebben alle werkenden bij elkaar zes miljard euro minder gekregen. Daarentegen zijn de ondernemers- en vermogensinkomens met 32 miljard euro gestegen. Volgens 'ver.di' is dat nog nooit vertoond in Duitsland.

En de staat is failliet omdat hij er zelf voor heeft gezorgd. Sinds 2000 zijn jaar na jaar de winsten van de kapitaalvennootschappen voortdurend gestegen. Ondanks gestegen winsten zijn de winstbelastingen echter ernstig gedaald zodat de belastingderving alleen al in de laatste vier jaar in vergelijking met 2000 meer dan 100 miljard euro bedraagt. Tegenwoordig geven de rokers via de tabaksbelasting meer geld aan het ministerie van Financiën dan alle concerns, NV's en BV's, bij elkaar. En het coalitieverdrag tussen CDU en SPD voorziet in nog meer fiscale cadeaus aan de ondernemers.

Wat zou de overheid alleen al met 100 miljard euro kunnen financieren, voor de gemeenschap, voor de opvang van de burgers, voor de werkenden, voor arbeidsduurverkorting en nieuwe arbeidsplaatsen. Maar men wil dat niet.Voor het miljardencadeau aan de ondernemers worden de zakken van de werkenden leeggeroofd.

Verlenging van de arbeidsduur betekent loonsverlaging en leidt tot verdere ontslagen, bovenop de meer dan 30 procent geschrapte arbeidsplaatsen die de gemeenten in de laatste 15 jaar hebben vernietigd. De verlenging van de arbeidsduur zal daarom het hoofdpunt worden van het arbeidsconflict in de openbare sector. Dit zal het uur worden van de DGB, de Duitse vakcentrale. De staking in de openbare sector staat en valt bij de solidariteit van de andere vakbonden en de brede steun uit de bevolking. Anders zal het slechts weer leiden tot een omstreden compromis.

Bron: UZ nr. 6 van 10 februari 2006. Vertaling Marcel de Jong.