Wat gebeurt er binnen de muren van het Zweedse parlement?

Deel III (slot)


Populariteit van Fidel Castro groeit op Cuba en in de rest van Latijns-Amerika. De westerse anti-Cuba-lobby wordt nerveus.  

Redactie Internationaal

Amerikaanse marionetten en extreem-rechtse figuren hielden op 6 en 7 februari 2006 een anti-Cubaanse conferentie in het Zweedse parlementsgebouw. In Nederland is een soortgelijk clubje al enige jaren bezig. Op dezelfde dag dat vredelievend Nederland op 18 maart jl. op het Museumplein tegen Bush, tegen oorlog en voor vrede demonstreerde, organiseerden de 'vrienden van Kortenhof (Cuba Glasnost)' een bijeenkomst op de Dam voor Bush en tegen Cuba. Het begon ook allemaal ooit op de Tsjechische ambassade in Den Haag. Geen toeval dus. De informatie van de Zweeds-Cubaanse associatie kan de solidariteitsbeweging met Cuba dus van pas komen (deel 3/slot).

De conferentie in Stockholm van 6 en 7 februari maakt dus deel uit van een reeks Amerikaanse initiatieven om de politiek van verschillende landen jegens Cuba te beïnvloeden. Vooral ook is de conferentie expliciet opgezet om niet-gouvernementele organisaties zover te krijgen dat ze deelnemen aan de campagnes tegen Cuba. Als dank hiervoor kunnen zij natuurlijk rekenen op veel toezeggingen en ruime financiële steun.

De eerste ICDC/PIN-conferentie werd gehouden in de Tsjechische hoofdstad Praag. De twee organisaties zijn betrokken geweest bij activiteiten in onder meer Madrid, Miami, Washington, Brussel en Berlijn. Recentelijk, in oktober 2005, hebben ze een conferentie gehouden in de Estse hoofdstad Tallin, waar ook de Zweedse Liberale Volkspartij en een Zweeds sociaaldemocratisch parlementslid aanwezig waren. Tijdens de conferentie in Praag was Carlos Alberto Montaner een van degenen die het woord voerden. In de jaren zestig maake Montaner op Cuba geschiedenis als terrorist in een door de CIA georganiseerde bende. In zijn huis werd materiaal voor de productie van bommen aangetroffen. De bendeleden werden veroordeeld vanwege bomaanslagen op burgerlijke doelwitten, zoals warenhuizen en de universiteit. In de maanden voorafgaand aan het proces werden honderden van dergelijke wreedheden begaan. Montaner slaagde erin vanuit de gevangenis naar de VS te vluchten, waar de CIA zich over de rest van zijn carrière ontfermde. Tijdens de voorbereidingen werd Montaner nog aangekondigd als een van de sprekers tijdens de conferentie in Stockholm. Men mag echter aannemen dat hij moest plaatsmaken voor iemand anders, omdat zijn terroristische verleden en zijn banden met de maffia in Miami te bekend waren. Tegenwoordig is hij een van de vice-presidenten van de Liberale Internationale, waar ook de Zweedse Liberale Volkspartij deel van uitmaakt.

Tussen de deelnemers die hun aanwezigheid bevestigden treffen we ook Ramón Colás aan, een Cubaanse banneling die in Miami verblijft. Op 4 augustus 2004 schreef hij in zijn hoedanigheid als lid van de Cuban American National Foundation samen met andere CANF-leden een open brief aan George Bush. In deze brief verzochten zij om meer financiële steun voor de 'dissidentenbeweging' en hardere acties tegen Cuba. Ze schreven: 'We weten dat Cuba op een dag, met uw hulp weer zal zijn wat het ooit was, een vrije en onafhankelijke natie en een krachtige vriend en bondgenoot van de Verenigde Staten'. Dit zou betekenen een terugkeer naar de ellende en de maffiaregering van vóór de Cubaanse revolutie van 1959.

De CANF werd aan het begin van de tachtiger jaren opgericht door president Reagan, als overkoepelende organisatie voor een tiental terroristische groeperingen uit Miami. Binnen de VS is de CANF tegenwoordig een van de grootste lobbyorganisaties die miljoenen dollar steekt in de campagnes van politici die zich door het CANF als loopjongen laten gebruiken. De CANF heeft een uitgebreid gedocumenteerde reputatie van betrokkenheid bij de Amerikaanse vuile oorlog in Midden-Amerika, de Iran-Contra-affaire en de smokkel van wapens en drugs. Ook heeft de CANF meegeholpen aan de financiering van de beruchtste terrorist op het westelijk halfrond, Luis Posada Carriles, die betrokken was bij ontelbare moorden. Een van zijn misdaden was het in volle vlucht opblazen van een Cubaans passagiersvliegtuig in 1976. Deze aanslag, die aan alle 73 inzittenden het leven kostte, organiseerde hij vanuit de Venezolaanse hoofdstad Caracas. Momenteel bevindt Carriles zich in de Verenigde Staten. De regering Bush beschermt hem zodat hij niet naar Venezuela kan worden uitgewezen, waaruit hij in 1985 met hulp van de CIA ontsnapte. Er wordt gezegd dat Carriles over kennis beschikt omtrent de betrokkenheid van de CIA bij de moord op president Kennedy. De medeplichtige Orlando Bosch kreeg in 1990 gratie van de toenmalige president George Bush Sr. en leeft nu als ereburger in het CANF-bolwerk Miami. Op 12 juli 1998 gaf Carriles een interview aan de New York Times. Hij schepte op over bomaanslagen op hotels in Havana in 1997 en over 200.000 dollar die kopstukken van de CANF naar hem hadden doorgesluisd.

De Amerikaanse en Tsjechische sprekers op de conferentie in Stockholm maken volwaardig deel uit van dit ultrarechtse netwerk. Ook de Cubaanse criminele en terroristische bannelingen uit Miami spelen er een actieve en machtige rol in. Deze maffia werkt nauw samen met de gouverneur van Florida, Jeb Bush, en zijn broer George W. Bush en met meer dan twintig rechtse adviseurs van Cubaanse afkomst die topposities bekleden in de Amerikaanse regering.

Zweedse politici zijn verantwoordelijk voor het openen van de deuren van het Zweedse parlement voor dit netwerk. De Liberale Volkspartij, de Christendemocraten en de Sociaaldemocaten fungeren als officiële partners via hun internationale hulporganisaties. De voorzitter van de Zweedse parlementscommissie voor het buitenlands beleid Urban Ahlin, Sociaaldemocraat en tevens staflid van het Olof Palme Internationaal Centrum, draagt in het bijzonder de verantwoordelijkheid voor zijn rol om het Olof Palme Internationaal Centrum te betrekken bij de organisatie. Dit betekent een grove belediging voor de nagedachtenis van Olof Palme.

In de hele Derde Wereld is Olof Palme beroemd en wordt hij geëerd vanwege zijn steun aan de strijd van de kleinere landen voor hun onafhankelijkheid van de dominantie van de supermachten. Hij is vermaard en geliefd vanwege zijn steun voor de bevrijdingsstrijd in Vietnam, Afrika en Centraal-Amerika, voor zijn veroordeling van de militaire dictaturen die door de VS in Latijns-Amerika ingesteld werden en voor zijn steun aan het bevrijde Cuba. 'Lang leve de vriendschap tussen Zweden en Cuba! Lang leve de solidariteit van de volkeren! Viva Cuba independiente!' Zo luidden Olof Palme's woorden tijdens een massabijeenkomst op Cuba in 1975.

In de sterkst mogelijke bewoordingen veroordelen wij de verantwoordelijke politici die het Zweedse parlement besmeuren door de deuren ervan open te stellen voor dit evenement. (slot)

De Nationale Raad van de Zweeds-Cubaanse Associatie
Stockholm, 29 januari 2006, vertaling Frans Willems.