Eerbetoon vermoorde Haagse Sinti en Roma

Opening tentoonstelling in Haags Atrium


Grote toestroom van belangstellenden en familie van slachtoffers tijdens onthulling monument. Links van burgemeester Deetman mw. Lalla Weiss. Foto Manifest  


Bloemen leggen bij het monument. Foto Manifest  


Mw. Lalla Weiss, woordvoerster landelijke organisatie. Foto Manifest  

Wil van der Klift

Op maandag 27 maart werd in Den Haag een monument onthuld voor de slachtoffers van het Duitse fascisme onder Nederlandse Roma en Sinti. Op dezelfde avond vond de opening plaats van de tentoonstelling in beeld en woord: Sint oen Roma durch o tsiro en o Hollanto (Sinti en Roma door de eeuwen heen in Nederland). Tijdens de opening was er ook oog voor heden en toekomst.

Voor veel Roma en Sinti kwam het einde in de nacht van 31 augustus op 1 september 1944. De 3000 Sinti en Roma ('zigeuners') van het vernietigingskamp Auschwitz-Birkenau werden in die nacht vergast. Daaronder ook de circa vijftien Haagse zigeunerfamilies, die eerder dat jaar waren gedeporteerd.

Sinds maandag 27 maart staan de familienamen van de Haagse slachtoffers op het monument op het pleintje aan de Vondelstraat in het Zeeheldenkwartier. Burgemeester Deetman onthulde het gerenoveerde en aangevulde gedenkteken samen met nabestaanden van de vermoorde Sinti en Roma. Deetman stond stil bij de ongeluksdatum 16 mei 1944. Toen werden de Haagse Sinti en Roma opgepakt. "Wat voor de slachtoffers extra schokkend moet zijn geweest, was dat het Nederlandse politiemannen waren die hen kwamen ophalen", zei de burgemeester.

Ben Fama-Visscher vormde twee jaar geleden een comité om het monument in z'n huidige vorm te realiseren. Het nieuwe monument is een aansporing ons te blijven inzetten voor mensenrechten en democratie en tegen racisme. En vooral waakzaam te blijven voor het gevaar van opkomend fascisme.

Heden en toekomst

De tentoonstelling 's avonds in het Atrium van het Haagse stadhuis geeft op indrukwekkende wijze het lot van de Sinti en Roma in de lage landen weer. Er loopt een spoor van afwijzing en vernedering door hun geschiedenis met als afschuwelijk hoogtepunt de verschrikkingen tijdens het Duitse fascisme.

Maar de situatie van de Roma en Sinti is nog allerminst rooskleurig. Mevrouw Lalla Weiss, woordvoerster van de landelijke Sinti- en Roma-organisatie hield een helder betoog over de noodzakelijke verbeteringen. Hieronder een deel uit haar verhaal:

"Onder de noemer van het Nederlandse woonwagenbeleid zijn Sinti en Roma vanaf de Tweede Wereldoorlog lange tijd gelijkgeschakeld met reizigers. Pas vanaf ongeveer de jaren negentig van de vorige eeuw zijn Sinti en Roma zich sterker en openlijker als etnische en culturele minderheid gaan onderscheiden. Oorzaken daarvoor zijn onder andere de afschaffing van de Woonwagenwet, het eigen emancipatieproces en een toenemende Europese belangstelling voor de positie van Sinti en Roma. De in Nederland wonende Sinti en Roma vormen een kleine heterogene groep, verspreid over ongeveer 100 gemeenten. De schattingen over het aantal Sinti en Roma lopen uiteen van 5.000 tot 10.000. Het gaat hierbij om verschillende groepen en vaak verschillende problemen. Er zijn Sinti en Roma die al lange tijd - al sinds vóór de Tweede Wereldoorlog - in Nederland verblijven. Er zijn Roma die in de jaren '70 een generaal pardon kregen; en er zijn Roma die vanaf de jaren '90 asiel hebben aangevraagd. Het Europese Comité tegen Racisme en Intolerantie heeft in zijn laatste verslag van 2000 over de situatie in Nederland de volgende kritische opmerkingen gemaakt:

Helaas gelden deze conclusies in 2006 nog steeds."

Mw. Weiss sloot af met het noemen van een paar aanbevelingen:

  1. Gemeenten moeten zich meer inspannen om Sinti en Roma te betrekken bij hun beleid.
  2. De Rijksoverheid moet een meer sturende rol innemen in het volgen van ontwikkelingen en het nemen van initiatieven bij achterblijvende resultaten.
  3. Er moet meer aansluiting worden gezocht bij succesvolle projecten en methoden die hun nut hebben bewezen, zoals: intensiever langdurige begeleiding van jongeren. Vergroten van maatschappelijke deelname door scholing en inzet van intermediairs op gemeentelijk niveau. Het stimuleren van gedrag dat gezondheid bevordert door hiervoor bijeenkomsten voor vrouwen te organiseren. In het basisonderwijs is het van belang dat onderwijsconsulenten hun werk kunnen blijven doen voor de Sinti- en Romakinderen. Projecten voor werkgelegenheid en scholing.
  4. Voorwaarde bij dit soort activiteiten is dat gemeenten hieraan voldoende en langdurige steun geven. Om dit soort projecten te laten slagen, is draagvlak bij gemeentebesturen echt een belangrijke noodzaak. Verder is het van belang dat gemeenten de mogelijkheid geven op verschillende terreinen tegelijk bezig te zijn. Dus, werk en scholing koppelen aan huisvesting, onderwijsaandacht door laten lopen naar scholing en werk.

In dit verband is het tenslotte goed te melden dat de landelijke Sinti en Roma Organisatie momenteel een bezoekronde aan het doen is bij alle woonwagenlocaties waar Sinti en Roma zijn. Deze bezoekronde wordt gekoppeld aan overleg met gemeenten. Dit alles moet een inventarisatie opleveren van knelpunten, gewenste verbeteringen, lopende initiatieven en activiteiten. Doel is dat Sinti, Roma en gemeenten samen een beeld krijgen van activiteiten en projecten waar behoefte aan is. Deze bezoekronde is verder belangrijk om - daar waar nodig - de communicatie tussen een gemeentebestuur en de Sinti- en Romagemeenschap te verbeteren. En ook om het gemeentelijk beleid om te buigen van 'brandjes blussen' naar een meer proactieve opstelling."