Europese onderwijscampagne van communisten uitgezet in Athene


Annabelle Schouten. 

Aanwezigen

  1. AKEL van Cyprus
  2. Communistische Partij van Armenië
  3. Communistische Partij van Bohemen en Moravië
  4. Communistische Partij van Bulgarije
  5. Communistische Partij van Griekenland
  6. Communistische Partij van Groot-Brittannië
  7. Communistische Partij van Oekraïne
  8. Communistische Partij van Polen
  9. Communistische Arbeiderspartij van Rusland - Partij van Communisten van Rusland
  10. Communistische Partij van de Russische Federatie
  11. Communistische Partij van Turkije
  12. Nieuwe Communistische Partij van Joegoslavië
  13. Nieuwe Communistische Partij van Nederland
  14. Socialistische Arbeiderspartij van Kroatië
  15. Socialistische Partij van Letland
  16. Partij van de Arbeid van België
  17. Portugese Communistische Partij
  18. Verenigde Communistische Partij van Georgië

Gastsprekers

  • Andrea Catone, professor en directeur van het Centrum van Studies over de socialistische overgang in Napels, Italië;
  • Annie Lacroix-Riz, professor in de Eigentijdse geschiedenis aan de Universiteit van Parijs 7, Frankrijk.

Annabelle Schouten

De Communistische Partij van Griekenland (KKE) organiseerde op 8 en 9 april een Europese conferentie in Athene over onderwijshervormingen door de Lissabon-agenda en over de strijd hiertegen. Uit 18 landen hebben communistische en arbeiderspartijen vertegenwoordigers gestuurd. Vanuit Nederland was de NCPN aanwezig. Resultaat van de conferentie is het voorstel tot een gezamenlijke onderwijscampagne voor kosteloos en kwalitatief onderwijs in dienst van de mens, niet van de winst.

Het eerste deel van de conferentie bestond uit uitwisseling van informatie over onderwijssystemen in de diverse landen. Vertegenwoordigers uit EU-landen schetsten de gevolgen van de Bologna-verklaring uit 1998 voor het onderwijs. Toen besloten de Europese ministers van Onderwijs tot de voorbereiding van de liberalisering van de onderwijsmarkt, om tegemoet te komen aan de eisen van GATS (internationaal handelsverdrag voor het opengooien van publieke diensten, onder meer onderwijs). Bologna is een uitvinding van de Europese sociaaldemocraten (PvdA in Nederland) om via een eigen weg te komen tot privatisering van het (hoger) onderwijs. Dit verdrag past in de Lissabon-strategie om van Europa een concurrerend en dynamisch handelsblok te maken. Deze ontwikkelingen moeten worden gezien in het licht van de toenemende concurrentie en strijd om de wereldmarkt tussen de economische blokken VS, Japan (Azië) en Europa.

Deze privatisering van het onderwijs uit zich in de meeste landen op dezelfde wijze: herfinanciering van het hoger onderwijs, een terugtredende overheid en toetredende particuliere onderwijsaanbieders, toenemende commercialisering en invloed vanuit het bedrijfsleven en fragmentatie van en concurrentie tussen opleidingen en onderwijsprogramma's.

Onderwijs is in het kapitalisme een middel tot reproductie van de klassen; het brengt hiërarchie en moet de toekomstige arbeiders en de toekomstige bazen creëren. Dat gebeurt op basis van selectie in het onderwijs; in veel landen is hoger onderwijs voorbehouden aan een elite. De herstructurering van het onderwijs heeft tot doel de jonge generaties op te leiden met vaardigheden die zijn vereist op de huidige arbeidsmarkt, zoals: een leven lang leren, omgaan met flexibiliteit, onderwerping aan gezag en eigen individuele verantwoordelijkheid nemen. De delegaties uit Oost-Europese landen, die geen lid zijn van de EU, schetsten dezelfde ontwikkelingen tegen de achtergrond van de afbraak van het ooit hoogwaardige en gratis socialistische onderwijs. De grootste problemen daar zijn: sluiting van scholen, vermindering van kwaliteit en hoge onderwijskosten.

De herstructurering van het onderwijs in zowel EU-lidstaten als de voormalige socialistische landen heeft naast een financiële kant ook een ideologisch aspect: vooral de nieuwe intellectuelen moeten worden opgeleid om na hun studie hun klassenposities in te nemen. Veelbetekenend is dan ook de naam van het afstudeerjaar op de universiteiten: Master. De ideologische greep kenmerkt zich door een sterk antidialectisch, antimaterialistisch karakter en elke verwijzing naar arbeidersbeweging, marxisme en klassenstrijd wordt ofwel genegeerd ofwel door het slijk gehaald.

Alle deelnemers aan de conferentie waren het eens over de noodzaak om een brede beweging (verder) op te bouwen tegen de privatisering van het onderwijs in Europa. In sommige landen, zoals Griekenland en Portugal, hebben communisten veel invloed in massabewegingen als vakbonden en studentenorganisaties. Hun ervaringen kunnen van pas komen. De volgende doelstellingen voor een gezamenlijke campagne van communisten in Europa zijn neergelegd:

Om de campagne op te bouwen zal de informatie-uitwisseling en de coördinatie tussen de verschillende partijen worden verstevigd. Een concreet voorstel was om eind 2006/begin 2007 een dag uit te kiezen waarop in alle landen actie zal worden gevoerd tegen de onderwijshervormingen. Een ander voorstel was om een oproep te doen aan alle progressieve intellectuelen in Europa om zich uit te spreken en te verzetten tegen de neoliberale afbraak van onderwijs. De onderwijscampagne betekent niet alleen acties vanuit de communistische partijen, maar vooral ook werken in de studenten- en lerarenorganisaties en vakbonden. De deelnemers benadrukten het belang van de koppeling tussen onderwijsbeweging en arbeidersbeweging, zoals in Frankrijk waar scholieren, studenten en arbeiders samen de straat opgaan voor hun rechten. Ook brachten enkele delegaties het belang naar voren van het ideologische tegenoffensief en van de beschikbare kennis en ervaring uit de voormalige socialistische landen.

De Europese onderwijsconferentie in Athene en de daaruit voortgekomen onderwijscampagne hebben een belangrijke betekenis voor de verdere ideologische en organisatorische opbouw van de NCPN. Er liggen nu plannen om een onderwijswerkgroep binnen de partij op te zetten die het onderwijsvraagstuk nader bestudeert en uitwerkt en een strategie uitzet om een gezicht te geven aan de gezamenlijke onderwijscampagne in Nederland. Het werk van deze onderwijsgroep sluit aan op de kern van de politiek van de NCPN: de verduidelijking van de betekenis en strijd tegen de Lissabon-strategie en het neoliberale Europa.