Voegt Peru zich bij het linkse kamp in Latijns-Amerika?

Redactie buitenland

"We zullen buitenlandse investeringen respecteren hoewel zij moeten voldoen aan de volgende eisen: het scheppen van werkgelegenheid - direct of indirect - de overdracht van technologie voor het land, respect voor fiscale verplichtingen en bescherming van de natuur", zegt de presidentiële kandidaat Ollanta Humala in Lima, tegen Granma International.

Gemiddelde lengte, een atletische bouw, kort geknipt zwart haar en een weloverwogen manier van spreken karakteriseren deze 44-jarige man, die 23 jaar van zijn leven heeft doorgebracht in het leger van Peru. Op het moment dat hij uit zijn functie werd gezet, na een meningsverschil met zijn superieuren over fraude binnen het leger, was hij commandant en had de leiding over een militaire eenheid, waarbinnen hij het respect won van officieren, onderofficieren en soldaten. Nu doet hij mee aan de presidentsverkiezingen met een partijprogramma dat paniek heeft veroorzaakt bij de bestuurders van dit land dat immens rijk is, hoewel de meerderheid van de 27 miljoen tellende bevolking in armoede leeft.

Ollanta wil geen label opgeplakt krijgen: "Ik ben een nationalist omdat ik mijn land en de bevolking steun. Ik ben niet links of rechts: ik ben afkomstig van de mensen uit de onderste bevolkingslaag en wil met hen en ieder ander regeren."

Granma International benaderde Ollante in een hotel in Lima, waar hij de buitenlandse pers ontmoette die begerig was om één van de meest zwart gemaakte personen uit de Peruviaanse geschiedenis, en toch de winnende in de verkiezingspeilingen, te ontmoeten.

"Ik kom uit een familie van bankroete boeren, die in een wanhopige overlevingspoging het platteland moesten verwisselen voor de stad", zo bevestigde hij. "De agrarische sector, die Peru's primaire economische en sociale basis vormt, is schaamteloos aangevallen. In veel gevallen omvatten de enorme landgoederen, die toegeëigend zijn op valse gronden, volledige dorpen vol oorspronkelijke bewoners die op onmenselijke wijze tot slaaf zijn gemaakt."

Een nationalistische regering zal waarde geven aan het land, de agrarische sector heropbouwen en zijn landbewerkers beschermen, hen financieel krediet verlenen, hun culturele, wetenschappelijke en technische vooruitgang promoten, zorgdragen voor het ontwikkelen van waterbronnen, en zal de condities zo verbeteren dat de boeren niet meer hoeven te migreren naar de stad, om in de sloppenwijken te wonen. De agrarische sector is het fundament van 's lands ontwikkelingen," waaraan hij toevoegde: "We zullen beginnen met het respecteren van de rechten van de armen".

De nationalistische kandidaat beklemtoonde de bescherming van het milieu en voegde toe: "We zullen het Kyoto Protocol ondersteunen en speciale aandacht schenken aan de bedreigde situatie van het milieu, op één lijn met de overeenkomsten en inzet van de Verenigde Naties."

"Educatie is een andere sector die speciale aandacht nodig heeft van een nationalistische regering. De situatie waarin de 20.000 scholen in de regio van Altiplano verkeren is tragisch te noemen. We zullen ons inzetten om iedereen het recht op educatie te geven, om ongeletterdheid te bestrijden en daarmee 's lands toekomst en heden veilig te stellen."

"Ik ga bouwen aan de waardigheid van de bevolking, aan haar trots inwoners te zijn van dit land. De bevolking van Peru is de eigenaar van het land: arbeiders hebben recht op een degelijk inkomen waarmee zij hun families kunnen onderhouden. Ze hebben recht op een 8-urige werkdag."

Ollanta Humala meldde dat via legale wijze een nationalistische regering voorzichtig de concessies, verleend aan nationale en buitenlandse investeerders, zal herzien, actie zal ondernemen tegen corruptie en belastingontduikers zal aanpakken.

"We zullen buitenlandse investeringen respecteren hoewel zij moeten voldoen aan de volgende eisen: de verbreiding van werkgelegenheid - direct of indirect - de overdracht van technologie voor het land, respect voor fiscale verplichtingen en bescherming van de natuur."

"Diegenen die voldoen aan de gestelde eisen zullen geen problemen hebben," aldus de Peruviaanse nationalistische kandidaat, waaraan hij toevoegde: "We zullen de democratie onderstrepen, de instituten erkennen en het burgerschap kracht bijzetten."

"Ik ben tegen het neoliberale economische model. Wij willen een economie die ten dienste staat van de bevolking en solidair is met andere Latijns-Amerikaanse landen die trachten een regionale economische, sociale en krachtige agenda op te bouwen; een economie die het milieu beschermt en alles in het teken zet van het welzijn van onze bevolking, zonder uitzondering."

In deze context meldde Ollanta Humala: "Ik ben niet van plan druk te accepteren van welk land ook om andere landen te discrimineren. Wij zijn niet tegen, wij zijn voor en willen goede relaties met alle landen, inclusief Chili en Ecuador, onze buurlanden, gebaseerd op wederzijds respect voor elkaars rechten. We zullen een politiek voeren van dialoog en overeenkomst.

"De bevolking van Peru is de corruptie zat. De bevolking is het zat om te zien hoe de wet selectief wordt gebruikt, in het voordeel van degenen die alles al hebben. Verder is er op het moment een vorm van discriminatie gebaseerd op de taal. Veel personen spreken geen Spaans en zien hoe hun rechten worden geschonden zonder dat zij enige mogelijkheid tot zelfverdediging hebben, alleen omdat hun cultuur behoort bij één van de andere zeven groepen in het land."

Om tot een conclusie te komen bladert Ollanta Humala door een kopie van Granma International. "Soms," verwoordt hij met een glimlach, "hou ik er van een Havana-sigaar te roken. Via deze publicatie wil ik de bevolking van Cuba een warme groet sturen."

GRANMA INTERNATIONAL, Havana, 8 april 2006, vertaling Christian Patty.