Monument voor communistische vrijheidsstrijder en verzetsheld Anton de Kom


Anton de Kom, Suriname 1898- Duitsland 1945 


Tekst op monument:
Anton de Kom, Suriname 1898- Duitsland 1945
Vrijheidsstrijder, verzetsheld, schrijver, vakbondsman, activist, banneling. Deze wereldburger is een voorbeeld voor ons allemaal! "Strijden ga ik! Eerst na d'overwinning kom ik terug..."  


 

Redactie binnenland

"Anton de Kom was een veelzijdig man. Zijn leven werd gekenmerkt door het voeren van strijd tegen onrecht en onderdrukking. Strijd in Suriname tegen de Nederlandse koloniale macht in de jaren dertig van de twintigste eeuw en strijd in Nederland tegen de Duitse bezetter tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn strijd voor sociale rechtvaardigheid kostte hem in 1945 het leven."

"Bewoners uit Amsterdam Zuidoost namen in 1999 het initiatief om deze vrijheidsstrijder en verzetsheld te herdenken met een waardig monument aan het Anton de Komplein in Amsterdam Zuidoost." (1) De onthulling van het monument Anton de Kom vond plaats op maandag 24 april jl.

Monument als bewonersinitiatief

Samen met bewoners werden de inhoudelijke randvoorwaarden voor de kunstopdracht vastgesteld. Het moest een figuratief beeld worden dat behalve fysieke gelijkenis óók een verbeelding moest opleveren van het gedachtegoed van Anton de Kom. Publiek en jury kozen begin 2005 het ontwerp van kunstenaar Jikke van Loon als monument voor Anton de Kom.

"In de ogen van de jury geeft het beeld van Jikke van Loon de beste verbeelding van het strijdbare karakter van De Kom, is het een beeld dat toekomstige generaties blijvend nieuwsgierig maakt naar de nalatenschap van De Kom én is het een beeld dat mensen van dichtbij én veraf weet te raken", vond de jury.

"Strijden ga ik! Eerst ná d'overwinning kom ik terug..."

Deze beginregel uit het gedicht Vaarwel, Akoeba, vaarwel! van Anton de Kom, was het uitgangspunt bij het maken van het beeld. Het ontwerp voor het monument hakte Jikke van Loon uit een gele kabbes, een boom die zij haalde uit het binnenland van Suriname en per boot verscheepte naar Nederland. Hierin ligt een bijzondere gelijkenis met de persoonlijke geschiedenis van De Kom. Een man 'uit het goede hout gesneden' die, op gezag van het Nederlands gouvernement, met gezin onder dwang werd getransporteerd van Suriname naar Nederland. Het uiteindelijke beeld is in brons uitgevoerd en staat op de monumentale trap aan het Anton de Komplein.(2)

  1. tekst van www.antondekom.nl
  2. bron persbericht van organisatiecomité.

PORTRET: Cornelis Gerhard Anton de Kom, IISG

(roepnamen: Anton, Antoine, pseudoniem: Adek, Adekom.), met het communisme sympathiserend Surinaamse revolutionair en schrijver, is geboren te Paramaribo op 22 februari 1898 en omgekomen in het kamp Sandbostel bij Bevern über Bremervörde (Duitsland) op 24 april 1945. Hij was de zoon van Adolf Damon de Kom, kleine boer en gouddelver, en Judith Jacoba Dulder. Op 6 januari 1926 trad hij in het huwelijk met Petronella Catharina Borsboom, met wie hij een dochter en drie zonen kreeg.

De Kom's jeugd speelde zich af in een volkswijk van Paramaribo. Rond 1926 begon De Kom, die inmiddels in linkse en Indonesisch-nationalistische kringen verkeerde, materiaal te verzamelen voor het werk over de koloniale geschiedenis van Suriname, waarmee hij naam zou maken. In februari 1927bezocht hij het oprichtingscongres van de Liga tegen Imperialisme en Koloniale Onderdrukking te Brussel. In de nu volgende jaren ontwikkelde De Kom zich richting communistische beweging. Hier vond hij gehoor, zoals blijkt uit De Communistische Gids van 4 mei 1929, waar 'onze Surinaamsche partijgenoot Adek' er in zijn rede op aandringt 'dat er verband zal worden gezocht tussen Indonesië en Suriname, want in de samenwerking der onderdrukte volken ligt de kracht'.

Toenemende politieke en journalistieke activiteiten beletten De Kom niet om contact met Surinaamse arbeidersleiders te onderhouden. Zijn artikel 'Terreur in Suriname' in De Tribune 10 september 1932 werd in Suriname als vlugschrift verspreid. Hierin hekelde hij het verbod van de nog maar kort bestaande Surinaamsche Algemeene Werkers Orgnisatie (SAWO) en de halvering van de lonen van de Javaanse contractarbeiders. Hij meende dat de leuze 'Suriname los van Holland-nu' onder het Surinaamse proletariaat weerklank vond. De Kom's al langer gekoesterde wens om naar Suriname terug te keren, werd door ziekte van zijn moeder versterkt. Bij aankomst op 4 januari 1933 wachtte een enthousiaste menigte het gezin De Kom op. Ook de autoriteiten, op de hoogte gehouden door de Nederlandse Centrale Inlichtingendienst, stonden paraat. Drie rechercheurs hielden hem sindsdien in de gaten.

De Kom was geschokt door de verpaupering in zijn land. Toestemming voor het houden van openbare lezingen kreeg hij niet. Daarom besloot hij een adviesbureau op het erf van zijn vader te openen. "Misschien zal ik er in slagen iets van die verdeeldheid uit de weg te ruimen die de zwakte was van de gekleurden, misschien zal het niet geheel onmogelijk zijn om negers en Hindostani, Javanen en Indianen te doen verstaan hoe slechts de solidariteit alle zonen van moeder Sranang kan verenigen in hun strijd voor een menswaardig leven." De toeloop naar De Kom's erf was, ondanks voortdurende intimidatie, ongekend. Met tolken werd gepoogd de stroom contractarbeiders ervan te weerhouden De Kom te spreken te krijgen.

Het aanbod van bosnegers om voor wapens te zorgen, wees hij resoluut van de hand. "Het was mij te doen om organisatie, niet om een bloedbad." Dat was precies wat door het provocerende politie-optreden op 1 februari dreigde te gebeuren. Toen De Kom de gouverneur verlangde te spreken, werd hij gearresteerd. De tijdens de huiszoeking meegenomen geschriften van De Kom zijn nooit meer teruggevonden. Als antwoord op de aanhoudende demonstraties werd de noodtoestand uitgeroepen en op 7 februari 1933 werd de voor het Parket toegestroomde menigte met vier salvo's uiteengejaagd. Er vielen twee doden en 22 zwaar gewonden (acht creolen, acht Javanen en zes Hindostanen).

In Nederland pleitte het Kamerlid van de Communistische Partij in Nederland (CPN) D. Wijnkoop tevergeefs voor de invrijheidsstelling van De Kom, die bij zijn weten "nooit in eenige communistische organisatie heeft gezeten". Bovendien gaf hij bekendheid aan een negen punten tellend politiek program dat in Suriname circuleerde. Hierin werden naast staatkundige onafhankelijkheid en nationalisatie van buitenlands bezit nog een reeks democratische en sociale eisen gesteld.

Op 10 mei, na meer dan drie maanden gevangenschap, werd De Kom zonder vorm van proces naar Nederland verbannen. Honderden door De Tribune op de hoogte gehouden arbeiders heetten het gezin De Kom in IJmuiden en Amsterdam welkom. Op het landelijk congres van Links Richten, eind mei, werd De Kom met de Internationale begroet en tot redactielid gekozen. Mede door bemoeienis van de inlichtingendienst kon de publicatie van zijn boek pas in 1934 plaatsvinden. In Wij slaven van Suriname heeft De Kom de geschiedenis van Suriname herschreven vanuit de optiek van de onderdrukten. Fel in de aanklacht,verrassend persoonlijk in de verwoording van zijn overtuiging. "Het heeft lang geduurd voor ik mijzelf geheel van de obsessie bevrijd had, dat een neger altijd en onvoorwaardelijk de mindere zijn moest van iedere blanke."

Zwart zelfbewustzijn, in zijn woorden zelfrespect en vertrouwen in proletarische eenheid, zijn dan ook kernbegrippen. Zomer 1933 schreef De Kom een viertal artikelen over de situatie in Suriname in De Tribune. Dat hij op bijeenkomsten van de CPN en de Liga sprak, is bekend uit politieverslagen. Deze vermelden ook dat hij contact had met de eveneens geschaduwde Surinaamse Comintern-man Otto Huiswoud, redacteur van het in Europa verschijnende The Negro Worker. In juni 1934 leverde De Kom aan dit blad een artikel over Suriname. Tijdens spreekbeurten maakte De Kom diepe indruk op communistische jongeren, die hij op voet van gelijkheid tegemoet trad. Een van hen, Nico Wijnen, die nog in de illegaliteit met hem heeft samengewerkt, noemde hem een geboren onderwijzer. Sinds zijn verbanning uit Suriname kon De Kom geen werk meer krijgen. Het gezin moest van de steun zien rond te komen. De Kom werkte aan ten minste twee romans en een filmscript. Er zijn niet meer dan fragmenten van behouden gebleven. Een selectie van zijn gedichten werden later gebundeld in Strijden ga ik (Leiden 1969).

Tijdens de Tweede Wereldoorlog leverde De Kom kopij en gegevens aan het Haagse illegale CPN-blad De Vonk en, wars van enig sektarisme, aan het gelijknamige blad van de Internationale Socialistische Beweging. Tom Rot van het laatste blad waardeerde De Kom vanwege zijn contacten met een groep, die overlegde over de toekomst van het Koninkrijk der Nederlanden. Op 7 augustus 1944 werd De Kom op straat gearresteerd. Bij hem thuis werden geschriften en een kristalontvanger in beslag genomen. Na een paar dagen in Scheveningen gevangen te hebben gezeten, ging De Kom op transport naar kamp Vught. Dat hij als een 'zwaar' geval werd beschouwd, bewijst zijn eenzame opsluiting in de bunker. Op 6 september volgde transport naar kamp Oranienburg, later Neuengamme. De ontruiming van dit beruchte kamp werd hem uiteindelijk fataal. De Kom overleed op 24 april 1945. Pas in 1960 werd zijn stoffelijk overschot geïdentificeerd en op de erebegraafplaats Loenen herbegraven. In 1982 werd hem het verzetsherdenkingskruis toegekend. Eind jaren zestig kwam er hernieuwde belangstelling voor De Kom en zijn werk, mede dankzij het speurwerk van zijn dochter Judith. Sinds 1983 draagt de universiteit van Suriname zijn naam. Op 24 november 1990 werd op het Anton de Komplein in Amsterdam Zuidoost een door Guillaume Lo A Njoe ontworpen plaquette onthuld. (En nu dan ook een monument, red. M.)

Auteur: Frits van Suchtelen
Oorspronkelijk gepubliceerd in: (Biografisch Woordenboek Sociale Arbeidersbeweging) BWSA 8 (2001), p. 105-109 (Ingekort door Manifest)