Bolivia nationaliseert olie en gas

Morales gooit het roer om


genationaliseerd olie- en gasveld in San Alberto. 


Poster van Castro en Chávez tijdens bijeenkomst in Havana ter ondertekening van Alba-verdrag. 


 


 

Benjamin Danl en Mark Engler

Twee kwesties zullen de regering van Evo Morales de komende maanden in beslag nemen en kunnen het lot van zijn regering bepalen: het terugwinnen van de opbrengsten en het bezit van de Boliviaanse olie- en gasreserves en het herschrijven van de grondwet door een volksvergadering. Dezelfde twee vraagstukken bepaalden het politieke proces in Venezuela in de jaren nadat Chávez aan de macht kwam en Morales ziet zich in beide kwesties voor serieuze uitdagingen geplaatst.

Wat de leiders van de MAS ook doen met Bolivia's gas- en olievoorraden, waarschijnlijk zullen ze de investeerders en/of de sociale bewegingen ermee verontrusten. De sociale bewegingen eisen een volledige nationalisatie. "We zullen geen gedeeltelijke nationalisatie accepteren", aldus Olivera. "Al onze contracten hebben we met neoliberale bedrijven. Ze willen alleen maar ons gas afnemen. De mensen zijn tijdens de recente sociale strijd niet gestorven om ons gas aan deze bedrijven te geven. Het is aan onze bevolking om te zeggen wat we met het gas moeten doen. Pachamama (Moeder Aarde) is er voor het volk en niet voor de multinationals."

Morales gebruikt ook de term 'nationalisatie', maar hij geeft blijk van een gematigder benadering, waarbij hij verschil maakt tussen de natuurlijke grondstoffen en de installaties van de ontginningsindustrie. Het lijkt erop dat MAS met elk energiebedrijf apart zal onderhandelen om zodoende met elk individueel bedrijf tot concessies te komen. "We zullen onze natuurlijke rijkdommen nationaliseren, het gas en de koolwaterstoffen", zei Morales begin januari. "De bedrijfsmiddelen van de multinationals nationaliseren we niet. Elk land heeft het recht om zijn eigen grondstoffen te gebruiken. We moeten nieuwe contracten opstellen met de oliemaatschappijen die gebaseerd zijn op gelijkwaardigheid. We garanderen hen dat ze hun investeringen en winsten terugzien. Plundering en diefstal staan we echter niet meer toe."

Dergelijke verzekeringen vallen goed bij groeperingen als het Comité Civico Pro Santa Cruz, een lobbygroep die ijvert voor privatiseringen, waarmee Morales sprak vlak na zijn verkiezingsoverwinning. Ook reisde Morales naar Brazilië, waar hij op 13 januari een ontmoeting had met Lula.

Onderhandelingen met afzonderlijke bedrijven kunnen een effectieve manier zijn om concessies van de energie-industrie te verkrijgen zonder het risico te lopen om door de bedrijven voor het gerecht te worden gedaagd en druk vanuit de VS te vermijden. Als de concessies die worden bereikt onvoldoende zouden blijken te zijn zou de regering van Morales kunnen worden beschuldigd van een uitverkoop aan de maatschappijen. Dit dilemma maakt de tweede belangrijke kwestie waarmee de regering zich geconfronteerd ziet nog belangrijker: de noodzaak tot een volksassemblee om de grondwet te herschrijven. Een dergelijke assemblee zou voor verschillende politieke partijen, leidinggevende figuren in het zakenleven en de sociale bewegingen de gelegenheid moeten scheppen om het eens te worden over de gasexport.

Een grondwetgevende vergadering

De belofte die Morales tijdens zijn campagne deed om een assemblee bijeen te roepen vanuit verschillende sectoren van de samenleving, met als doel het herschrijven van de grondwet, droeg in belangrijke mate bij aan zijn verpletterende overwinning. Het herschrijven van de grondwet van Venezuela betekende de start van het proces van politieke vernieuwing in dat land. Erwerd een referendum georganiseerd, evenals vergaderingen in het hele land, waarna de nieuwe grondwet werd goedgekeurd. In het nieuwe document werd vastgelegd dat de winsten uit de olie-industrie naar de staat zouden vloeien om te worden besteed aan sociale programma's op het gebied van het onderwijs, de gezondheidszorg en de initiatieven vanuit de bevolking op het gebied van de media. Tegenwoordig is men in Venezuela over het algemeen de mening toegedaan dat de nieuwe grondwet het sterkste wapen van het land is tegen de neoliberale globalisering en het imperialisme.

Het is goed mogelijk dat de herschrijving van Bolivia's grondwet een even krachtige uitwerking heeft. De uitverkiezing van vertegenwoordigers in de grondwetgevende vergadering is gepland voor juni 2006 en de assemblee zal in augustus daadwerkelijk bijeenkomen. Uit elke gemeente van het land zullen drie afgevaardigden worden gekozen, en van de delegaties moeten minstens één vrouw en één inheems persoon deel uitmaken. Op dit moment brengen de sociale bewegingen punten naar voren die zij terug willen zien in de nieuwe grondwet. Enkele van de belangrijkste punten die ter tafel komen zijn de nationalisering van het gas, landhervormingen, vrije handelsovereenkomsten met de VS en een referendum over autonomie van de regio Santa Cruz. Omdat de meerderheid van de afgevaardigden waarschijnlijk afkomstig is vanuit de sociale bewegingen, valt te verwachten dat de nieuwe grondwet de bevolking zal bevoordelen boven de bedrijven en de buitenlandse belangen.

De grondwetgevende vergadering zou de electorale kaart van Bolivia grondig kunnen hertekenen waardoor de inheemse bevolking beter zou worden vertegenwoordigd. Dit zou kunnen leiden tot nieuwe verkiezingen, die Morales' macht op de proef zouden stellen. De enorme verkiezingsoverwinning die hij behaalde wijst er echter op dat elke nieuwe stembusgang die voort zou komen uit de grondwethervormingen in het voordeel van MAS zouden uitpakken. Rijke lobbyisten uit de gasrijke regio Santa Cruz zouden echter succesvol kunnen zijn in het streven naar autonomie van hun regio. Bovendien is het nog onduidelijk hoe de veranderingen in de nieuwe grondwet moeten worden afgedwongen. In de Venezolaanse grondwet staat bijvoorbeeld dat alle huisvrouwen recht hebben op een pensioen voor hun geleverde arbeid, maar dit recht is nog niet omgezet in een wet.

Sommige sociale groeperingen, zoals de arbeiders- en boerenfederatie van La Paz, hebben Morales twee maanden de tijd gegeven om immense veranderingen in het land aan te brengen. Dergelijke radicalen vormen echter een minderheid. De meeste sociale bewegingen hebben toegezegd te wachten op de resultaten van de grondwetgevende vergadering voor zij de regering onder druk zetten. Als de assemblee niet zal tegemoetkomen aan bepaalde eisen, zoals de nationalisatie van het gas, worden er protesten en wegblokkades verwacht.

Zulke protestcampagnes zouden het land lam kunnen leggen en de politieke verdeeldheid verhevigen. Ze zouden er echter ook voor kunnen zorgen dat Morales de macht krijgt om enkele van zijn radicalere verkiezingsbeloften uit te voeren, zeker als de elites tot het besluit komen dat ze deze regering beter op haar plaats kunnen houden in plaats van dat er onrust ontstaat in het land. Er is waarschijnlijk geen land in Latijns-Amerika waar de sociale bewegingen zo goed zijn georganiseerd en zodanig in staat zijn het presidentschap te bedreigen. Dit delicate machtsevenwicht tussen de straat en de staat maakt het onwaarschijnlijk dat Morales Lula's 'pragmatische' toegevingen aan het neoliberalisme kan kopiëren, zelfs als hij dat zou willen.

Naast het feit dat ze de regering onder druk kunnen zetten zouden de netwerken vanuit de bevolking ook een basis kunnen vormen voor de reorganisatie van de politieke macht en de vertegenwoordigingen. Vlak voor de verkiezingen van december kwam het 'Congres van het Nationale Front voor de Verdediging van het Water en de Eerste Levensvoorzieningen' overeen om allianties te smeden tussen de sociale groeperingen in het land. Aan dit Congres namen deel: het Watercoördinatiecomité van Cochabamba, de Federatie van Wijkraden van El Alto en de Watercoöperatie van Santa Cruz, evenals andere lokale organisaties, coöperaties, boeren die gebruikmaken van irrigatie en commissies van elektriciteits- en andere voorzieningen. In veel gevallen hebben deze autonome groeperingen methoden georganiseerd om de burgers te voorzien van basisbehoeften terwijl de staat hierbij in gebreke blijft. Een dergelijke coalitie van organisaties vanuit de bevolking zal een krachtige lobby kunnen voeren bij de grondwetgevende assemblee. En, afhankelijk van het resultaat van deze vergadering, kan ze een infrastructuur aanbieden om deel te nemen aan de nieuwe programma's van de staat, of ze kan een alternatieve structuur voor het bestuur betekenen.

Zoals veel andere Bolivianen die voor Morales stemden is ook Anselmo Martinez Tola, een voorman van inheemse groepen in Potosi, van mening dat de kandidaat van MAS de aangewezen kandidaat is om een grondwetgevende vergadering in het leven te roepen. "Wij vormen een meerderheid en door middel van deze assemblee hopen we te redden wat van ons is", zei hij met betrekking tot de nationalisatie van het gas en de landhervormingen. Zijn organisatie heeft vertegenwoordigers voor hun gemeentes gekozen en voorstellen voor de assemblee opgesteld. Een van deze voorstellen is dat de regering volgens de lijnen van de traditionele 'ayllus', kleine groepen families die in de inheemse gemeenschappen al lang leiding geven aan het besluitvormingsproces, wordt vormgegeven. "De nieuwe grondwet moet betrekking hebben op onze eigen cultuur en niet op het buitenland of bedrijven. Ze moet de weergave zijn van de gevarieerde beweging van de inheemse bevolkingsgroepen in Bolivia", aldus Tola.

Conclusie

Critici zoals James Petras, Latijns-Amerikadeskundige en voormalig hoogleraar Sociologie aan de universiteit SUNY-Binghamton, bestempelt het als "leger van onkritische linkse hosannaroepers" die Evo Morales' verkiezingsoverwinning vierde en zijn hoop uitte op werkelijke veranderingen in Bolivia. Petras werd al teleurgesteld door Lula en Kirchner en verwacht dat de regering Morales alleen maar "symbolische gebaren van puur retorische betekenis zonder nationaal belang" zal maken in plaats van plannen voor een daadwerkelijke herverdeling.

Er bestaat aanleiding om in een ander scenario te geloven. Tijdens zijn verkiezingscampagne heeft Morales zich zeer gematigd opgesteld om bredere steun te verwerven. Zijn glansrijke overwinning heeft echter ruimte vrijgemaakt voor krachtdadiger acties. In de ogen van veel MAS-aanhangers is het beleid met betrekking tot de nationalisatie van het gas, de landhervormingen en de rechten van de inheemse bevolking niet zozeer in handen van Morales als wel van de grondwetgevende vergadering. Een herschreven grondwet brengt de belofte van belangrijke veranderingen met zich mee. Omdat ze zich bewust is van de wensen van de assemblee en ze de ogen van de machtige sociale bewegingen op zich gericht weet, zal de regering het mandaat en de motivatie hebben om zwaar in te zetten tijdens onderhandelingen met internationale schuldeisers. Ook zal de regering haar eigen model voor een progressief beleid creëren.

Tot dat ogenblik staat Bolivia op de rand van een nieuwe postkolonialeperiode. Het land wordt voor het eerst geregeerd door een inheemse leider die er net zo uitziet als de meerderheid van zijn bevolking. Bolivia weet zich opgenomen in een continent dat alweer een stap verder is verwijderd van het neoliberalisme. De overwinning die op de ruïnes van Tiwanaku wordt weergegeven werd tot dusver alleen maar als een symbolische zege beschouwd, maar wie weet krijgt ze nu daadwerkelijk gestalte.

(*) Benjamin Dangl is redacteur van UpsideDownWorld.org en auteur van het nog te verschijnen boek 'The Price of Fire', Resource Wars and Social Movements in Bolivia and Beyond, dat in januari 2007 zal worden uitgegeven door AK Press. Mark Engler is politiek analist van 'Foreign Policy in Focus' en hij kan worden bereikt via http://www.DemocracyUprising.com. Dit artikel werd eerst geplaatst in de maarteditie van Z-Magazine en is overgenomen met toestemming van de auteurs.

Bron: Progreso Weekly, 27-4-2006, vertaling Frans Willems.