Schijn en realiteit

Anna Ioannatou

Verhoging van de leeftijdsgrens voor pensionering en tegelijkertijd vermindering van de pensioenen, beperking en zelfs afschaffing van de categorie zware en ongezonde beroepen, privatisering van het pensioenstelsel, hongerpensioentjes voor de laagste categorie. Dat is slechts een greep uit de tien voorstellen van de 'socialistische' Pasok.

Deze voorstellen laten duidelijk zien dat de centrumrechtse regering in deze zogeheten oppositiepartij een ware bondgenoot heeft in haar volksonvriendelijke beleid. De minister voor Werkgelegenheid heeft al verklaard dat bovengenoemde voorstellen in de goede richting gaan.....

Maar ook de voorzitter van de GSEE (Algemene Confederatie van Griekse Werknemers) vond dat deze voorstellen hem "tevredenstellen en jarenlange inspanningen belonen, jaren waarin wij deze zaken voorlegden, steunden en hun toepassing eisten in de vorm van een beleid." Geen pensioengerechtigden meer onder de 60 en verlenging van het beroepsleven.

Dit mogen tegenstrijdige zaken lijken in een economisch systeem met groeiende werkloosheid. Je zou verwachten dat men eerder op zou kunnen houden met werken om zo de jongerenwerkloosheid te verminderen. Maar nee, in tijden van toenemende werkloosheid worden in het kapitalisme degenen die nog werken steeds zwaarder belast, moeten steeds langer werken en gaan steeds later met pensioen. Dat zijn tenminste de eisen, zoals overeengekomen binnen het kader van de Lissabon-strategie, om de concurrentiepositie van Europa te verbeteren. Want als het goed gaat met de bedrijven gaat het ook goed met de werknemer in die bedrijven, volgens een hardnekkig hypocriet argument, dat nog steeds wordt gebruikt ondanks de realiteit die al even hardnekkig het tegendeel aantoont.

En wat vinden de industriƫlen?

In een interview begin mei antwoordde de voorzitter van de Bond van Griekse Industriƫlen op de vraag, hoe hij zou denken te leven van een hongerloon: "Ik zou proberen een tweede baan te vinden om mijn inkomen aan te vullen."

En op de vraag, wat hij van de politici vindt: "We staan voortdurend in contact met de beide grote partijen (de regerende Nea Dimokratia, traditioneel (centrum)rechts en de 'oppositionele socialistische Pasok', A.I.). Ik waardeerde de premier al jaren voor hij premier werd... Ik ken Jorgos Papandreou (leider Pasok, A.I.) al jaren... Ik waardeer hem, hij is een moderne jonge politicus die, hoop ik, veel zal doen voor het land... Vroeg of laat regeert de Pasok toch weer en ik zie niet in waarom de leider van die partij niet premier zou kunnen worden."

Op de vraag, wat hij vindt van de perfide vakbondsleiders, die kortgeleden de tweejarige arbeidsovereenkomst ondertekenden (zie Manifest 8), antwoordde hij: "Ik waardeer Christos Polyzogopoulos (voorzitter GSEE, A.I.) ten zeerste. Ik vind hem een zeer waardevolle gesprekspartner, een serieus en verantwoordelijk persoon, die evenwichten aanbrengt..."

Van De Villepin in Frankrijk vindt hij dat die met radicale voorstellen kwam waar de samenleving nog niet rijp voor was, maar wel moeten we aan oplossingen in die richting denken!

De samenwerking van rechts, sociaaldemocratische (omgekochte) vakbondsleiding en grootkapitaalbonzen, mag duidelijk zijn. Ook is duidelijk dat dit beleid zal leiden tot reacties zoals kortgeleden in de Franse samenleving, waarmee langzamerhand een kwalitatief nieuwe bewustzijnssituatie groeit, want een oplossing binnen de 'vrije markt'economie zit er niet in. De werknemer komt op een gegeven moment voor het blok te staan en opnieuw wordt dan de historische keus actueel: of dit, of onteigening van de grote bezitters.