Slapte kenmerkt onderhandelingen over nieuwe CAO's



FNV-voorzitter Jongerius op 12 april, tijdens demonstratie 'Gelijk werk, gelijk loon', op het Plein in Den Haag. Nu de regering haar plannen gewoon doorzet zwijgt de FNV in alle talen. (Foto Manifest) inbsp;

Sociaaleconomische redactie

Zonder veel ophef sloten de onderhandelaars meer dan tweehonderd akkoorden, waarmee ze bijna de helft van hun werkzaamheden er voor dit jaar op hebben zitten. Veel CAO's kennen bovendien een lange looptijd, in ruim 70 procent van de gevallen meer dan een jaar. Normaal ligt dat percentage niet boven de vijftig.

FNV Bondgenoten ligt, naar eigen zeggen, op koers met de CAO-lonen, die dit jaar met meer dan 1,5 procent omhooggaan. Na de matiging van de afgelopen jaren, de snelgroeiende economie van dit jaar en de dreiging - in sommige sectoren - van gebrek aan personeel is dat uiteraard peanuts. Het beeld klopt in de praktijk niet helemaal. In de marge van veel CAO's wordt, waar dat maar even kan, het nodige bijgesprokkeld. Maar toch is er alle aanleiding voor FNV Bondgenoten om de looneisen op te schroeven. Waarom aarzelt de leiding van de grootste bond dan toch weer?

"Je moet verwachten dat als er kraptes gaan ontstaan, de werkgevers weer met de beurs gaan rammelen", voorspelt CAO-coördinator Anja Jongbloed. Ze laat het initiatief dus liever bij de werkgevers liggen. Van enige strijdbaarheid en moed is nauwelijks sprake in de toppen van de vakbeweging. Jongbloed maakt dat nog maar eens duidelijk door erop te wijzen dat de vakbeweging niet meer dan de afgesproken twee procent zal eisen: "Maar dat betekent niet dat de collectieve loonsverhoging hoger is dan onze maximumeis van twee procent. Dan moet je het elders zoeken, zoals in winstdeling, bonussen of aanpassing van de loontabellen. Zo moet je niet uitsluiten dat de jeugdlonen worden opgetrokken." En dat is uiteraard ook wat er tijdens veel CAO-onderhandelingen ook feitelijk gebeurt. Zo vlak voor de verkiezingen moet er niet teveel deining ontstaan, dat zou wel eens slecht kunnen uitpakken voor PvdA en GroenLinks, waarmee de top van de FNV nauwe banden onderhoudt.

Van der Steen, CAO-coördinator van de werkgeversvereniging AWVN, vindt de huidige geringe opwaartse druk op de CAO-lonen al teveel. In de recentelijk afgesloten contracten zijn de stijgingspercentages al wat hoger dan daarvoor. "Na 1 januari zitten we met de contractlonen op 1,6 procent erbij. Voor het hele jaar 2007 liggen we zeker niet onder dat niveau." Ook hij roept op tot vindingrijkheid: "We moeten niet op de klassieke manier overgaan tot hogere lonen. Zoek het liever in creatieve oplossingen, zoals resultaatafhankelijke beloningsvormen." Het poldermodel werkt nog steeds, vakbondstop en ondernemers vinden elkaar weer steeds gemakkelijker.

Veel energie ging vorig jaar zitten in zaken die door kabinetsingrepen in de CAO moesten worden aangepast, zoals prepensioen, levensloop, ziektekosten en arbeidsongeschiktheid. Voorzitter Henk van der Kolk van FNV Bondgenoten hamert nu vooral op afspraken over leerwerkplaatsen, werkzekerheid, gezonder en prettiger werken. Hans van der Steen roept zijn achterban op de CAO als een instrument te beschouwen voor goed personeelsbeleid. Hij wil de CAO alleen nog gebruiken voor de nadere uitwerking van allerlei onderwerpen zoals het verzinnen van betere dienstroosters, die zowel inspelen op de privéwensen van werknemers als de productie-eisen van de ondernemer. Ook zaken als loopbaanbeleid, inzetbaarheid en scholing lenen zich voor verdere uitwerking buiten het CAO-overleg om, bedrijfstakregelingen met meer vrijheid om de arbeidsvoorwaarden zelf in te vullen.

Voorlopig nog niet echt aan de orde maar met een onmachtige vakbondsleidingeen reëel gevaar.

Bron: FD, 31-5-2006 en FNV Bondgenoten