Verklaring van Carlos Lage Dávila, staatssecretaris Buitenlandse Zaken van Cuba, op de vierde EU-LAC Top in Wenen, 12 mei 2006


 

Wij zijn opgeroepen voor deze bijeenkomst met het doel een strategische alliantie te bevestigen van twee regio's. In alle ernst, naar mijn mening bestaat in werkelijkheid niet wat in 1999 is uitgeroepen en nu vaste vorm zou krijgen. In onze ogen is dit onder de huidige omstandigheden niet mogelijk.

De EU verliest belangstelling voor en voeling met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (LAC), zij is duidelijk meer gericht op uitbreiding naar het Oosten en haar betrekkingen met de Verenigde Staten.

De betrokkenheid van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied bij de buitenlandse handel van de EU is gedaald en bedraagt nu nog slechts 5 procent.

Hoge subsidies en invoertarieven voor landbouwproducten gelden nog steeds aan de kant van de EU.

Zoals bijna alle ontwikkelde landen slaagt de EU er niet in, jaar na jaar, de toegezegde 0,7 procent van het bbp te reserveren voor ontwikkelingshulp, zoals 36 jaar geleden, in 1970, is overeengekomen. Erger nog, deze hulp is in toenemende mate gebonden aan voorwaarden, brengt hoge kosten met zich mee en dient steeds meer de belangen van de ontwikkelde landen. De strijd tegen drugstransporten en de controle over immigratiestromen slorpen steeds meer gelden op; terwijl voor onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur steeds minder middelen beschikbaar zijn. Kwijtschelding van schulden en zelfs militaire uitgaven voor zogenaamde vredesoperaties beginnen ook al gerekend te worden tot ontwikkelingshulp.

De waarheid is dat het echte partnerschap van de EU is gericht op de VS, de supermacht en politieman van de huidige internationale economische en politieke orde. Deze is onrechtvaardig en gericht op uitsluiting, maar heeft voordelen voor de VS en de EU en is zeer nadelig voor Latijns-Amerika en het Caribisch gebied.

De EU is eiser van een buitenlandse schuld die al meer dan tweemaal betaald is en de LAC-landen zijn de debiteurs.

De EU exporteert technisch hoogwaardige producten die de LAC-landen moeten betalen door de export van hoofdzakelijk ruwe grondstoffen.

De EU profiteert van een toenemende migratie van professionelen en technici, opgeleid in onze regio's met enorme inspanningen.

De EU is een bondgenoot van de VS in de NAVO, terwijl de LAC-landen gezien worden als een van de 'donkere hoeken van de wereld' die president Bush door overrompeling dreigt aan te vallen.

De begrippen 'beperkte soevereiniteit', 'humanitaire interventie', en 'verantwoordelijkheid om te beschermen', gekoesterd door de EU, staan haaks op de principes en doeleinden verankerd in het Handvest van de Verenigde Naties, dat veronderstelt volledige nakoming van het Internationaal Recht en soevereiniteit van staten.

Het hanteren van zaken als mensenrechten, democratie en terrorisme is later gebruikt om agressie, sancties en blokkades te rechtvaardigen.

Een paar voorbeelden kunnen volstaan. De EU is heimelijk overeengekomen om niet ten gunste van Cuba te stemmen voor de Mensenrechten Raad terwijl zij de andere kant op kijkt als het gaat over: veroordeling van misdaden en folteringen in Irak, Guantánamo en andere geheime gevangenissen, zelfs recht op eigen bodem. Desondanks werd Cuba gekozen door 135 landen, bijna alle landen in de derde wereld. De EU heeft nooit gevraagd om vervolging van Luis Posada Carriles, de wreedste terrorist van het westelijk halfrond. De regeringen van de EU hebben nooit ook maar één woord geuit over de bevrijding van vijf jonge Cubanen, die onterecht in de VS gevangengezet zijn wegens bestrijding van terrorisme.

Cuba verdedigt een strategisch partnerschap tussen Europa en de LAC-landen. Niet het huidige, maar een reëel deelgenootschap waarin dit en andere zaken in openheid besproken en door concrete acties bereikt kunnen worden.

Deze woorden zullen voor sommigen ongevoelig klinken. Dat is niet mijn schuld, mij was slechts vijf minuten toegestaan, waardoor er geen tijd was voor verfraaiing. In ieder geval wil ik mijn respect en sympathie voor de Europese volkeren tonen, en verantwoordelijkheidsgevoel voor de problemen die onze regio en de wereld teisteren.

Bron: cuba-solidarity.org.uk, vertaling Thomas Janssen. (Ricardo Alercon is voorzitter van het Cubaanse parlement)