De rol van de VS in Darfur (Soedan)


Sara Flounders, op 17 april 2004, tijdens een bijeenkomst van het Haags Vredes Platform, in het Haagse buurthuis Boerenplein (Foto Manifest)  


 

Sara Flounders

Wie en wat zitten er achter de campagne 'Stop de genocide in Darfur' die in de Verenigde Staten zoveel weerklank vindt? Op universiteitscampussen zijn organisaties opeens begonnen met het organiseren van petities, bijeenkomsten en het oproepen tot donaties. Op 30 april werd er in de hoofdstad Washington een demonstratie gehouden om 'Darfur te redden'.

Steeds opnieuw wordt er gezegd dat er 'iets moet worden gedaan'. 'Humanitaire legers en Amerikaanse vredeshandhavers' moeten onmiddellijk naar Darfur gaan om de 'etnische zuivering' te stoppen. Troepen van de VS of de NAVO moeten worden ingezet om een eind te maken aan de 'genocide'. De Amerikaanse regering heeft een 'morele verantwoordelijkheid om een nieuwe holocaust te voorkomen.'

De verontwaardiging van het publiek wordt gewekt door verhalen in de media over massale verkrachtingen en met foto's van wanhopige vluchtelingen. De aanklacht luidt dat duizenden Afrikanen worden vermoord door Arabische milities die daarin worden gesteund door de Soedanese overheid. Soedan wordt gekenmerkt als een 'terroristenstaat' of een 'mislukte staat'. Zelfs tijdens vredesbetogingen werden er plakkaten uitgedeeld met de tekst 'Irak uit - Darfur in'. Paginagrote advertenties in de 'New York Times' hebben deze oproep herhaald.

Wie zitten er achter deze campagne en tot welke acties roepen zij op?

Uit een vluchtige blik op de initiatiefnemers van de campagne blijkt al gauw de prominente rol van rechtse evangelische christenen en van belangrijke zionistische groeperingen in het 'redden van Darfur'.

Een artikel in de Jerusalem Post van 27 april kopte 'Amerikaanse joden geven leiding aan demonstratie voor Darfur'. Een paginagrote advertentie voor de demonstratie in New York werd ondertekend door een aantal joodse organisaties, waaronder de New Yorkse UJA-federatione en de Jewish Council for Public Affairs.

Het waren echter niet alleen zionistische groeperingen die oproepen deden. De demonstratie werd financieel ondersteund door een coalitie van 164 organisaties waaronder de National Association of Evangelicals, de World Evangelical Alliance en andere religieuze groeperingen die de fanatiekste supporters waren van Bush' invasie in Irak. Het evangelische Sudan Sunrise uit Kansas zorgde voor bussen en sprekers, haalde een grote som geld binnen en was medegastheer bij een diner van 600 personen.

Het betrof hier nauwelijks een vredesdemonstratie of een bijeenkomst voor sociale rechtvaardigheid. De organisatoren hadden een persoonlijke ontmoeting met president George W. Bush, net voor de manifestatie. "Ik ben blij met jullie deelname", kregen ze te horen, "en ik wil de organisatoren danken voor hun aanwezigheid."

Aanvankelijk verwachtte men dat er meer dan 100.000 mensen zouden komen opdagen. Later maakten de media, heel grootmoedig, melding van 'enkele duizenden', waarbij de aantallen varieerden van 5000 tot 7000. De deelnemers waren overwegend blank. Ondanks het geringe aantal deelnemers kreeg de bijeenkomst veel aandacht van de media, waarbij de aandacht vooral uitging naar beroemde sprekers zoals oscarwinnaar George Clooney. Topfiguren uit zowel het democratische als het republikeinse kamp, onder wie de democratische senator Barack Obama uit Illinois, de democratische leider in het Huis van Afgevaardigden Nancy Pelosi, de onderminister van Buitenlandse Zaken voor Afrikaanse zaken Jendayi Frazer en de gouverneur van New Jersey, Jon Corzine, gaven hun zegen aan de manifestatie. Corzine, die maar liefst 62 miljoen dollar uit zijn eigen vermogen kon gebruiken om verkozen te worden.

De grote media pakten bij dit evenement veel breder uit dan bij de vredesdemonstratie van 300.000 mensen in New York een dag eerder, of bij de landelijke demonstraties voor de rechten van immigranten, waaraan miljoenen de dag erna deelnamen.

De Amerikaanse ambassadeur bij de Verenigde Naties John Bolton, de voormalige minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell, de huidige minister Condoleezza Rice, generaal Wesley Clark en de Britse premier Tony Blair hebben allemaal aangedrongen op een interventie in Soedan.

Deze leidinggevende architecten van het imperialisme verwijzen vaak naar een ander scenario wanneer ze deze oproep doen: de succesvolle 'humanitaire' oorlog tegen Joegoslavië, die ervoor heeft gezorgd dat er na de zware bombardementen nu een VS/NAVO-bewind is in Kosovo.

Het Holocaust Museum in Washington bracht een 'genocidewaarschuwing' naar buiten, de eerste keer dat dit gebeurde, en 35 evangelisch-christelijke leiders ondertekenden een brief waarin er bij president Bush op werd aangedrongen Amerikaanse troepen te sturen om een eind te maken aan de genocide in Darfur. Ook werd er een informatiepakket voor studenten samengesteld om steun vanuit te bevolking te verwerven voor een Amerikaanse interventie.

Veel niet-gouvernementele organisaties die geld krijgen van de National Endowment for Democracy hebben de campagne omarmd. En ook progressievere personen en organisaties zoals Amy Goodman van Democracy Now, Rabbi Michael Lerner van TIKKUN en Human Rights Watch ondersteunen de campagne 'Safe Darfur'.

De aandacht afleiden van Irak

De misdadige invasie en de massale bombardementen op Irak, de vernietiging van de infrastructuur waardoor mensen zonder water en elektriciteit zitten en de afschuwelijke foto's van de Amerikaanse martelpraktijken in de Abu Ghraib-gevangenis hebben wereldwijd verontwaardiging gewekt. Op het hoogtepunt hiervan, in september 2004, reisde de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell naar Soedan, en hij maakte aan de hele wereld bekend dat de misdaad van de eeuw, een 'genocide', zich daar aan het voltrekken was. De Amerikaanse oplossing bestond eruit bij de Verenigde Naties aan te dringen op sancties tegen een van de armste landen ter wereld en het sturen van Amerikaanse troepen als 'vredeshandhavers'. De rest van de VN-veiligheidsraad wilde deze visie, het Amerikaanse 'bewijs' en de voorgestelde actie, echter niet overnemen.

De campagne tegen Soedan werd geïntensiveerd, zelfs toen het bewijs naar boven kwam dat de Amerikaanse invasie van Irak was gebaseerd op een totale leugen. Dezelfde media die de Amerikaanse invasie van Irak rechtvaardigden omdat dit land 'massavernietigingswapens' zou hebben, verlegden de aandacht nu naar de 'oorlogsmisdaden' van de Arabische machten in Soedan.

Deze Darfur-campagne dient verschillende doelen van de Amerikaanse imperialistische politiek. De Arabische en de moslimbevolkingen worden verder gedemoniseerd, en de aandacht wordt afgeleid van de mensenrechtencatastrofe die wordt veroorzaakt door de meedogenloze Amerikaanse oorlog en de bezetting van Irak, waardoor honderdduizenden Irakezen zijn gedood of verminkt. Ook maakt de campagne deel uit van pogingen om de aandacht af te leiden van het financieren door de VS van de Israëlische oorlog tegen de Palestijnse bevolking. Bovenal wordt er in Darfur een nieuw front geopend zodat de Verenigde Staten en hun bedrijven het vaste voornemen om de gehele regio onder hun controle te brengen verder kunnen uitvoeren.

De Amerikaanse belangen in Soedan

Soedan is qua grondgebied het grootste land van Afrika. Het is strategisch gelegen aan de Rode Zee, ten zuiden van Egypte, en grenst aan zeven andere Afrikaanse landen. Soedan heeft ongeveer de omvang van West-Europa maar er wonen slechts 35 miljoen mensen. Darfur is de meest westelijke regio van Soedan. Het is even groot als Frankrijk maar de bevolking bedraagt slechts 6 miljoen zielen.

Recente ontdekkingen van grondstoffen hebben Soedan van groot belang gemaakt voor het Amerikaanse bedrijfsleven. Men vermoedt dat het land oliereserves heeft die de voorraden van Saoedi-Arabië naar de kroon kunnen steken en er zijn ook grote gasvoorraden. Bovendien beschikt het land over een van de grootste hoeveelheden hoogwaardig uranium ter wereld en zijn er de op drie na grootste kopervoorraden te vinden.

In tegenstelling tot Saoedi-Arabië heeft de Soedanese regering echter haar onafhankelijkheid ten opzichte van Washington weten te behouden. Omdat de Amerikaanse imperialistische regering Soedan's oliepolitiek niet kon controleren hebben de VS alles in het werk gesteld om de ontwikkeling van deze waardevolle grondstof tegen te gaan. China daarentegen heeft met Soedan samengewerkt en verschafte de technologie voor de ontginning, het boren en het naar boven pompen van de olie. Ook heeft China meegeholpen aan de bouw van een pijpleiding en koopt het land een groot deel van Soedan's olie.

De Amerikaanse politiek draait om het stilleggen van Soedan's olie-exporten door het opleggen van sancties en het aanwakkeren van nationale en regionale tegenstellingen. Tientallen jaren lang steunde het Amerikaanse imperialisme een afscheidingsbeweging in het zuiden van het land, waar de eerste olie aangetroffen werd. De lange burgeroorlog putte de financiën van de regering volledig uit. Toen er eindelijk een vredesovereenkomst werd ondertekend verlegde de aandacht van de VS zich onmiddellijk naar Darfur, in West-Soedan.

Recentelijk werd een gelijkaardige vredesovereenkomst tussen de Soedanese regering en de rebellengroeperingen in Darfur verworpen door een van de partijen, zodat de gewapende strijd voortduurt. De VS doen zich voor als een neutrale bemiddelaar en blijven druk uitoefenen op Kartoem om meer concessies te doen. Intussen echter blijven 'de trouwste bondgenoten van de VS in Afrika actief in de training van rebellen van het SLA en van JEM Darfuri die de gewelddadige reactie van Kartoem veroorzaakten.' (www.afrol.com).

Soedan heeft een van de etnisch meest diverse bevolkingen ter wereld. Meer dan 400 etnische groepen hebben elk hun eigen taal of dialect. Het Arabisch is de enige gemeenschappelijke taal. Groot-Kartoem, de grootste stad van het land, heeft een bevolking van ongeveer 6 miljoen. Door middel van landbouw of veeteelt voorziet 85 procent van de Soedanese bevolking in haar levensonderhoud.

De versimpelde versie van de crisis in Darfur die de grote Amerikaanse media eensgezind weergeven komt erop neer dat de wreedheden worden begaandoor de milities van de Janjawid, die daarin worden gesteund door de centrale regering in Kartoem. Het zijn 'Arabische' aanvallen op de 'Afrikaanse bevolking'.

Dit is een complete verdraaiing van de realiteit. Zoals de 'Black Commentator' op 27 oktober 2004 duidelijk maakte: "Alle partijen die bij het conflict in Darfur betrokken zijn - of ze nu als 'Arabisch' of 'Afrikaans' worden betiteld - zijn even inheems en even zwart. De hele bevolking van Darfur spreekt Arabisch, en daarnaast worden er vele lokale dialecten gesproken. Het zijn allemaal soennitische moslims."

Deel 2: De echte oorzaken van de crisis en de rol van de VN en de NAVO.

Bron: Workers World, 3-6-2006, vertaling Frans Willems.