Toespraak van Annabelle Schouten tijdens het 5de Congres: onderwijswerkgroep


Onderwijsconferentie in Athene, 8/9 april 2006. Links op de tweede rij de NCPN/CJB-vertegenwoordiger Annabelle Schouten. (Foto KKE)  

Allereerst wil ik de partij bedanken voor de gelegenheid om hier te vertellen over de Europese onderwijsconferentie in Athene van april en over ideeën voor een onderwijswerkgroep binnen de NCPN.

Leren, leren, leren. Dat is de kern van dit soort conferenties voor een kleine partij als de NCPN. Deelnemen aan bijeenkomsten op Europees en internationaal niveau geeft de nodige inspiratie, nieuwe inzichten voor partij-opbouw. Buiten de conferentie om was er gelegenheid voor uitwisselingen met de Griekse jongerenbeweging KNE en de onderwijsafdeling van de KKE (communistische partij Griekenland).

Waarom deze conferentie over onderwijs en Lissabon? Als er een terrein is waarmee veel wordt geëxperimenteerd en waar veel op is bezuinigd in onze rijken landen, dan is dat het onderwijs wel. Sinds 15 jaar, sinds de val van de Muur, vinden grootscheepse privatiseringen plaats en afbraak van alles wat publiek en sociaal is. Onderwijs, als ondergrond van elke samenleving, blijft niet ongemoeid. Integendeel, de veranderingen in allerlei vormen van onderwijs, van basis tot universitair, denk aan de leerrechtplannen van Rutte of de Tweede Fase in het voortgezet onderwijs, zijn bedoeld om het recht dat onderwijs is, geheel aan te passen aan de grillen van het kapitalisme.

We zitten in een fase die gekenmerkt wordt door een heftige strijd om de wereldmarkt. In deze concurrentiestrijd loopt Europa hopeloos achter, als 'we' niet ingrijpen, roepen politici en ondernemers om het hardst. We moeten innovatiever, ondernemender, competitiever worden, te beginnen in het onderwijs.

Twee jaar geleden publiceerde de werkgeversorganisatie VNO-NCW een rapport over het onderwijs met de titel 'Nederland moet slimmer'. Wie kan daarop tegen zijn, zou je zeggen. Maar slimmer op wat voor manier, en vooral slimmer in wiens belang? Een term als toponderwijs klinkt heel aardig, maar is het ook toegankelijk voor iedereen? Als het bedrijfsleven zich gaat opwerpen voor een slimmer Nederland, wat moeten we ons daarbij voorstellen? Slim boekhouden, zoals bij Ahold? Slim mensen op straat zetten, zoals bij Philips?

Op Europees niveau roert het bedrijfsleven zich ook in de onderwijskwestie. De Bologna-verklaring uit 1999 van de EU komt grotendeels uit de koker van de ERT (Europese Ronde Tafel van Industriëlen), de belangenclub van de grootste bedrijven. De Bologna-verklaring is kort gezegd een vrijbrief voor privatisering van het hoger onderwijs, een sociaaldemocratische variant op het handelsverdrag voor onderwijs, vastgelegd in het GATS (General Agreement on Trade in Services), het internationale handelsverdrag. Bologna past uitstekend in de Lissabonstrategie om van Europa de meest concurrerende kenniseconomie te maken. Alle nationale onderwijssystemen moeten meer op elkaar afgestemd raken, waar al een begin mee is gemaakt met de invoering van het Bachelor/Master-systeem. In stapjes wordt het onderwijs opengegooid, en niet alleen dat, ook de inhoud van het onderwijs moet worden aangepast.

In het kapitalisme dient onderwijs vooral als middel om de klassen te reproduceren. In onderwijs zit in wezen al de kiem van het onderscheid tussen degenen die alleen hun arbeid hebben om in leven te blijven en degenen die zich die arbeid op 'slimme' wijze weten toe te eigenen. Het hoger onderwijs, vooral universiteiten, leiden de toekomstige leidinggevenden, kaders van het kapitalisme op, zou je kunnen zeggen. Om die reden is de ideologische druk op studenten het grootst. Zij moeten zodanig worden gekneed, dat ze hun kennis in dienst stellen van het bedrijfsleven en de overheid.

De ideologische aanvallen op alles wat met klassenstrijd, marxisme, arbeidersstrijd te maken heeft, vinden dagelijks plaats op hogescholen en universiteiten. Vaak is het met het niveau van die aanvallen triest gesteld. Zo heb ik, om uit eigen ervaring iets te nemen, een keer college Midden- en Oost-Europese Geschiedenis gevolgd, waarbij de docent de voormalige Roemeense president Ceaucescu voortdurend vergeleek met een dracula, een vampier. Er zijn nog talloze andere, wat meer beargumenteerde aanvallen.

De grap hiervan is dat het vermomd is in een soort anti-ideologie. We leren allemaal op school en uit de boeken dat we sinds eind jaren tachtig, toen het socialisme een klap kreeg, in het ideologieloze tijdperk leven. Maar deze anti-ideologie is ook een ideologie, van de burgerij wel te verstaan.

Terug naar de Lissabonstrategie. Die kent dus twee kanten: de financiële en de ideologische. Op de conferentie in Athene is vooral het hoger onderwijs aan bod gekomen omdat dit in heel Europa het hardst wordt afgebroken. Het was vooral interessant om de verhalen uit EU-landen en uit de voormalige socialistische landen te vergelijken. De eerste gingen vooral in op het Bologna-proces en de invloed daarvan op onderwijs in eigen land. De Oost-Europese kameraden spraken vooral over de algehele afbraak van onderwijs, ingekaderd in de programma's van het IMF en de Wereldbank. Bijna allemaal kaartten ze het verschil aan tussen het gratis kwalitatieve onderwijs van vroeger en het dure, verslechterde onderwijs nu. De NCPN heeft samen met de PVDA-België voorgesteld om de ervaringen uit deze landen in het bijzonder te gebruiken in de huidige strijd. Want we moeten niet alleen zeggen hoe slecht het nu allemaal wel niet is, maar ook laten zien dat half Europa ooit een alternatief heeft gekend.

Het tweede deel van de conferentie ging ook in op de vraag hoe wij ons als communisten bewegen op het onderwijsterrein. In de eerste plaats waren alle deelnemers voor het opzetten van een gezamenlijke Europese onderwijscampagne die vanaf september van start gaat. Concrete activiteit daarvoor is eind 2006/begin 2007 een dag prikken waarop iedereen in eigen land actievoert tegen privatisering van het onderwijs. Andere ideeën zijn om elkaar artikelen en informatie toe te sturen via internet, een oproep te doen aan progressieve intellectuelen in Europa om zich uit te spreken tegen de hervormingen en binnen sociale bewegingen te werken.

Wat heeft de partij hieraan? Het idee is gelanceerd om een onderwijswerkgroep op te zetten die zich in de eerste plaats zou kunnen bezighouden met het in beeld brengen van het Nederlandse onderwijssysteem. Voor deze conferentie is daar al een beginnetje mee gemaakt. Weer een studiegroep? Nee, maar alleen studeren zonder praktijk, dat is nu precies wat er schort aan het universiteitsonderwijs. Het is de bedoeling om met deze onderwijswerkgroep de lijn van de partij, gericht op arbeiders- en vakbeweging en Lissabonstrategie, te versterken. Op de conferentie werd vooral benadrukt dat onderwijsacties moeten worden gekoppeld aan de strijd van de arbeidersklasse.

Mijn voorstel is om de komende tijd met een aantal kameraden uit de onderwijswereld of die betrokken zijn bij het onderwijs bijeen te komen en te kijken hoe we een onderwijswerkgroep kunnen opzetten en wat we in Nederland kunnen doen met de Europese onderwijscampagne.

Waar zo'n groep een rol in kan spelen is de ideologische inbreng in de vakbeweging en de studentenbeweging. De onderwijswerkgroep kan ook Manifest versterken door regelmatig artikelen over het onderwerp te plaatsen. Met deze Manifesten kun je ook makkelijker contacten leggen met bijvoorbeeld ABVAKABO, onderwijsbond, studentenbonden etc.

Als je het hebt over onderwijs, dan heb je het over jongeren. Het is dus logisch om de onderwijswerkgroep een gezamenlijk initiatief te laten zijn van zowel CJB als NCPN. Dit zou ook een brug kunnen slaan tussen partij en jongeren.

Een leven lang leren is een van de Bologna-doelstellingen. Als communisten doen wij ook aan een leven lang leren, maar dan wel voor een socialistische kenniseconomie. Men doet er alles aan om van het onderwijs, een mensenrecht, uiteindelijk privaat eigendom te maken. Laten we dus ook op dit terrein de strijd aangaan!