Karl Marx en de uitdagingen van de 21e eeuw (deel 2)


 

Door Ricardo Alarcón

"Laten we in gedachte houden dat hij zei dat het niet voldoende was om een idee luidruchtig om te zetten in realiteit, maar ook om de realiteit die daarom schreeuwt om te zetten in een idee." (Frans Mehring)

Ik zal hier geen poging wagen om een uiteenzetting te geven van Karl Marx' omvangrijke en rijke intellectuele productie noch van zijn diepe analyse van het kapitalisme en van de belangrijkste gebeurtenissen van zijn tijd. Ook zal ik het niet hebben over zijn voorbeeldige leven als voorvechter voor de sociale gelijkheid en als revolutionair leider. Ik weet dat jullie vertrouwd zijn met deze onderwerpen.

Voor de allereerste keer wordt de kapitalistische malaise tegelijkertijd en overal zichtbaar, in ontwikkelde en in achtergebleven landen, en ze blijft niet voorbehouden aan het proletariaat en andere uitgebuite sectoren. Dit komt niet alleen tot uitdrukking in de strijd, die we 'klassiek' kunnen noemen, tussen de klassen en landen die uitgebuit worden en de uitbuiters. Het blijkt ook uit de strijd die wordt geleverd, vaak nog krachtiger, door hen die zich inzetten voor de bescherming van het milieu, voor de rechten van de vrouw en voor bevolkingsgroepen die gediscrimineerd worden vanwege hun sekse, etniciteit of godsdienst.

Tegenover het dominante systeem groeit een diverse veelkleurige beweging, waarbinnen er geen gebrek is aan schijnbare en echte tegenstrijdigheden. Deze beweging vormt nog niet de regenboog die het einde van de storm aankondigt. Ze wordt gekarakteriseerd door spontaniteit en heeft behoefte aan duidelijkheid en onderlinge samenhang zonder meegesleept te worden door een te wild enthousiasme. De grote uitdaging van revolutionairen, van communisten, is ons aandeel daarin te bepalen, de positie vast te stellen die wij innemen in deze strijd. Hiervoor hebben wij een theorie nodig.

In dit opzicht moeten we terugkeren naar de bekende maar vaak vergeten definitie van Lenin: 'Een juiste revolutionaire theorie wordt alleen geformuleerd aan de hand van praktijkervaringen binnen een beweging die werkelijk massaal en oprecht revolutionair is.'

Een dergelijke theorie, die wereldwijd kan dienen als gids in de strijd om de huidige orde te vervangen en in de richting van het socialisme te leiden, bestaat echter niet. Deze theorie moet nog worden gevormd en de definitieve formulering ervan moet plaatsvinden in een constante wisselwerking met de praktijk tijdens een proces waarin theorie en praktijk een ondeelbaar geheel vormen. We hebben het echter niet over welke praktijk ook, maar die van een beweging die zowel 'werkelijk massaal als oprecht revolutionair is'.

Wanneer kan een beweging gekenschetst worden als een waarlijke massabeweging en wanneer verwerft ze het predikaat oprecht revolutionair? De antwoorden hierop zullen niet in een onderzoekslaboratorium worden gevonden, ook zullen ze niet voortkomen uit een academisch debat. De revolutionairen zelf zullen ze moeten verwoorden, mannen en vrouwen van vlees en bloed die handelen vanuit de massa waarbij ze hun beweging opbouwen en ernaar streven die nog revolutionairder te maken. Het hele leven van de geniale bolsjewistische leider kan binnen dit engagement bezien worden.

Een hardnekkige legende is het toeschrijven van het gezegde 'De mens denktzoals hij leeft' aan de auteur van Het Kapitaal. Meerdere activisten herhalen dit gezegde nog steeds, zonder weet van de onjuistheid of de verlammende effecten ervan. De verhouding tussen de mens en zijn omgeving is van doorslaggevend belang in de ethiek en in de politiek, voor het begrip van de Elfde Stelling over Feuerbach. De sleutel tot het hervormen van de wereld vinden we in de Derde Stelling. Laten we Marx' verklaringen in herinnering roepen:

'De materialistische leer dat de mens het product is van zijn omstandigheden en zijn opvoeding en dat een veranderde mens het product is van veranderde omstandigheden en een andere opvoeding, ziet over het hoofd dat het nu juist de mens is die de omstandigheden verandert en dat zelfs de opvoeder opgevoed moet worden.' Dit leidt dan onvermijdelijk tot de verdeling van de maatschappij in twee delen, waarbij het ene deel de bovenliggende partij is (bijvoorbeeld in Robert Owen).

'Het samenvallen van de verandering van de omstandigheden met de menselijke activiteit kan alleen in de revolutionaire praktijk tot uitdrukking komen en rationeel worden begrepen.'

In de Tweede Verklaring van Havana verkondigden de Cubanen dat het 'de taak van elke revolutionair is om revolutie te maken'. Dit 'maken' houdt in het scheppen van een nieuwe wereld, in weerwil van de hindernissen en de beperkingen die de omstandigheden opwerpen, tijdens een onophoudelijke strijd waarin de mens en de werkelijkheid elkaar voortdurend transformeren. (wordt vervolgd)

Ricardo Alercón is voorzitter van het Cubaanse parlement.

Vertaling Frans Willems.