Chávez en Venezuela verdienen steun van allen die geloven in sociale rechtvaardigheid en democratie


 

Ken Livingstone

Na de koningin is president Hugo Chávez van Venezuela de tweede die welkom geheten werd in de Londense City Hall. Als het gaat over de sociale verandering die plaatsvindt in Venezuela, dan kan het politieke etiket - vaak een noodzaak in onze onvolmaakte wereld - achterwege blijven. Het is kristalhelder aan welke kant recht en gerechtigheid staan. Al jarenlang heeft het volk geëist dat sociale vooruitgang en democratie hand in hand zouden gaan; dat is precies wat nu in Venezuela gerealiseerd wordt.

Daarom verdient het onze unanieme steun niet alleen van iedere voorstander van sociale vooruitgang, maar ook van ieder die eerlijk gelooft in wereldwijde democratie.

Venezuela is een welvarende staat vanwege de olie die tot nu toe nauwelijks werd gebruikt ten voordele van het volk. Nu is voor het eerst in dit land van 25 miljoen inwoners een doeltreffende gezondheidszorg in opbouw, 17 miljoen mensen kregen toegang tot kosteloze zorg voor de eerste keer in hun leven, analfabetisme is uitgeroeid, 15 miljoen mensen zagen levering van voedsel, medicijnen en andere noodzakelijke producten tegen betaalbare prijzen, en een kwart miljoen oogoperaties zijn gefinancierd om blindheid te voorkomen. Dat zijn buitengewoon praktische verworvenheden.

Geen wonder dat Chávez en zijn aanhangers tien verkiezingen konden winnen in acht jaar. En dit ondanks dat de commerciële media gecontroleerd worden door tegenstanders van zijn regering. Toch ontketende zijn bezoek (aan Engeland) absurde reacties van rechtse activisten, alsof hij een soort dictator is. De tegenstanders van democratie zijn juist zij die een coup tegen Chávez organiseerden, op film vastgelegd in de bijzondere documentaire 'De revolutie mag niet op televisie' (kortgeleden in Nederland uitgezonden). Bij toeval was er in het paleis van de president een filmploeg bij de militaire coup tegen Chávez op 20 april 2002. Minuut na minuut werd vastgelegd wat er gebeurde. Gewapende anti-Chávez-gangsters onder toeziend oog van de couporganisatoren openden het vuur op pro-Chávez-demonstranten.

Omdat wapens zo algemeen zijn schoten enkelen terug. Amerikaanse televisiestations manipuleerden de beelden zodat deze toonden hoe de pro-Chávez- menigte een aanval opende op de antidemonstratie. Miljoenen inwoners bezetten de straten van Caracas om Chávez' vrijlating te eisen. Het moment dat het leger zich tegen de couporganisatoren keerde en zich aansloot bij de demonstratie is op de film te zien. (...) In het geval van Chávez is de keuze niet moeilijk. Hij voert zowel een progressief programma uit als een programma dat de stem van de kiezers vertolkt.

George Bush' weigering om de keuze van het volk te respecteren maakt duidelijk dat zijn regering zich totaal niet interesseert in het bevorderen van democratie. Sinds de coup in 1973 die Pinochet aan de macht bracht heeft een volk geen duidelijker en belangrijker internationale keuze gemaakt. In Venezuela strijden miljoenen mensen om hun land aan de armoede te ontrukken. Zij doen dat met middelen die in de wereld bij uitstek democratisch zijn. Beide zijn toe te juichen. Vandaag de dag bedient de oppositie tegen Venezuela zich voornamelijk van leugens. Wij zullen er voor moeten waken dat Venezuela niets ernstigs overkomt. Het is de plicht van alle volkeren die vooruitgang, recht en democratie voorstaan om stand te houden met Venezuela.

Bron: 16-5-2006, The Guardian, vertaling Thomas Janssen