Nogmaals de geschiedenis op haar kop


Progressieve Grieken eren Griekse Democratische Leger (DSE) dat na de Tweede WO bestond vóór het Westen ingreep en Griekenland lid maakte van de NAVO.

 

Anna Ioannatou

"De tijd van de grote terreur", "38.000 Grieken in de Siberische goelags", "de progrom der Grieken". Ziedaar een greep uit de termen die de laatste tijd met een zekere regelmaat in de Griekse pers verschijnen rond het historische gebeuren, dat door reactionaire propaganda beschreven wordt als de "genocide van de Pontische Grieken onder Stalin".

Deze propaganda wordt de laatste tijd nieuw leven ingeblazen. Niet toevallig, gezien de verhevigde pogingen in Europa van de laatste jaren om de geschiedenis te herschrijven, waarbij slachtoffers als daders worden voorgesteld en omgekeerd (anticommunistisch memorandum van Raad van Europa, vervolgingen van communistische ideologie vooral in de nieuwe lidstaten van de EU). Doel is dat het verleden er voor de jongere generaties heel anders komt uit te zien dan het was, fascisme en communisme gelijkgesteld worden en uiteindelijk de Sovjet-Unie, de grootste bestrijder van het fascisme met 20 miljoen doden, als de grootste boef de geschiedenis in gaat.

De tijd van de Koude Oorlog heeft ons een enorme hoeveelheid boeken en studies enz. nagelaten, waarin wordt beweerd dat de tijd van concessies in het Sovjetbeleid van de jaren '20 ten opzichte van de etnische minderheden onmiddellijk daarna werd gevolgd door een beleid van etnische zuiveringen, etnische terreur en assimilatie (russificatie dus in dit geval). Recentere studies tonen echter het tegendeel aan, nl. een "indrukwekkend vervolg van het Sovjetbeleid ter ontwikkeling van etnische minderheden gedurende de hele Stalinperiode en daarna." (G. Surry, The revenge of the past, 1993 en Y. Slezkine, The USSR as Communal Apartment, in de Slavic Review 53, 1994). En T. Martin, The Affirmative Action Empire, p.13-18, 2001, zegt zelfs dat geen enkel land er ooit in is geslaagd zulke breed opgezette projecten toe te passen voor de ontwikkeling van etnische minderheden als de Sovjet-Unie en wel "voor het eerst in de geschiedenis."

Begin jaren '30 werd geconstateerd dat de etnische administratieve en culturele zelfbeschikking, die door de Sovjetstaat werden bevorderd, niet de belangen van de bewuste bevolkingen meer dienden, maar aan tegenstanders van de Sovjetmacht een legale voet aan de grond verschaften om reactionair actief te worden (zie T.Martin, p.202-203). En met de opkomst van het fascisme in Europa vermeerderden de contacten van een deel van de etnische diaspora met de fascistische regeringen in het buitenland.

Rol Grieken

In hoeverre hadden de Grieken van het Zwarte Zeegebied (Pontische Grieken) hier nu deel aan? Volgens een versie, die genoemd wordt in een artikel in het Griekse blad 'Tachidromos' (18/6/2005, p. 140), zou een autonomistische beweging van Grieken uit dit gebied zelfs naar een onafhankelijke staat in het zuiden van de Sovjet-Unie gestreefd hebben. Hierachter zouden Grieken staan die nauwe contacten hadden met het fascistische regime van I. Metaxas. Deze versie wordt niet alleen bevestigd in het anticommunistische boek van F. Beck en W. Godin, dat in 1951 in de VS werd gepubliceerd (Russian Purge and the Extraction of Confession, p. 140), maar ook door de officiële gegevens van de Griekse staat, te vinden in de archieven van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Uit de historische gegevens blijkt ook dat de bewuste maatregelen klassengeoriënteerd waren. Zo was slechts drie procent arbeider. De selectie vanverdachte personen werd niet door de Sovjetautoriteiten gedaan, maar door de plaatselijke etnische raden van de in de Sovjet-Unie levende Grieken zelf. De gegevens van de Griekse ambassade in Moskou tonen tevens aan, dat een groot aantal van de in de periode 1937-38 gearresteerden spoedig op vrije voeten werden gesteld.

Belangrijk is ook het recente onderzoek van Amerikaanse historici, gepubliceerd in de American Science Review, waarin de diverse theorieën omtrent 'etnische zuiveringen' stuk voor stuk worden ontmaskerd en waarin geconcludeerd wordt dat de z.g. 'tijd van terreur' (1936-40) overwegend op de elites gericht was en niet op de etnische groepen op zich.

Meestal wordt in de reactionaire verdraaiing van historische feiten ook achterwege gelaten, dat dezelfde categorie mensen in Griekenland als collaborateur van de bezetter ter plekke geëxecuteerd werd en dat de behandeling in de Sovjet-Unie binnen de omstandigheden van toen mild genoemd kan worden.

Het selectief en tendentieus oprakelen van gebeurtenissen uit het verleden hoeft niet te verwonderen in deze tijd van in reactionaire richting veranderde machtsverhoudingen, want historisch revanchisme misbruikt en vervormt nu eenmaal selectief de feiten. Anders zouden de komende generaties tot heel andere conclusies komen en de ware schuldigen aan de kaak stellen. Hetgeen, volgens de heersende klassen, koste wat kost vermeden dient te worden...