Neoliberalen vooral bang voor looneisen

Koopkracht moet weer omhoog!


 

Wil van der Klift

Balkenende en Zalm hopen dat de vakbeweging de economische groei niet zal gebruiken om te hoge looneisen te stellen. Dan volgt hun bekende mantra: "Een van de redenen dat het nu beter gaat, is de loonmatiging van de laatste jaren door de discipline van de vakbonden." Maar klopt dat verhaal? Eén enkele blik op de groeiende bedrijfswinsten maakt duidelijk dat er iets anders aan de hand is. Een gigantische overheveling van lonen naar winsten. Winsten waarmee wordt gespeculeerd en die dan weer leiden tot banenverlies.

Behalve in Duitsland was de stijging van de loonkosten in geen enkel land van de 'oude' 15 EU-landen in 2005 en 2006 zo laag als in Nederland. De loonkostenstijging was in Nederland in beide jaren 2,2 procent, aanzienlijk onder het gemiddelde (2005 2,6% en 2006 2,8%8) in het Europa van de vijftien.(1) Uit concurrentie-oogpunt is die redering dus in ieder geval flauwekul. De uitspraken van Zalm en Balkenende kunnen niet anders worden gezien als stemmingmakerij, angst inboezemen met economische gegevens uit de jaren 1996 en 1997.

Het voornemen van de vakbonden om hogere looneisen te stellen, is voor minister Aart Jan de Geus (Sociale Zaken) in ieder geval geen reden tot zorg. Volgens hem hebben de vakbonden de afgelopen jaren ook hun verantwoordelijkheid getoond in CAO-onderhandelingen. Hij verwacht niet dat dat nu verandert. Hij kent zijn pappenheimers. "Vakbonden moeten", volgens hem bovendien "wat ze eisen nog zien te krijgen in de onderhandelingen met werkgevers". Maar De Geus wees er ook terecht op dat er "de laatste jaren offers gevraagd zijn van mensen en daar mag wat tegenover staan als het weer goed gaat". De cijfers over de groeiende economie en werkgelegenheid van het Centraal Bureau voor de Statistiek en Centraal Planbureau laten volgens hem zien dat een verlaging van de WW-premie in ieder geval gelegitimeerd is.

Koopkracht huishoudens moet omhoog

Maar is lang niet genoeg. De Nederlandse huishoudens hebben hun reëel beschikbare inkomen in 2005 voor het vierde achtereenvolgende jaar zien dalen. In 2005 daalde het reëel beschikbare inkomen van de ruim 7 miljoen huishoudens met 0,7 procent ten opzichte van 2004. In de vier jaar van de kabinetten Balkenende I en II (2002-2005) is het beschikbare inkomen cumulatief met 4 procent gedaald, waarmee de inkomensstijging van 6 procent in 2001, het laatste jaar van het tweede paarse kabinet, voor tweederde is verdwenen.

De economische groei in 2005 heeft geleid tot hogere winsten voor het bedrijfsleven en terugdringing van het financieringstekort van de overheid. Voor de huishoudens was er bijna niets meer te besteden. Bij ongewijzigd beleid zal de koopkracht dit jaar een beetje toenemen, omdat meer mensen een baan hebben en de loonstijgingen iets boven de inflatie liggen. Dat is niet genoeg om de achterstanden weg te werken. De dure euro blijft op die manier een blok aan het been van de meeste huishoudens.

Vorig jaar bedroeg het bruto inkomen van álle huishoudens, dus ook de rijken, inclusief inkomen uit vermogen in totaal 319,5 miljard euro. Na aftrek van sociale premies, pensioenpremies, belastingen en bijtelling van uitkeringen bleef er 235 miljard euro over aan besteedbaar inkomen. Gecorrigeerd voor inflatie leverde dat een daling van het reële inkomen op! Vooral de financieel zwakkeren voelen dat aan den lijve.

In totaal gaven huishoudens 242 miljard euro uit, 7 miljard meer dan het totaal aan inkomen! Er is dus meer geconsumeerd dan er aan inkomen beschikbaar was. Het gevolg van het uitgeven van spaargeld, waarbij is gebruikgemaakt van de waardestijging van huizen. Huishoudens hebben voor 50 miljard euro meer hypotheken afgesloten. Een deel van dit geld is aangewend voor consumptieve uitgaven. Het bedrag van de uitstaande woninghypotheken is spectaculair gestegen. De consumptie is betaald door meer krediet op te nemen met woningen als onderpand.

Maar leningen en hypotheken moeten uiteraard ooit worden afbetaald. Daarom is een forse inhaalslag onvermijdelijk. Balkenende en Zalm moeten worden gestopt nu dat binnenkort kan. En een strijdbaarder vakbondstop zou ook mooi meegenomen zijn. Het belangrijkste is echter dat de bevolking het doemdenken van de neoliberale en neoconservatieve politici en ondernemers

naar het rijk der fabelen verwijst. Gewoon loonsverhogingen eisen, juist nu het kan.

(1) Europaischer Tarifbericht des WSI http://boeckler.de/pdf/wsimit_2006_07_schulten.pdf