Rusland, China en de nieuwe Koude Oorlog

Nieuwe sterspelers op het globale speelveld.


China, pres. Hu Jintao (links)  


Rusland, pres. Poetin (links) en India, premier Singh (rechts) bestrijden Amerikaanse hegemonie en vormen sterke onderlinge allianties.  


Gezamenlijke militaire oefening China en Rusland in 2005.  

Gerald Horne

Op 4 mei 2006 hield vice-president Dick Cheney in Litouwen een toespraak die wereldwijd verbazing wekte. Net zoals de vroegere reactionaire Britse premier Winston Churchill, die in 1946 naar Missouri ging om daar uiteen te zetten wat al duidelijk was - het beginnen van een Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie - was ook Cheneys vlammend betoog bedoeld om duidelijk te maken wat opmerkzame nieuwsvolgers al wisten: het Amerikaanse imperialisme is ronduit ontevreden over de huidige koers van Moskou en ziet liever een terugkeer naar de 'goede oude tijd', toen Boris Jeltsin zijn land in de uitverkoop deed.

Dit is een ontnuchterende ontwikkeling, zeker voor diegenen aan linkerzijde die meenden dat de 'oude' Koude Oorlog gevoerd werd vanwege Moskou's vermeende expansionisme en werkelijke en denkbeeldige mensenrechtenschendingen. Niet dus. Zoals bleek uit Cheney's provocerende woorden gaat het bij de nieuwe Koude Oorlog net zoals bij de oude om het Amerikaanse imperialistische streven de wereld te overheersen. Rusland is Europa's poort tot Azië, het land beschikt over onmetelijke natuurlijke rijkdommen, met name olie en gas, en vormt zo in de ogen van Washington de sleutel tot de wereldwijde dominantie. Zo bezien voldoet alleen een uitverkoopregime als dat van Jeltsin en niet dat van Poetin, hoe kapitaalvriendelijk dat ook is. Het was dan ook voorspelbaar dat Washington woedend reageerde toen de Russische president de ineenstorting van de Sovjet-Unie omschreef als een van de grootste politieke catastrofes van de twintigste eeuw.

De reis van de toenmalige president Richard Nixon naar China, zo'n 35 jaar geleden, was een ommekeer in de decennialange pogingen om de Sovjet-Unie omver te werpen. Nu heeft het Amerikaanse imperialisme, waarvan de honger en arrogantie nog groter zijn geworden na het uitkomen van de droom om de USSR te destabiliseren, zijn vizier gericht op ditzelfde China. Deze kruistocht kan alleen maar slecht aflopen. De enige vraag is in welke mate het wereldimperialisme door deze meest recente poging om de wereld te overheersen aangetast zal worden. Washington klopt zichzelf wel op de borst en roept hosanna, maar ondanks deze zelfverheerlijking waren het de Chinese initiatieven die beslissend waren in de destabilisatie van de Sovjet-Unie. Hoe zou het Amerikaanse imperialisme dat tot over zijn oren in de schulden zit en in militair opzicht zijn hand al overspeeld heeft tegelijkertijd China en Rusland kunnen aanpakken?

Hoe serieus het huidige streven tot deze dubbele destabilisatie genomen moet worden wordt onthuld in een recente editie van Foreign Affairs, de periodiek van de Council on Foreign Relations. Hierin wordt het krankzinnige idee uiteengezet dat Washington over genoeg nucleaire capaciteit beschikt om een aanval te lanceren die Rusland en China kan uitschakelen zonder het risico te lopen op een tegenaanval. Het doel van het Amerikaanse defensiesysteem tegen raketten is dus niet de bescherming tegen de agressie van zogenaamde schurkenstaten zoals beweerd wordt. Nee, dit systeem stelt de VS in staat het risico op een Russische en/of Chinese nucleaire tegenaanval drastisch te beperken na een Amerikaanse nucleaire aanval.

Natuurlijk bereikte deze informatie Moskou en Peking ook. Hierdoor gealarmeerd intensiveerden beide landen hun nauwe reeds bestaande samenwerking op het gebied van de raket- en kerntechnologie.

Een belangrijk kenmerk van het huidige VS-imperialisme is dat het zijneigen kracht voortdurend overschat. Dit gegeven wordt bevestigd door het fiasco van de onwettige en criminele invasie in Irak. Ondanks het uitgeven van bijna een half biljoen dollar aan het leger, hetgeen meer is dan het totaalbedrag van de belangrijkste rivalen bij elkaar, konden de VS slechts 130.000 soldaten voor de bezetting op de been brengen en zijn ze niet in staat gebleken het groeiende verzet de kop in te drukken. Tegelijkertijd wordt er in de VS opgeroepen tot het bombarderen van Iran, zogezegd vanwege de nucleaire technologische ontwikkelingen in dit land. Amerika zou kunnen proberen om twee andere permanente leden van de VN-Veiligheidsraad te verleiden tot het smeden van een alliantie tegen Teheran. In plaats daarvan bedreigt deze arrogante imperialist Peking en Moskou.

Op hun beurt hebben China en Rusland Iran verwelkomd in een organisatie die nog maar weinig bekend is in dit land maar die op den duur veel invloed zal hebben op de ontwikkelingen in de wereld: de Sjanghai Cooperation organization (SCO). De SCO werd in juni 2001 door Peking en Moskou opgericht, niet lang nadat er spanningen waren ontstaan tussen de VS en China naar aanleiding van het neerhalen van een Amerikaans spionagevliegtuig boven Chinees grondgebied, en de afkondiging van de pas geïnstalleerde regering Bush dat ze van plan was de spanningen op te voeren. Ook Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan waren betrokken bij de oprichting van de SCO. Dat wees erop dat Peking en Moskou bezorgd waren dat deze met zichzelf worstelende landen tegen China en Rusland ingezet zouden worden in een Amerikaanse omsingelingspolitiek. De NAVO, het agressieve instrument uit de Koude oorlog dat ingezet werd bij de destabilisatie van de Sovjet-Unie, had immers al duizenden soldaten ingezet in Afghanistan, niet ver van de Chinese en Russische grens.

De gezaghebbende Chinese krant People's Daily stelde somber vast dat 'de echte reden van de VS om de Iraanse kwestie op te kloppen bestaat uit het aanzetten van de VN tot het opleggen van sancties tegen Iran en de weg vrij te maken tot een machtswisseling in dat land. Het beleid ten opzichte van Iran maakt deel uit van de Amerikaanse wereldpolitiek en in het kader hiervan zal besloten worden welke middelen, ook militaire, aangewend zullen worden om een machtswisseling in Iran te bewerkstelligen.' Gennadi Jefstanfijev, een voormalige generaal van de Russische buitenlandse inlichtingendienst beaamt dit:

De bedoelingen van de VS met Iran op de lange termijn zijn overduidelijk: men wil de ondergang van het huidige regime bewerkstelligen en de controle verwerven over Iran's olie en gas. Men wil het grondgebied van Iran gebruiken omdat dit de kortste route is voor het transport van koolwaterstoffen vanuit Centraal-Azië en de regio rond de Kaspische Zee waarbij Rusland en China omzeild kunnen worden.

Vooraanstaande wetenschappers uit Moskou verwerpen het idee dat Iran's nucleaire plannen een bedreiging vormen voor de wereldvrede. Jevgeni Velikov, de directeur van het Koertsjatov Instituut, Rusland's nucleaire onderzoekscentrum, heeft over de plannen van Teheran gezegd dat 'de Iraanse experimenten aan elke willekeurige universiteit uitgevoerd kunnen worden.'

Het is niet verrassend dat het verzoek van de VS in juni 2005, de rol van waarnemer te bekleden bij de SCO, snel afgewezen werd. Dit wekte de woede van het Amerikaanse imperialisme en leidde direct tot Cheney's veelbetekenende opmerkingen in Vilnius.

De woede ten opzichte van Moskou uit zich op meerdere manieren. In maart 2006 verscheen er een verslag van de Council of Foreign Relations, opgesteld door een team dat werd voorgezeten door twee voormalige kandidaten voor het vice-presidentschap, John Edwards en Jack Kemp. Dit verslag heette 'Russia's Wrong Direction: What the United States Can and Should Do', en het vormde een vooraankondiging van Cheney's opruiende toespraak. Het document van de Council of Foreign Relations volgde vlak na een analyse van het ministerie van Buitenlandse Zaken, waarin Poetin's regime gehekeld werd vanwege de 'corruptie' en andere misdrijven. De Nationale Veiligheidsraad sprak destijds in even harde bewoordingen over Moskou, hetgeen de anders zo nuchtere politiek analist Anatol Lieven ertoe verleidde in de Los Angeles Times te schrijven over een poging tot een 'regime change' in Moskou, een nieuwe 'Koude Oorlog', over de VS die militaire bondgenootschappen tegen Rusland aan het smeden waren en over het verlenen van 'openlijke steun' aan Poetin's politieke tegenstanders.

Het Amerikaanse imperialisme ziet zich geconfronteerd met het feit dat ondanks de plundering van de oude Sovjet-Unie Rusland nog steeds beschikt over buitenlandse tegoeden van 180 miljard dollar, een immens grondgebied, enorme hoeveelheden grondstoffen, nucleaire wapens, ruimtetechnologie, een enorm wetenschappelijk potentieel en een defensie-industrie die niet te beroerd is om de regeringen in Havana, Caracas en Harare te ondersteunen.

Rusland's kracht deed zich gelden in september 2005, toen Moskou een overeenkomst sloot met Duitsland ter hoogte van 5,7 miljard dollar. Deze overeenkomst betrof de aanleg van een oliepijpleiding van 1200 kilometer lengte met een jaarlijkse capaciteit van 55 miljard kubieke meter. De Russische Zwarte Zeekust wordt er door internationale wateren heen verbonden met Greifswald aan de Duitse kust. Het betreft meer dan zomaar een pijpleiding. Duitsland, Europa's economische locomotief, wordt verbonden met Rusland op een manier die Washington's zogenaamde Noord-Atlantische alliantie voor grote problemen stelt. Het Amerikaanse imperialisme zou de voorkeur gegeven hebben aan de Jeltsin-aanpak, waarbij Rusland wat de energielevering betreft zou fungeren als Amerikaanse dependance.

Het xenofobe en rechtse regime dat het in Polen voor het zeggen heeft viel Washington in overdreven en hysterische bewoordingen bij in de kritiek op deze overeenkomst. Plannen van het VS-imperialisme om voormalige socialistische staten zoals Oekraïne, Georgië en Hongarije om te vormen tot landen die zich kanten tegen Rusland, worden echter bemoeilijkt vanwege het feit dat deze landen in hoge mate afhankelijk zijn van Moskou voor hun handel en energievoorziening. Langzaam maar zeker zullen de regeringen in Warschau en andere Oost-Europese hoofdsteden, die de communisten uit het centrum van de macht verdreven, zich gaan realiseren dat zij misschien op het verkeerde paard gewed hebben toen ze hun lot in handen legden van het Amerikaanse imperialisme. Er ontstaan nieuwe constructies in de wereld met nieuwe allianties die de Amerikaanse dominantie niet voetstoots accepteren.

De twee Texaanse oliebaronnen die de hoogste posities in de VS bekleden zien energie als de kern van hun beleid. Hun onrealistische dromen worden echter de grond ingeboord. Niet alleen ging Enron uit Houston failliet, de twee directeuren zien ook lange gevangenisstraffen tegemoet. Met Venezuela als voorbeeld hebben ook Bolivia en Ecuador de controle over hun enorme olie- en gasvoorraden in eigen hand genomen. Nu heeft ook Rusland zich voorgenomen zich te ontdoen van zijn neokoloniale status als buitenpost van het Amerikaanse imperialisme. Rusland beschikt immers over 20 procent van de wereldgasvoorraden en voorziet voor 25 procent in de behoeften van de gehele West-Europese markt. Als de Russische energiekolos Gazprom die de industrie met zijn 300 miljard dollar domineert de kraan dicht zou draaien zou de Europese Unie in het donker en de kou zitten.

Daarenboven hebben de twee nieuwe giganten van de 21e eeuw, China en India, ambitieuze plannen om belangen te nemen in de Russische olie-industrie. Tijdens het recente bezoek van de Russische premier Michail Fradkov aan New Delhi stelde India voor dat Rusland zou deelnemen aan plannen voor een Iraanse gaspijpleiding naar Pakistan en India. Dit initiatief stuit op voortdurende Amerikaanse weerstand.

De energieke diplomatie van Moskou voorziet ook in een open dialoog met de Hamasregering in Palestina, in navolging van de benadering van Iran. Ook bekleedt Rusland de status van waarnemer binnen de Organisatie van de Islamitische Conferentie. Onlangs bezocht Poetin Algerije. Hier sloot hij een deal voor wapenleveringen ter hoogte van 7,5 miljoen dollar. Deze leveringen zullen betaald worden aan de hand van een schema dat opgesteld is bij een samenwerkingsverdrag tussen beide landen op energiegebied. Volgens dit verdrag zal Moskou deelnemen aan Algerijnse projecten in de olie- en gasindustrie. Algerije is momenteel Europa's enige reële alternatief voor de gaslevering, het is wereldwijd de op drie na grootste gasleverancier. Algerije exporteert ook gas naar de Verenigde Staten en helpt daarmee de Amerikanen de strenge winters door te komen.

Dergelijke overeenkomsten zijn van enorm politiek belang. Moskou is op weg een equivalent op gasgebied te ontwikkelen van de OPEC, die in de loop der jaren vaker de woede van het Amerikaanse imperialisme over zich heeft afgeroepen. Maar hoe zouden de Verenigde Staten dictaten kunnen opleggen aan echte rivalen die alleen maar een schakelaar hoeven over te halen om het land in de vrieskou te storten? De Amerikaanse regering ziet dit onder ogen, vandaar de recente vijandigheden gericht tegen landen als Rusland, Iran, Venezuala, Bolivia en Ecuador. Van al deze landen beschikt Rusland over de meest gesofisticeerde infrastructuur, ondanks de huidige slijtage. Rusland's infrastructuur is nog ver verwijderd van die van de Sovjet-Unie in haar hoogtijdagen, maar is nog steeds een gigantische sta-in-de-weg voor de wereldwijde Amerikaanse overheersing.

Bron: Political Affairs (CPUSA), 25-7-2006, vertaling Frans Willems.