PNAC: een dodelijke bedreiging voor de wereldvrede


Rice haat onafhankelijke koers in 'Amerikaanse achtertuin'.  


Marijnissen (SP): "Nederland hoeft niet uit de NAVO"  

Redactie buitenland

De afkorting 'PNAC' is een sleutelbegrip om de oorlog in Irak en de vele oorlogen die ons nog te wachten staan, te begrijpen. In de lente van 1997 richtten de neoconservatieven, Robert Kagan en William Kristol van The Weekly Standard, het 'Project for the New American Century' (PNAC) op.

De meest bekende ondertekenaars van de mission statement zijn Dick Cheney, Donald Rumsfeld en Jeb Bush (de broer van George W. Bush), Francis Fukuyama en last but not least Paul Wolfowitz, een voormalig hoogleraar Internationale Politiek en voormalig decaan van het Departement Internationale Politiek van de John Hopkins universiteit.

Belangrijk is dat veel leden ervan nauwe banden onderhouden met het militair industrieel complex en met de olie-industrie. De PNAC omschrijft zichzelf als een 'educatieve organisatie zonder winstoogmerk die tot doel heeft het Amerikaanse leiderschap in de wereld te bevorderen'. De beginselverklaring van het project is ondubbelzinnig:

"De geschiedenis van de 20e eeuw zou ons moeten hebben geleerd dat het belangrijk is greep te hebben op de omstandigheden vóór een crisis de kop kan opsteken en bedreigingen het hoofd te bieden vóór ze een verkeerde wending nemen". (Dat is de doctrine van 'pre-emptive strike', de preventieve aanval, en van 'benevolent hegemony'- welwillende hegemonie). Om die taak te verwezenlijken stelde het PNAC een agenda met vier punten op:

In september 2000, nog vóór George W. Bush de presidentsverkiezingen had gewonnen, publiceerde de PNAC het beslissende rapport 'Rebuilding America's Defenses: Strategies, Forces and Resources for a New Century', waarin duidelijk wordt gesteld dat de aanval op Saddam Hoessein slechts een alibi is voor de Amerikaanse suprematie:

"Decennialang al willen de Verenigde Staten een duurzamere rol spelen in de veiligheid van de Golfregio. Terwijl het onopgeloste conflict met Irak de onmiddellijke rechtvaardiging biedt, gaat de behoefte aan een substantiële militaire aanwezigheid in de Golf verder dan het probleem van Saddam Hoessein's regime."(p. 14). In het rapport werd gepleit voor grootscheepse opwaardering van het leger; er werd van uitgegaan dat de begroting jaarlijks met 15 tot 20 miljoen dollar zou moeten toenemen om het leger om te vormen tot zoiets als een 'imperiale supermacht', die het voortouw zou kunnen nemen in 'de revolutie in militaire aangelegenheden'. Thomas Donnelly, een van de drijvende krachten achter het rapport, werkt tegenwoordig voor Lockheed Martin, één van de belangrijkste wapenproducenten. In het project werd er echter van uitgegaan dat dit doel niet zomaar kon worden gerealiseerd zonder een aanleiding om de publieke opinie van de noodzaak ervan te overtuigen: "Het veranderingsproces zou wel eens een proces van lange adem kunnen zijn, behalve wanneer er zich een soort rampzalige of katalyserende gebeurtenis voordoet - iets als een nieuw Pearl Harbor." (p. 21).

Toen Bush aan de macht kwam, met Dick Cheney als vice-president, Donald Rumsfeld als minister van Defensie en Paul Wolfowitz als onderminister van Defensie, werden de PNAC-theorieën een blauwdruk voor het Amerikaanse defensie- en internationaal beleid. Dit beleid werd officieel bevestigd in een document van het Witte Huis dat door president Bush persoonlijk is ondertekend: 'The National Security Strategy of the United States of America' (september 2002). De gebeurtenissen hebben intussen aangetoond dat de theorie van meedogenloze werelddominantie nu in de praktijk wordt gebracht.

Met 11 september kregen deze personen hun noodzakelijke "rampzalige en katalyserende gebeurtenis: een nieuw Pearl Harbor" én meteen ook het politieke krediet om hun programma ten uitvoer te brengen. Zij waren nu in staat één van de vier kerntaken van het hervormde Amerikaanse leger in de praktijk te brengen: "to fight and decisively win multiple, simultaneous major theatre wars" (tegelijk op verschillende plaatsen een grote oorlog uitvechten en die overtuigend winnen) (p. IV). Deze verschrikkelijke zin vereist wellicht wat uitleg. Onder 'major theatre wars' verstaan militairen grote veldslagen, maar als je van tevoren weet dat je de gevechten 'overtuigend (zult) winnen', wordt het een 'theateroorlog' in de algemene betekenis van 'theatrale oorlog'. De retoriek hiervan zou voor de hele planeet duidelijk moeten zijn. In de woorden van George W. Bush zelf: "Wie niet met ons is, is tegen ons". Vandaar dat die oorlogen "meervoudig en gelijktijdig" moeten zijn. Het 'Project for the New American Century' wil, net als het Romeinse Rijk, een wereldwijde zogenaamde 'Pax Americana' opdringen, maar het middel is 'full spectrum dominance' (dominantie over de gehele lijn). Het PNAC-rapport is een opstap naar een Nieuwe Imperiale Orde met een hightech megaleger dat via 'Shock and Awe'(1) regeert over een "steeds chaotischer wereld".

(1) Shock and Awe, letterlijk schokken en ontzag inboezemen. Militaire term uit het Bush-kamp: poging om in één vernietigende klap de vijand op de knieën te dwingen. De term werd gebruikt aan het begin van de oorlog tegen Irak. Zoals veel bij deze regering Bush heeft de term ook een religieuze basis. Volgens Bush is zijn handelen in overeenstemming met god's wil.

Voor verdere informatie over het PNAC, zie www.newamericancentury.org. Een uitstekend bestand over PNAC is samengesteld door www.moveon.org (wordt op aanvraag toegestuurd); zie ook volgende websites: www.pnacrevealed.org of www.pnac.info