Afscheid Jan Moelee


Jan Moelee spreekt zaal toe (Foto Manifest)  


Jan en Marie Moelee  

Op vrijdag 15 september jl. nam Jan Moelee in De Rode Hoed officieel afscheid van de ABVAKABO FNV. Met zijn 84 jaar vond hij het nu wel welletjes. De nieuwe voorzitter van de Amsterdamse afdeling, Guus Duppen, ging uitvoerig in op de persoon van Jan Moelee en zijn verdiensten. Jan Moelee ging voor niemand uit de weg, maar problemen loste hij op door rustig praten. Kwaad worden of agressief worden was er niet bij. Zo maakte hij veel mensen lid. Hieronder de afscheidsspeech van Jan Moelee, een communistische vakbondsman. We komen in een volgende Manifest nog terug op enkele van zijn talloze ervaringen.

"Het is zover, ik ga nu afscheid nemen van jullie, de lichamelijke conditie speelt daarbij een rol, daarnaast wordt het bij het ouder worden steeds ingewikkelder om de moderne tijd bij te houden. Computers, internet, faxen en ga zo maar door worden nu omarmd en de opmars er van is niet tegen te houden. En dat moeten we ook niet doen, of het allemaal goed is, daarbij zet ik een vraagteken, maar dat zal de toekomst uitmaken.

Toekomst, daar spraken mijn ouders ook over toen ik nog een kind was, een kind dat opgroeide in bittere armoede. Armoede zoals voor velen uitzichtloos zonder enig perspectief, gebrek aan geld voor noodzakelijke dagelijkse zorg, er was niet altijd eten. Soms denk ik nog wel eens aan die tijd en de momenten dat ik met honger naar bed ging met alleen een droge korst brood waar ik op kauwde om het hongergevoel kwijt te raken. Hoe we op school allemaal met dezelfde boezeroentjes waren gekleed, dezelfde broeken met pijpen over de knieën. Kleding die kregen we van de steun. En dan maar praten over die goede ouwe tijd.

Om afscheid te nemen van jullie valt me bijzonder zwaar. We hebben immers met elkaar binnen de vakbeweging geschiedenis geschreven en daarin heb ik een rol gehad als actievoerder. Dat is me niet overal in dank afgenomen, ook niet bij de FNV. Jarenlang ben ik geweerd om mijn communistische sympathieën. Ik werd een antidemocraat genoemd, een cellenbouwer, een ketter, oproerkraaier en ga zo maar door. Dat ik uiteindelijk toch lid werd is een lange geschiedenis, maar die wil ik u besparen. Toch wil ik u er nog iets over zeggen, omdat het een belangrijke rol heeft gespeeld in mijn leven. Na de oorlog werd de dienst Publieke Werken mijn nieuwe werkgever.

Bij de bestrating werd ik ingedeeld en daar leerde ik de collega's kennen die zich in de oorlog hadden onderscheiden in het verzet tegen de nazibeulen. Mannen als Evert Tweehuizen, Dirk van Nimwegen en nog veel anderen. Zij waren daar mijn leermeesters en werden mijn kameraden. Zo leerde ik via hen de Eenheidsvakcentrale (EVC) kennen en werd ik lid van de CPN. Dat was in de tijd die bekendstaat als de Koude Oorlog. Er bestond toen een soort blokdenken: of je was voor de NAVO (Amerika) of je was voor het Warschaupact (Sovjet-Unie). Zo was het ongeveer. Er bestond een gigantische hetze tegen de communisten en daar heb ik dan ook de gevolgen van ondervonden. Op 1 april 1955 vond er in Amsterdam een grote staking plaats onder het overheidspersoneel, uitgeroepen door de EVC. Deze staking heeft ernstige gevolgen, B en W ontslaat 63 man wegens wat genoemd werd "Misdragingen"; 38 man kregen een schorsing voor onbepaalde tijd met inhouding van het salaris. Dit was dan het gevolg, volgens de wethouder personeelszaken, van communistische opruierij. Ik behoorde dus tot die geschorsten.

Gedurende die tijd werd elke vrijdagavond mijn weeksalaris gebracht, opgehaald via steunlijsten. De onderlinge solidariteit stond hoog in het vaandel. Later, veel later, vond er een eerherstel plaats en sprak men bij deFNV over een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de vakbeweging. Ik ben nog één van de weinigen die weten wat hen, de stakers, is aangedaan aan leed en onrecht. En dit zal ik degenen die daar voor verantwoordelijk waren nimmer vergeven en ik zal het ook nooit vergeten. Laat ik het hierbij laten anders wordt het mij te machtig. Ik bedank jullie voor het vertrouwen dat jullie in mij stelden. Ik dank jullie voor al die kameraadschap die jullie mij gaven. Ik zal dat nooit en nimmer vergeten. Bedankt!"