No pasaran!


6 oktober 2006: onderwijzers van basisscholen zetten hun staking voor de vierde week voort. (Foto: KKE)  


 


 

Anna Ioannatou

Nog een voorbeeld van geschiedvervalsing en/of verzwijging betreft de deelname van antifascistische Griekse vrijwilligers aan de Spaanse Burgeroorlog van 1936-39. Deze krachtmeting tussen het Spaanse volk en de fascistische colonnes van Franco begon dus 70 jaar geleden. Ook in dit geval werd de antifascistische strijd verbonden met de inzet voor sociale omwenteling en ook in dit geval proberen huidige interpretaties deze klassengerichte inhoud te verdoezelen.

Of het zou een botsing zijn geweest tussen twee 'totalitarismen' (het bekende deuntje): communisme en fascisme, ofwel zouden anarchistische en kleinburgerlijke groeperingen het verzet ontketend hebben, maar helaas kwam de Derde Internationale 'van Stalin' de boel in het honderd gooien. Op deze manier wordt de rol van communisten voor het nageslacht aan het oog onttrokken.

Zo ook de burgerlijke pers in Griekenland, in het bijzonder waar het het aandeel van Griekse vrijwilligers en de centrale rol van de KKE (Communistische Partij Griekenland) in het op touw zetten van de solidariteitsbeweging met Spanje's democratische regering betreft. Onder de 40.000 Internationale Brigadisten uit 53 landen waren zo'n 500 Grieken. De grote meerderheid van de Griekse vrijwilligers (hetzelfde gold voor Duitsers en Italianen) kwamen uit de Griekse gemeenschappen verspreid in het buitenland. Vanwege het dictatoriale bewind Metaxas in Griekenland zelf was het uiterst moeilijk op Griekse bodem te rekruteren voor een antifascistische zaak. Ondanks dat tonen de historische gegevens dat de, onder uiterst illegale omstandigheden werkende, KKE een belangrijke rol speelde. Zo vond de Griekse regering het nodig begin 1937 een wet aan te nemen getiteld 'verbod op rekrutering en vertrek van vrijwilligers naar Spanje'.

Grieks internationalisme

De grootste groep Griekse vrijwilligers was afkomstig uit de VS, alwaar in de jaren tussen beide wereldoorlogen zich een dynamische Grieks-Amerikaanse communistische beweging had ontwikkeld, maar ook Engeland mocht er wezen met een flinke groep vrijwilligers van Grieks-Cypriotische herkomst. Deze geografisch zeer verspreide achtergrond van de Griekse vrijwilligers was er de oorzaak van dat ze zich pas in juli 1937 in een nationale compagnie konden organiseren, en zo waren Grieken eerst te vinden in de afdelingen van de landen waar ze vandaan kwamen.

Het organiseren van duizenden mensen met verschillende nationale achtergronden in een parate internationale brigade kan onmogelijk het resultaat zijn geweest van spontaan toestromende vrijwilligers uit de hele wereld, die maar zo naar de wapens grepen. Zoiets kan alleen maar gerealiseerd worden door een degelijk opgezet orgaan met een internationaal netwerk en dat was tussen beide wereldoorlogen de Communistische Internationale.

In Parijs was er destijds een Grieks partijcentrum onder leiding van de Derde Internationale. Na aankondiging van de dictatuur van Metaxas in Griekenland op 4 augustus 1936 speelde de Griekse communistische beweging in Frankrijk, vooral Parijs, een rol van groot belang. Dit mag o.a. blijken uit de informatie die de Griekse ambassade in Parijs aan Griekenland doorspeelde, waarin gesproken wordt over rekrutering van vrijwilligers en het verlenen van asiel aan Griekse antifascisten. Parijs functioneerde als centrum voor de politiek-organisatorische coördinatie van een Griekse communistische beweging, die buiten Griekenland actief was tegen de dictatuur in eigen land. Via dit apparaat werden, in samenwerking met de nationale partijen en de internationale, Griekse vrijwilligers gerekruteerd uit diverse gemeenschappen in andere landen. Een en ander wordt ook bevestigd in een brief van 4 juni 1937, gepubliceerd in de Grieks-Amerikaanse krant 'Voorwaarts', orgaan van het Griekse Bureau van het Centraal Comité van de CP van de VS.

Duidelijk wordt ook uit andere documenten dat de vrijwillige rekrutering het resultaat was van activiteiten binnen de arbeiders- en communistische wereldbeweging. Ook dit mogen de komende generaties niet weten. Dit past niet in het beleid van 'geschiedherschrijving' dat de afgelopen 15 jaar zo in opgang is na de voor de progressieven zo ongunstige reactionaire omwenteling in de machtsverhoudingen van rond 1990.

Bron: Kostis Karpozilos, Faculteit voor Geschiedenis en Archeologie van de Universiteit van Kreta. In: Rizospastis, 30 juli 2006.