Openbaar vervoer gaat landelijk actievoeren tegen marktwerking

Wil van der Klift

Chauffeurs in het streek- en stadsvervoer houden op 15 november, precies een week voor de kamerverkiezingen, vrijwel zeker in Utrecht, een landelijke actiedag tegen de marktwerking in het openbaar vervoer. Vertegenwoordigers van alle stadsvervoersbedrijven en de meeste streekvervoerders hebben dat op woensdag 25 oktober jl. in Utrecht besloten. De bonden proberen die dag te laten verlopen zonder al teveel hinder voor de reizigers. "Maar ze zullen er zeker last van hebben", zei bestuurder Andries van den Berg van FNV Bondgenoten. Doel van de actie is om de aandacht te vragen van de landelijke politiek.

Inzet van de actie is het voorkomen dat het huidige kabinet nog besluiten neemt over de toekomst van het openbaar vervoer en op langere termijn de volledige afschaffing van de marktwerking in het openbaar vervoer. "We weten dat het niet werkt, dus moet het van tafel". "Iedereen is doodziek van de marktwerking. We willen dat de politiek stevig onder de neus wrijven. We zitten in verkiezingstijd en dan zien we wel of ze meegaan met ons of tegen ons zijn", concludeerde Van den Berg.

De demonstratieve bijeenkomst, vrijwel zeker in Utrecht, volgt op maanden van stakingen en werkonderbrekingen in het openbaar vervoer. In Brabant (zie elders in Manifest) protesteerden chauffeurs tegen de onduidelijkheid over hun toekomst door een haperende aanbesteding, en in Den Haag (zie elders in Manifest) omdat ze willen dat de HTM langere tijd exclusiviteit krijgt. Ook de Groningse buschauffeurs van Arriva doen mee aan de landelijke manifestatie op 15 november. Het streek- en stadsvervoer in het Noorden ligt daardoor de hele dag plat.

De CNV Bedrijvenbond twijfelt - zoals gebruikelijk - nog over deelname aan de actie. CNV-bestuurder Wyb Kuster: "Een groot deel van onze achterban is ook niet blij met marktwerking, maar dat je er helemaal tegen bent is iets anders. Het komt deels uit Europese regels voort. De vraag is hoe je het in Nederland naar ieders tevredenheid kan invoeren". Een mooie illustratie van het feit dat de Europese Lissabon-agenda een duidelijk dictaat oplegt en de vakbewegingstop zich daaraan allang heeft verkocht. Het CNV wordt in deze opvatting gesteund door het CDA. CDA-woordvoerder Jan Mastwijk is ervan overtuigd dat aanbesteding op de lange termijn een goede keuze is.

Maar ook de sociaaldemocratische vervoersspecialist in de Tweede Kamer, Sharon Dijksma (PvdA), vindt het te ver gaan om alle marktwerking af te schaffen; het is lastig om de invoering van de marktwerking in het openbaar vervoer radicaal terug te draaien. "We hebben voor een groot deel van Nederland die wetgeving al jaren". Mede dankzij de PvdA, verzuimt ze erbij te vertellen. "Veel overheden willen dat niet meer terugdraaien." Zij zoekt naar mogelijkheden om uitzonderingen op de regel mogelijk te maken en toont daarbij dus maar weer eens wat de rol van de PvdA is: proberen de geit en de kool te sparen, als de arbeidersbeweging de politiek onder druk zet.

De PvdA wil zich wel inzetten voor baangaranties van het vervoerderspersoneel.

GroenLinks wil terecht een stokje steken voor de verplichte aanbesteding van het openbaar vervoer.

De rechtse OV-reizigersclub Rover, zoals gebruikelijk gesteund door de Telegraaf, vindt de strijd van de bonden tegen aanbesteding onzin. "Hetgaat niet om de salarissen van het personeel, maar dat ze een beetje doorwerken", vindt voorzitter Rikus Spithorst. Rover is opgericht als stakingsbreker en vertegenwoordigt op geen enkele wijze het publiek. Het belang van de reiziger wordt niet gediend door dit soort gebral. Reizigers zijn niet gebaat door privatiseringen en marktwerking. Dat is al in de praktijk bewezen. Een marktconform openbaar vervoer moet winst oplveren voor de aandeelhouders. Niet rendabele lijnen worden geschrapt en het personeel wordt uitgebuit.

Eerst de mensen, niet de winst!