Bush: "Irak staat er beroerd voor"


De opvolger van Rumsfeld, Robert Gates, van hetzelfde laken een pak.  


'Bush' schoothondje' Blair: gaat hij Britse troepen uit Irak terugfluiten?  

Deb Riechmann

President Bush geeft toe dat de situatie in Irak "beroerd" is. Donderdag gaf hij toe dat de Verenigde Staten een nieuwe aanpak nodig hebben van deze impopulaire oorlog. Hij beloofde in een volgende toespraak snel details hierover te onthullen.

Bush verklaarde dat hij teleurgesteld was over de geboekte vooruitgang in Irak, maar blijft gekant tegen directe Amerikaanse besprekingen met Iran of Syrië. Ook blijft hij bij zijn voornemen de democratie te verspreiden over het Midden-Oosten.

"Ik weet dat we niet zo snel succesvol zijn als we hadden gehoopt", zei hij aan de zijde van de Britse premier Tony Blair, zijn belangrijkste bondgenoot in de oorlog. "Ik heb begrepen dat het proces niet zo voorspoedig verloopt als we gedacht hadden."

Bush' ontmoeting met Blair vond plaats een dag nadat de Irak Studiegroep onder leiding van de vroegere minister van Buitenlandse Zaken Baker, en Lee Hamilton, een voormalig Democratisch lid van het Huis van Afgevaardigden, een bijtend rapport uitbrachten waarin stond dat Bush' beleid in Irak gefaald heeft en dat er een belangrijke koerswijziging is vereist, waarbij ook een begin moet worden gemaakt met de terugtrekking van de gevechtstroepen.

Bush liet weten dat het rapport van de Studiegroep een belangrijk deel zou uitmaken van zijn overwegingen. Hij wacht nog op een interne evaluatie ervan binnen het Pentagon, het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Witte Huis. Ergens in de komende weken, als hij een beslissing heeft genomen over een nieuwe koers, zal hij de natie toespreken.

De Studiegroep concludeerde dat een stabiel en democratisch Irak nog steeds mogelijk is, hoewel Baker zei: "We weten niet of er nog een ommekeer in de situatie kan komen." Bush uitte zich optimistischer maar liet niet doorschemeren of hij een radicale breuk met het tot dusver gevoerde beleid overwoog. Ook zei hij niet te veronderstellen dat Baker en Hamilton "verwachten dat al hun aanbevelingen worden overgenomen."

"Het is zeker zinvol om de situatie te analyseren en een aantal tactieken en strategieën uiteen te zetten om te bereiken wat ik ten doel heb gesteld", aldus Bush. "Indien de huidige situatie moet worden aangepast, volgt daaruit dat we dat zullen doen als we willen slagen."

Het rapport dat aangeeft dat de situatie in Irak "ernstig en aan het verslechteren" is, bevat 79 aparte aanbevelingen. Er wordt opgeroepen tot een geleidelijke terugtrekking van de Amerikaanse gevechtstroepen in de komende jaren en een versnelde training van de Iraakse veiligheidsdiensten. Op dit moment dienen er ongeveer 135.000 Amerikaanse en 7100 Britse soldaten in Irak.

Zowel Bush als Blair zeiden dat het ondersteunen van de Iraakse premier Nouri al-Maliki centraal staat in Irak's streven zichzelf te verdedigen, te regeren en te onderhouden. Beiden riepen al-Maliki op meer te doen om de situatie meester te worden en het geweld te onderdrukken.

Bush werd gevraagd of hij van mening was dat de Studiegroep suggereerde dathij de omvang van het geweld in Irak niet onderkende. "Irak staat er beroerd voor. Zo goed?", antwoordde Bush vinnig.

"Met alle respect, ik heb het herhaaldelijk gezegd", vervolgde hij. "Ik begrijp hoe moeilijk het is, en ik heb tegen de Amerikaanse bevolking gezegd hoe moeilijk het is. Ook de Amerikaanse bevolking begrijpt hoe moeilijk het is."

Een andere aanbeveling van de Studiegroep roept op tot het inroepen van diplomatieke hulp van Irak's buurlanden, inclusief Iran en Syrië. Niet alleen om de problemen in Irak op te lossen maar ook om een eind te kunnen maken aan het lang slepende conflict tussen Israël en de Palestijnen. Eén van de centrale aanbevelingen aan het adres van de regering was om een handreiking te doen naar Syrië en Iran om Irak te helpen stabiliseren. Dit heeft de regering Bush altijd geweigerd en ook nu werd dit idee met scepsis ontvangen.

"Landen die deelnemen aan onderhandelingen mogen het terrorisme niet financieren. Ze moeten de democratie helpen overleven en de economie van dat land helpen opbouwen", zei Bush. "Als Syrië en Iran niet hetzelfde idee toegedaan zijn kunnen ze zich de moeite besparen om te komen opdraven."

Blair op zijn beurt merkte op dat Iran's steun aan de sji'itische milities in het zuiden van Irak een probleem vormt. "Feitelijk bewapent, steunt en financiert Iran het terrorisme", zei de Britse premier tijdens zijn bezoek. Ook zei Blair dat hij het rapport van Baker en Hamilton verwelkomde, ondanks de voorstelling die daarin werd gegeven van het beleid dat hij en Bush tot dusver omarmden. "Het rapport geeft aan hoe we krachtig verder kunnen gaan. Ik ben van mening dat het van belang is dat we ons concentreren op die elementen die nodig zijn voor de verzekering van ons succes. Als we falen zijn de gevolgen immers zeer ernstig", aldus Blair.

Bush leek de conclusie van de Studiegroep, dat elke oplossing van het conflict in Irak verbonden is met de vermindering van de spanning tussen Israël en de Palestijnen en in het hele Midden-Oosten, te delen, een standpunt dat Blair al langer huldigt.

"Het zijn lastige tijden. Het is een moeilijk moment voor Amerika en GrootBrittannië en de taak die voor ons ligt is loodzwaar", zei Bush tijdens de presentatie van het rapport op Capitol Hill.

Volgens Blair maakt de terroristische dreiging in Irak deel uit van een patroon dat kenmerkend is voor de hele regio. "Terrorisme is voornamelijk afkomstig uit het Midden-Oosten, en het moet worden beantwoord op een manier die ook een oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict met zich meebrengt," verklaarde hij.

Bron: AP, 7-12-2006, vertaling Frans Willems.