De wederkomst van Bolivar?

De controversiële revolutie van Venezuela van binnenuit


De Bolivariaanse Revolutie wordt door de meerderheid van de Venezolaanse bevolking van harte gesteund.  


De Bolivariaanse Revolutie wordt door de meerderheid van de Venezolaanse bevolking van harte gesteund.  


De Bolivariaanse Revolutie wordt door de meerderheid van de Venezolaanse bevolking van harte gesteund.  


De Bolivariaanse Revolutie wordt door de meerderheid van de Venezolaanse bevolking van harte gesteund.  

Brian Fitzpatrick, M.S. (*)

Maria heeft een gangster grootgebracht. Dat was niet haar bedoeling, maar de sloppenwijken lokten haar zoon Mauricio in de val met de drugs die hij nodig had om zijn woede te temperen. Op 14-jarige leeftijd leidde hij een leven van diefstal en geweld, terwijl hij probeerde zich los te rukken uit de misère en uitzichtloosheid waarin hij gevangenzat. (deel 2)

In de loopgraven

Na afloop van het World Social Forum in Caracas (2006) reisde ik met Mauricio mee op een bus vol met MVR-aanhangers (Beweging voor de Vijfde Republiek), op weg naar Guacara, de woonplaats van Mauricio. Helaas had Mauricio dit niet besproken met de leiders. In de buitenwijken van Caracas, toen de bus stopte, zodat iedereen kon douchen en eten, wezen de partijleiders naar mij, een zestigjarige gringo, en vroegen: "Wie is hij?"

Mauricio bleek groter van vertrouwen te zijn dan de hogergeplaatste partijvertegenwoordigers. Zij bekeken me van top tot teen en begonnen te fluisteren. Waarom zou een Amerikaan het smoezelige Guacara willen bezoeken? Is hij een spion? Terwijl zij met elkaar discussieerden nestelde ik me op een bank met een boek en viel in een siësta-slaap. Ik werd wakker van een duw, terwijl Mauricio riep: "Laten we gaan! Naar Guacara." Ik was er niet zeker van of ik droomde of dat het werkelijk gebeurde, maar Mauricio en ik baanden ons een weg naar een vervallen openbare bus, temidden van bepakte en bezakte oma's, huilende baby's en kakelende kippen, en gingen ronkend op weg naar het westen, naar Guacara.

Kort nadat we in Guacara waren aangekomen zaten Mauricio en ik in zijn moeder's keuken, terwijl zij herinneringen ophaalde, o.a.: de dag dat een vrouw in een rood shirt op haar deur had geklopt. De vrouw had zich voorgesteld als Rosa en vertelde dat zij een opbouwwerker was. Zij vroeg of Maria en haar zoon terug naar school wilden. Maria had de vrouw aangestaard alsof ze met een krankzinnige te doen had. Maria vertelde aan Rosa dat zij in de derde klas was gestopt met school om te gaan werken en dat zij nog steeds geen geld had en daarom niet kon teruggaan naar school. Rosa beloofde haar dat zij alles zou regelen en Maria stemde in. Rosa vulde alle formulieren in en meldde Maria en Mauricio aan voor een avondschool.

Rosa bracht Maria en Mauricio op de eerste lesavond naar school. Maria zei dat ze zich voelde als Assepoester. Schoolboeken werden gratis uitgedeeld: over geschiedenis, wiskunde, kunst, Engels en andere talen. Maria vertelde me dat ze aan de bladzijden voelde alsof ze van goud waren. Eindelijk, na 40 jaar, kreeg zij waar ze het meest naar had verlangd: een opleiding. Maria en Rosa zijn goede vriendinnen geworden en Rosa begeleidt haar door alle sociale programma's van de staat, die zijn ingesteld onder de regering van Chávez.

Mauricio gaf schaapachtig toe dat hij in het begin was gezakt voor het onderdeel opbouwwerk. Het laatste examen bestond uit een rollenspel over de rehabilitatie van 'maras' (bendeleden). Mauricio zakte voor het examen omdat hij bleef volhouden dat alle 'maras' eerst moesten worden doodgeschoten en dat pas daarna de gemeenschap weer kon worden opgebouwd. Aghast, zijn leraar, raadde hem aan zijn sociale strategieën te veranderen. Mauricio volgde zijn advies op en werkt nu als opbouwwerker. Zijn ervaring als drugsdealer maakt het hem mogelijk zich te verplaatsen in en hulp te biedenaan jongeren die zich in de doodlopende straat van het bendeleven bevinden.

Een goed geoliede revolutie

In de twee daaropvolgende weken namen Mauricio en Maria me mee naar opleidingen voor volwassenen, computercentra, gezondheidsklinieken, centra voor ouderen, kinderopvangvoorzieningen, lagere scholen, voedseldistributiecentra en door de overheid gesubsidieerde markten in Guacara. Deze voorheen vervallen industriestad leeft helemaal op dankzij diverse programma's voor de gemeenschap.

Ik bezocht ook verschillende buurtkeukens: vrouwen stellen hun huis dagelijks open om warme lunches te serveren aan soms wel 150 van hun buurtgenoten. Toen ik bij een van de keukens aankwam stormde Gloria, de buurtoma, op mij af en greep mijn hand. Ze begroette me alsof ik de koning van Engeland was en troonde mij mee langs een groep ouderen die genoten van een heerlijke varkensstoofpot. In de keuken ontmoette ik vier andere vrouwen die roerden in een pruttelende pan en glimlachten boven hun kookgerij. Vijf dagen per week opent Gloria, een eenzame weduwe, haar huis voor de gemeenschap en serveert heerlijke warme lunches, geholpen door een aantal vrienden. Gloria heeft geen last meer van eenzaamheid, verre van dat. Zij heeft het veel te druk met de bereiding van door de regering beschikbaar gestelde voedingsmiddelen en praten met de hongerige buurtgenoten. Mauricio knipoogt naar me en fluistert: "Voeding komt in vele vormen."

Overal in Venezuela geven honderden keukens zoals die van Gloria betekenis aan het leven, geven voeding aan vrienden en brengen voorheen uitzichtloze buurten tot leven. Ik ben meer dan 30 jaar leraar geweest, en ik kan de lagere school die ik bezocht in Guacara niet vergeten. Boven de ingang waren de woorden van José Marti te lezen: "Alleen de geschoolden zijn vrij". In de school voelde ik een gemeenschappelijkheid, een grote verbondenheid tussen de leerkrachten, de bestuurders, de leerlingen, de concierges, de ouders en de vrijwilligers. De directeur straalde toen zij sprak over de onbaatzuchtigheid van haar staf. Ik luisterde mee in een aantal klassen en was onder de indruk van de kwaliteit van de lessen en de aandachtigheid van de leerlingen.

De overdekte cafetaria van de school vormde de personificatie van die aanstekelijke positieve instelling, de koks straalden van plezier toen de leerlingen wegliepen met plateaus vol met kip, rijst, bonen, meloen, aardbeien en vruchtensap. Studenten zitten niet langer duizelig en slap van de honger, verlangend naar eten in hun klaslokaal. Met gevulde buiken en open harten nemen zij de lessen in zich op die hun ouders hebben moeten ontberen. De regering beschouwt onderwijs als een nationale prioriteit en besteedt daar dan ook geld aan. Ik kon het niet nalaten een vergelijking te maken met de impasse in het onderwijssysteem van de VS, waar openbare scholen moeten bedelen om voldoende geld bij elkaar te krijgen en zich moeten verweren tegen een privatiseringslobby.

Op de avondschool zag ik volwassenen die hun lagere school niet hadden afgemaakt genieten van de zoete smaak van kennis die hen eerder was onthouden. De leerlingen waren aandachtig en toegewijd, als droge sponsen absorbeerden zij alles wat de leraar vertelde. Er is niemand die beter weet dan een ongeschoolde volwassene wat hij mist als hij door de omstandigheden niet de mogelijkheid heeft gekregen om een opleiding te volgen. Een man vertelde mij, bijna in tranen, dat het niet hebben van een opleiding ongeveer voelt alsof een arm is afgehakt, hij voelde voortdurend een groot gemis. Maar nu kon hij lachen, vanuit een gevoel van betrokkenheid, doelgerichtheid en waardigheid.

Gratis computercentra nodigen jong en oud, arm en rijk, uit om binnen te komen, de wonderen van het internet te ontdekken en iets te leren over computertechnologie. In deze centra zag ik hoe technologie alfabetisering bevordert en vice versa. De bedwelmende aantrekkingskracht had voorheen volwassenen naar computers toegetrokken die zij zich nooit zouden kunnen veroorloven.

Op één van de dagen dat ik met Maria in haar keuken zat ontmoette ik de verpleegkundige die haar artritis kwam controleren. Vóór 1999, voordat Chávez president werd, was gezondheidszorg in Venezuela een luxe waar alleen de rijken van konden gebruikmaken. Nu is er gratis gezondheidszorg voor de hele bevolking. Overal ontstaan klinieken in opgeknapte gebouwen en vormen natuurlijke centra voor gemeenschapsactiviteiten. Buurten ondergaan een drastische verandering en worden georganiseerd rond medische centra. Artsen en verpleegkundigen zijn 24 uur per dag beschikbaar voor huisbezoeken en kennen hun patiënten persoonlijk, zij komen elkaar regelmatig op straat tegen in hun buurt. Mensen, en niet de winsten, staan centraal.

Het revalidatiecentrum dat ik heb bezocht maakte gebruik van een breed scala aan therapieën, een gedreven en leergierige arts toonde mij met trots de echoapparatuur en de elektromagnetische en elektrische spierstimulatiemachines. De kleine maar drukke kliniek gonsde van de apparaten waarop patiënten oefeningen deden. Daarna leidde de arts mij rond door kamers waar alternatieve therapieën werden gegeven, zoals acupunctuur en therapie met behulp van de rook van de artemissiaplant.

Buurtcentra voor bejaarden richten zich op de gezondheid door middel van activiteiten die ouderen samenbrengen en verbinden. In het ouderencentrum dat ik bezocht speelden oude mannen domino met elkaar en honkbal, met het traditionele Caribische flair. Overal waar ik kwam speelde de gemeenschapszin een belangrijke rol in de gezondheidszorg.

Mauricio legde mij uit dat de MVR-partij van Chávez is georganiseerd rond kleine buurtgroepen, de UBE's ('Verkiezings Strijd Eenheden'). De UBE's vormen het fundament van de Venezolaanse participatieve democratie. Ik heb een aantal UBE-bijeenkomsten bijgewoond en was verbaasd over de grote betrokkenheid van de gemeenschap. Steeds meer voorheen buitengesloten, apathische en boze mensen sluiten zich aan bij de 'progressieve parade'. De bendes, de meest gevaarlijke uitingsvorm van vervreemding, verliezen hun glans en aantrekkingskracht, omdat de UBE's andere mogelijkheden bieden voor gezamenlijke activiteiten. Veel jongeren voelen zich nu meer verbonden en krachtiger en zijn minder te intimideren door bendegeweld.

Ik was met stomheid geslagen toen Mauricio me vertelde dat huisvrouwen maandelijks een salaris ontvangen van 80 procent van het minimumloon, voor hun diensten aan hun gezinnen en daarmee uiteindelijk ook aan de samenleving. Tijdens mijn verblijf in Guacara werden de pensioenen verhoogd en werden plannen besproken voor een aanzienlijke stijging van het minimumloon. "Amigo", zei Mauricio tegen mij toen hij me uitlegde hoe de dingen werken in Venezuela onder leiding van de regering Chávez, "neem kennis van deze woorden: socialisme hecht waarde aan de samenleving: mensen, kapitalisme hecht waarde aan geld: een ding. Begrijp je het dan niet? Jullie gringo's worden bestolen door het bedrijfsleven." Ik keek diep in zijn ogen en was verbaasd over Mauricio's persoonlijke ontwikkeling, van bendelid tot gepassioneerd opbouwwerker.

Een nieuwe dag in Latijns-Amerika?

Als de Venezolanen hun hervormingsbeweging tot een succes willen maken moeten ze onnoemelijk veel obstakels overwinnen. Traagheid in het systeem, apathie onder de bevolking, binnenlandse corruptie, een door consumptiegoederen verblinde massa, een rijke oppositie, straatsgrepen, moordaanslagen en zelfs een invasie vormen een potentiële bedreiging voor de voortgang van de veranderingen die in een sneltreinvaart door het hele land plaatsvinden.

Deze beangstigende obstakels dagen de beweging uit om de bereidheid tot verandering steeds opnieuw te bevestigen. Kan Chávez of eventueel iemand anders tussen de mazen van de obstakels door laveren? Venezuela heeft strijdlustig de leidersrol op zich genomen bij het bewerkstelligen van veranderingen in het systeem in Latijns-Amerika, dat zich naar links ontwikkelt. Brazilië, Bolivia, Chili, Argentinië en Uruguay hebben een linkse president. De heroplevende links georiënteerde volksbewegingen in Mexico, Ecuador en Nicaragua lijken op het punt te staan aan de macht te komen [in de laatste twee landen leidden die ook al tot linkse presidenten, nvdr]. Venezuela is geen 'uizondering' en bevindt zich niet alleen op de linkse weg.

Voorstellen voor transnationale oliepijplijnen, tv-zenders, banksystemen, een gezamenlijke munteenheid en andere op eenheid gerichte plannen zouden Simon Bolivar laten dansen in zijn graf. Bolivar zag in dat Latijns-Amerika wordt verenigd door een gemeenschappelijke taal en religie; Chávez heeft ingezien dat als het ongelooflijk verdeelde Europa een unie kan vormen, Latijns-Amerika dat ook kan. De bevolking weet dat haar land rijk is en dat het meer dan genoeg bronnen heeft om voorspoed voor alle klassen van de samenleving te financieren. In Latijns-Amerika is daadwerkelijk de hoop gerezen dat het continent op korte termijn grote stappen vooruit zal zetten in zijn economische, politieke en sociale ontwikkeling.

De 'Bolivariaanse Revolutie' van Chávez gaat voort. De verwachtingen en de waardigheid van de bevolking zijn gegroeid, maar het schrikbeeld van een buitenlandse interventie werpt een grote schaduw over de toekomst. De Venezolanen verwachten dat de media in de VS een campagne zullen starten om president Chávez te demoniseren. En in feite is die campagne al begonnen. Vorig jaar verkondigde Pat Robertson dat de VS Chávez zouden moeten vermoorden, en Donald Rumsfeld heeft Chávez vergeleken met Hitler. De spanningen lopen elke dag op.

Zowel binnen als buiten Venezuela proberen oppositiekrachten Chávez te demoniseren en veroordelen daarmee de gehele nationale beweging en het belangrijke werk dat door miljoenen Venezolanen wordt gedaan. Apathie, de pest voor alle democratieën, heeft plaatsgemaakt voor hoop, toewijding en een betrokken burgerschap. Alle leiders hebben zo hun persoonlijke zwakheden en Hugo Chávez zal die zeker ook hebben. Maar voordat we Chávez demoniseren en daarmee de sociale beweging die hij inspireert, zouden we beter moeten observeren.

Voordat ik uit Venezuela vertrok herinnerde Mauricio mij aan zijn belofte om zijn moeder te bevrijden uit de armoede en haar te zien leven met waardigheid. Hij schepte op dat zijn moeder volgend jaar zal slagen voor de hoge school. En nogmaals leidde hij me rond in zijn buurt. We liepen langs de nieuwe kliniek, het computercentrum, het ouderencentrum, de verbeterde bibliotheek en de school. Op het plein worden dagelijks nieuwe kiesgerechtigden geregistreerd. Mauricio vertelde me dat Guacara zes jaar geleden volledig anders was: deprimerend, apathisch en smerig. En nu zijn de bewoners betrokken en hebben zelf het heft in handen genomen om hun stad te veranderen.

Dan verandert hij van toon en wordt zijn politieke relaas persoonlijk van aard. Met een zachte stem en een grote glimlach geeft hij toe dat zijn woede heeft plaatsgemaakt voor dankbaarheid aan de nieuwe Venezolaanse regering, voor de hoop en waardigheid die zij heeft gegeven aan miljoenen families zoals de zijne. Met een grote grijns zegt hij: "Ik hoefde mijn moeder niet te bevrijden uit de armoede, dat heeft de regering voor mij gedaan." (slot)

Bron: Political Affairs (CPUSA), 21 december 2006, vertaling J. Bernaven.