Onderwijs, een niet aflatende strijd

Anna Ioannatou

Over het, door een zeer langdurige staking in het najaar, lamgelegde onderwijs schreven we al eerder in Manifest. Met stakingen, betogingen, bezettingen van scholen werd niet alleen om verbeteringen in het openbaar onderwijs gevraagd, maar ook om het behoud van artikel 16 van de Grondwet, dat een belemmering vormt voor de privatisering van onderwijs.

De omstandigheden brengen ons ertoe weer op de kwestie terug te komen, want de hele beweging tegen de onderwijshervormingen groeit gestadig en heeft al een landelijke dimensie aangenomen. Een campagne voor het behoud van artikel 16 is ondertussen van start gegaan. Op woensdag 10 januari besloten de parlementsleden van beide grote partijen, Nea Dimokratia (regering) en Pasok ('oppositie'), in de bevoegde parlementaire commissie artikel 16 van de Grondwet te herzien.

Die dag en de hele dag ervoor omsingelden betogers de gebouwen van het parlement protesterend tegen deze herziening, die de deur wagenwijd opengooit voor het zakenleven om ongehinderd onderwijs en wetenschappelijk onderzoek binnen te dringen. Het debat in de bevoegde parlementaire commissie was onthullend voor de rol van de politieke partijen.

Twee handen op een buik

De inleider van de Nea Dimokratia deed net of alle regeringen tot nu toe helemaal niet verantwoordelijk waren voor de stelselmatige degradatie van het openbaar onderwijs. Nee, het 'staatsmonopolie' zou de schuld van alles zijn. Dit monopolie zou het onderwijs gewurgd hebben en richting privé hebben gedreven. Dit was niet het enige paradoxale, want door dezelfde inleider werd gezegd dat de herziening van artikel 16 helemaal geen commercialisering van het onderwijs inhoudt! Immers, na de herziening van de Grondwet zullen er alleen "instellingen worden opgericht die niet op winst uit zijn, en wel door privaatrechtelijke particulieren onder strenge controle van de overheid."

De 'oppositionele' en 'socialistische' Pasok gaf toe dat veel van haar argumenten regeringsvoorstel waren geworden, maar voegde er nogal schizofreen aan toe dat "de keuzes die de regering maakt helemaal haaks staan op het beleid dat wij als Pasok voorstaan." Ze stemden wel voor de privatisering van het Hoger Onderwijs, maar verzekerden dat de Pasok het Hoger Onderwijs niet als veld voor ondernemersactiviteiten ziet, maar als een openbaar sociaal goed.

Het feit dat gratis openbaar onderwijs in de Grondwet verankerd ligt is volgens de Pasok wel weer te wijten aan verouderde opvattingen van verbod en centralistisch etatisme (het toekennen van de voorrang aan het staatsbelang boven het volksbelang)... Op tv en in de media wordt een schijnbotsing tussen deze beide grote partijen opgevoerd, die in wezen hetzelfde beleid voorstaan. Toch schijnt tot steeds meer mensen door te dringen dat er iets niet klopt. De betogingen waren dan ook zeer massaal en de bedoeling is dat men ermee blijft doorgaan.

De KKE (Communistische Partij) voert ondertussen een campagne. Op 8 en 15 januari hield deze partij een persconferentie over het hete hangijzer onderwijs en het gewraakte artikel 16, waarop partijleider Aleka Papariga er de nadruk op legde, dat haar partij helemaal meedoet aan de strijd tegen de herziening van artikel 16, maar dat dit slechts een deelvraagstuk is endat kwesties van veel algemenere aard als: 'welk onderwijs in wat voor samenleving en wat voor economie' centraal moeten staan. Vreedzame co-existentie tussen privé en openbaar is nou eenmaal niet mogelijk in het huidige bestel. Door de bomen dient het bos niet uit het oog verloren te worden.