De langdurigheidstoeslag. Wie, wat, hoe?

Open brief aan het college van B en W van Lemsterland.

De Wet Werk en Bijstand regelt ook dat mensen, die gedurende langere tijd ononderbroken zijn aangewezen op een inkomen op het sociaal minimum, in aanmerking kunnen komen voor een aanvullende langdurigheidstoeslag. Het gaat hier om mensen van onder de 65 jaar.

Bij het onderzoeken of men in aanmerking komt, speelt het inkomen en het vermogen van de belanghebbende een rol. Dat inkomen een rol speelt bij het vaststellen van dat recht zal door ieder mens met enig verstand opgevat worden als een overbodig genoemd criterium, gezien het ook al genoemde 'inkomen op het sociaal minimum'. Wat kan er dan anders met inkomen worden bedoeld als het om toetsing gaat?

Doch hier wringt de schoen en ontstaat een tegenspraak. Meerdere soorten inkomens worden uitgesloten, ook al bevinden die zich op het niveau van het sociaal minimum. Hier spreekt de wet zichzelf tegen.

Nog een ander voorbeeld van tegenspraak binnen de wet. Wie langdurig - vijf jaar - van een bijstandsuitkering heeft moeten leven, komt in aanmerking voor deze langdurigheidstoeslag. Maar hij of zij die in die periode ook maar iets met arbeid verdiend heeft, dat vervolgens heeft opgegeven en daarna op de uitkering werd gekort - dus dan ook niet boven het sociaal minimum uitkomt, verspeelt het recht op de langdurigheidstoeslag.

Eén van de voorwaarden luidt dat in de vijfjaarlijkse periode de aanvrager voldoende moet hebben getracht geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden. Degenen die deze verplichting in de wet nakomen, hun best doen om zelf ook maar het geringste met arbeid te verdienen en die dat ook lukt; die door hun korting op hun WWB-uitkering niet boven het wettelijk vereiste sociaal minimum uitkomen, komen niet in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag.

Want deze voorwaarde voor het in aanmerking kunnen komen is eveneens een criterium voor afwijzing!

Welke zogenaamde sociaal deskundigen in Den Haag hebben een regeling kunnen bedenken, waarbij mensen die aan de voorwaarden voldoen op diezelfde voorwaarden worden afgewezen? Een regeling dus die alleen maar zó bedoeld kan zijn dat er in principe niemand voor in aanmerking komt!

Hoogachtend,

Gemeenteraadsfractie NCPN,

R. Visser
S. Barelds
H.T. Visser-Wheda
Lemmer, 19 januari 2007.