Landbouwers en de strijd om het bestaan
![]() Griekse bevolking blijft zich krachtig verzetten tegen de schadelijke gevolgen van de Europese dictaten.
|
![]()
|
![]()
|
Anna Ioannatou
Natuurlijk is er geen rust te verwachten in een samenleving waarin de bestaansmogelijkheden van hele bevolkingsdelen voortdurend op de tocht staan.
Niet alleen onderwijs is in opstand, nu is de beurt ook weer aan landbouw. Klein en middelgroot uiteraard, want echt groot overleeft wel.
Hetgeen niet betekent dat de 'strijd voor het behoud van klein' de juiste is. Binnen het kapitalisme is productieschaalvergroting een ontwikkeling die wetmatig plaatsvindt en ook nodig is. Nostalgisch teruggrijpen naar voorkapitalistische vormen van productieorganisatie, hoe begrijpelijk ook, menselijk en emotioneel gesproken, getuigt van een utopisch romantisme dat tegen de ontwikkeling indruist. 'Groot' is niet per definitie slecht, net zomin als 'klein' per definitie goed is, want hier ligt de ware tegenstelling niet, ook al lijkt het er soms wel op.
Vechten tegen de bierkaai?
De ware tegenstelling zit in de bezitsvorm. De kapitalistische is dat het grote bezit in handen van particulieren is en de verdwijnende kleine en middelgrote landbouwer hetzij werkloos wordt (de meesten), hetzij werknemer in loondienst in een grotere productie-eenheid. Deze ontwikkeling vindt al een aantal jaren in Griekenland plaats met de toepassing van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) van de EU, in nationale termen omgezet door de Griekse regeringen. De socialistische bezitsvorm zou de coöperatieve met gemeenschappelijk bezit zijn.
De huidige strijd van de kleine en middelgrote landbouwers in Griekenland blijft voorlopig binnen de beperkte horizon van het bestaande stelsel, dus slechte ontwikkelingen remmen en om veel bescherming vragen. Eind januari en begin februari trokken de tractoren weer eens massaal uit in diverse delen van het land. Het eisenpakket zag er als volgt uit:
- Aanvulling van verloren inkomsten. Het afgelopen jaar liep het verlies in sommige gevallen op tot zelfs 30 procent. Deze vermindering was overwegend te wijten aan de toepassing van het nieuwe GLB, die een inkrimping van de landbouwproductie met zich meebracht en in sommige gevallen zelfs tot verdwijning van producties (tabak, bieten, tuinbouwprodukten e.a) leidt. Ook werden de subsidies danig gesnoeid.
- Herstel van de minimumgarantieprijzen, subsidies en aanpassing van de btw-teruggave.
- Bescherming van de landelijke productie tegen de massale buitenlandse importen. Steun aan de exporten via gelijkwaardige betrekkingen tussen de landen.
- Vermindering van de productiekosten via controle op de bandeloze activiteiten van het circuit van handelsindustriëlen en voorts de opbouw van de noodzakelijke infrastructuren.
- Overheidsfinanciering van schadevergoeding in geval van natuurrampen.
- Schuldenregeling, geen verkoop van de Boerenbanken aan privé-belangen, wat hun woekerbeleid ten koste van de landbouwers stimuleert.
- Verdubbeling van de pensioenen (op 60-jarige leeftijd voor boeren en 55 voor boerinnen), geen 'genadebrood' voor afgedankte landbouwers.
- Openbare, gedecentraliseerde en opgewaardeerde gezondheids-, sociale voorzieningen- en onderwijssectoren, voorts sport-en culturele centra op het platteland.
Op deze eisen en acties reageert de regerende Nea Dimokratia, net als de'socialistische' Pasok, toen die het heft in handen had, cynisch afwijzend. Geheel in de lijn der verwachtingen en de logica van het door hen gesteunde stelsel werken zij aan de concentratie van land en bedrijven in handen van een paar 'groten'. Het is aan de slachtoffers van deze politiek zelf dit in te zien en hun strijd politiek te maken door, om te beginnen, niet meer op hun onderdrukkers te stemmen.