Gelijk werk, gelijk loon op de werkplek:

Een kwestie van fatsoen of sociale strijd?

Manifest publiceert hieronder de speech van bestuurder Havens van FNV Bondgenoten, Niek Stam, op de 1 mei-viering van de PVDA-B in Brussel (*)

Europa verkeert in een periode van grote onzekerheid. Europa moet het paradijs van de marktfundamentalisten worden. Dat is de agenda van de Lissabon-strategie.

De minister-president Balkenende (wij noemen hem Bakellende) heeft zelfs gezegd dat de VOC-mentaliteit moet terugkomen onder de Nederlanders. Zoals iedereen weet stond de VOC-periode in het teken van een asociale handelsgeest gepaard gaande met slavernij.

Nu moet Europa alle grenzen die gesteld zijn om zekerheid te bieden aan de burgers van verschillende landen opheffen. Er worden nieuwe kansen geboden aan de bedrijven, maar niet aan de burgers. De meeste burgers zijn ook arbeiders. En arbeiders hebben zekerheden nodig. Die hebben zij nog nooit voor niets gekregen. Daar is altijd sociale strijd aan voorafgegaan.

Het is niet voor niets dat in Nederland het Grondwettelijk verdrag van Europa door middel van een referendum is verworpen. Dit verdrag biedt geen zekerheid maar onzekerheid. De marktfundamentalisten noemen dit 'nieuwe kansen'.

Juist in Nederland, maar niet alleen in Nederland, hebben de regeringen zoals van Balkenende 1, 2 en 3 een spoor van vernielingen aangericht aan de zekerheidskant van de arbeiders. De marktfundamentalisten noemen dit geen verslechteringen, maar moderniseringen.

Nu is het de beurt aan het dossier 'Openstellen van de grenzen'. Alle werknemers binnen de EU moeten overal hun diensten kunnen aanbieden. Tewerkstellingsvergunningen ter bescherming van de positie van de werknemers in het tewerkstellingsland moeten afgeschaft worden. Bescherming van de huidige werknemers is niet meer noodzakelijk volgens de regering en werkgevers.

De regering spreekt van een noodzaak omdat vanwege vergrijzingsproblematiek de nieuwe werknemers uit de MOE-landen nodig zijn om economische groei te bewerkstelligen. Er komen tekorten op de arbeidsmarkt.

Als dat het geval is, dan is het toch uiterst merkwaardig dat er zolang onduidelijkheid is en zolang gediscussieerd moet worden om de cao-lonen en goede huisvesting voor deze nieuwe werknemers te regelen. Want als deze werknemers nodig zijn en zorgdragen voor economische groei dan doe je er toch alles aan om deze werknemers te paaien.

Dit gebeurt dus niet. Het is eerder andersom: deze nieuwe werknemers zijn driftig op zoek naar nieuw geluk. En werkgevers maken gretig misbruik van hun positie om door middel van uitbuiting tegen zo laag mogelijke kosten een zo hoog mogelijk rendement te behalen. Dat is de VOC-mentaliteit waar de Nederlandse minister-president over sprak.

Deze nieuwe werknemers moeten zich vrij kunnen bewegen over de Europese arbeidsmarkt om zodoende overschotten van arbeiders op bepaalde plekken te genereren. Zij moeten de huidige werknemers gaan beconcurreren zodat de huidige werknemers genoegen nemen met lagere arbeidsvoorwaarden en slechtere arbeidsomstandigheden. Ze moeten langer gaan werken voor hetzelfde loon. Dat levert economische groei op en dus hogere winsten voor de bedrijven en haar aandeelhouders.

Vanuit FNV Bondgenoten hebben wij ruim een jaar geleden een campagne opgestart over 'gelijk werk, gelijk loon'. Helaas heeft dit niet geleid tot een grote deelname aan deze campagne door de achterban.

Eén van de redenen waarom dit niet gelukt is heeft te maken met het feit dat de campagne op de verkeerde groepen werknemers is gericht.

De bond heeft vanaf het begin van deze campagne haar pijlen gericht op de MOE-werknemers in plaats van op de Nederlandse werknemers. De Nederlandse werknemers zijn lid van een vakbond. Zij moeten door de vakbond beschermd worden. Zij moeten niet oneerlijk beconcurreerd worden.

Maar de angst van de leiding van de vakbeweging was te groot dat men in de publieke opinie weggezet zou worden als een partij van 'Eigen Volk eerst'.

Dit is natuurlijk grote onzin. De vakbond is een beweging voor alle werknemers en de vakbond moet er juist voor zorgen dat werknemers niet tegen elkaar worden opgezet. Lid worden van een vakbond betekent ook gelijke rechten en plichten.

Vrijheid, gelijkheid en broederschap hoort thuis onder het dak van het vakbondshuis. Maar solidariteit begint met eigen belang. En dat is helemaal niet verkeerd.

Als een Nederlandse werknemer niet wil opkomen voor zijn Poolse collega om gelijk werk ook gelijk betaald te krijgen, zal de Nederlandse werknemer uiteindelijk of zijn baan kwijt raken of hij gaat voor slechtere arbeidsvoorwaarden zijn baan blijven uitoefenen. Dat is uit te leggen aan de werknemers en dat heeft helemaal niets te maken met 'eigen volk eerst'.

De Nederlandse staat is alleen maar bereid om de Nederlandse werknemer te beschermen als hij of zij onder het wettelijk minimumloon beconcurreerd wordt. Bescherming van cao-lonen wordt overgelaten aan sociale partners. Werknemers en werkgevers dus. Maar de werkgevers zijn niet bereid om deze bescherming goed af te regelen, want die willen natuurlijk lagere loonkosten en meer winsten.

En dan ben ik weer terug bij het begin: als werkgevers werknemers nodig hebben, dan moeten zij bereid zijn om ten minste hetzelfde salaris te bieden en goede huisvesting te regelen. En dat gebeurt niet.

En dan blijft er maar één doel over en dat is:

Europa moet het paradijs van de marktfundamentalisten worden. En dat regelen zij door grote groepen werknemers tegen elkaar op te zetten om elkaar te beconcurreren.

De havenwerkers in Europa hebben laten zien dat 'Eenheid tot macht leidt'.

En daar moeten andere groepen werknemers een voorbeeld aan nemen.

Laat 1 mei, De Dag van de Arbeid, niet de geschiedenis ingaan als een dag waarin de Nederlandse werknemer dag moet zeggen tegen zijn cao-zekerheid en dat de nieuwe MOE-werknemer tot slavernij aangezet wordt.

(*) Dit is de geschreven tekst, zoals in ons bezit vóór 1 mei. Afwijkingen zijn mogelijk.