MOOIE WOORDEN

Zin en onzin in de journalistiek


 

Rinze Visser

Soms sta je er versteld van hoe mensen die over de samenleving schrijven en die dus pretenderen daar iets van te weten zich bedienen van de meest stompzinnige, clichématige woorden en uitdrukkingen. Jaren achtereen door iedereen herhaald plakken ze aan het geheugen van heel veel mensen, voor wie het dan gewoon waarheden zijn geworden.

Hoe vaak wordt niet een flat troosteloos genoemd enkel en alleen omdat het een flat is? Hoe de bewoners en diegenen die in de nabijheid wonen dat ervaren doet dan niet ter zake. Achterstandswijken, ook zoiets. Achterstand? Ten opzichte van wat? Villawijken? Middenklassenbuurten? Laag opgeleid, weer zoiets. Te pas en heel dikwijls te onpas kunnen we dat lezen en horen. Het wekt de indruk dat alles wat niet aan één van de universiteiten afgestudeerd is er niet toe doet. Dat alle buurten zonder een hoge middenklassen-uitstraling achterstandswijken moeten worden genoemd.

Politieke verhaaltjes

Laatdunkendheid, hoogmoedigheid en grootsteedse onbescheidenheid strijden om voorrang daar waar de cliché's uit de tekstverwerker komen. Zo kan het gebeuren dat een willekeurig café in een dorp met zo'n twintigduizend inwoners 'dé plaatselijke kroeg' wordt genoemd en één van de zeven huisartsen 'dé dorpsdokter'. Nu zullen er zijn die denken: laat ze toch, ze zijn niet wijzer. Maar diegenen die stukken schrijven over de samenleving, diegenen die daarover oreren, horen wél wijzer te zijn. Want hun onwijsheden maken zeker hun lezers en toehoorders niet wijzer. En ook hebben die onwijsheden politieke consequenties, zeker waar het het denken over en de acceptatie van politieke doeleinden betreft.

Repeterende onzin wordt "waarheid"

Zo las ik onlangs in een artikel over de toename van het aantal ouderen deze zin: "Woonden de meeste 65-plussers vroeger in een bejaardentehuis, tegenwoordig woont ruim 85 procent nog zelfstandig". Vroeger? Heel vroeger waren er geen wettelijk geregelde en gesubsidieerde bejaardentehuizen, wel armenhuizen, particuliere pensionnetjes en kerkelijke instellingen. Korter geleden, enkele tientallen jaren geleden, woonden helemaal niet de meeste 65-plussers in bejaardentehuizen! Als je wat langer meeloopt, dus als je niet zo jong meer bent, heb je het voorrecht zelf in die tijd geleefd te hebben en te kunnen weten dat wat nu opgeschreven en gelezen wordt totale onzin kan zijn. Maar wél: steeds weer doorvertelde, dus repeterende onzin, wat over enige tijd door mensen als waarheid wordt aangezien.

Provinciale volgzaamheid

Zo herinner ik mij nog heel goed hoe wij in de jaren tachtig, meer dan twintig jaar geleden, actie voerden tegen sluiting en inkrimping van bejaardentehuizen in Friesland. Landelijk was eerder besloten dat de bevolking van bejaardentehuizen niet méér mocht zijn dan zeven procent van het totale aantal 65-plussers. De zogenoemde 7-procentsnorm. In Friesland, waar het percentage één van de hoogste van het land was - om en nabij de 9 procent - moest flink ingekrompen worden, vond de provincie, in haar ijver de regeringspolitiek uit te voeren. Er was een provinciaal actiecomité dat vocht tegen deze politiek, mede met het oog op een toen bekende prognose dat het aantal ouderen - vooral hoogbejaarden - zou stijgen.

De leugen regeert?

Wat nou, 'woonden de meeste 65-plussers' vroeger in een bejaardentehuis? De leugen regeert? Men kan zich afvragen: moeten wij ons nu over zoiets druk maken? Over zulke onbenullige voorbeelden van onwetendheid? Zijn dat geen trivialiteiten? Maar, het gaat hier niet om de enkele zonderling die er rotsvast van overtuigd is dat de aarde plat is of die 's nachts met kabouters praat. Het gaat hier om schijnbaar niet belangrijke onjuistheden die zo in het voorbijgaan, uit de losse pols, dagelijks voorbijkomen en zich in het denken van veel mensen, bij langdurige herhaling, als waarheden vastzetten.

De leugenaars regeren!

Want niet dat 'de leugen regeert' is het probleem, maar dat door het steeds maar voeden van onwetendheid onder de massa's de leugenaars kunnen blijven regeren! Het geciteerde zinnetje is ook gedachteloos overgenomen van anderen en zit daarom al vast in een geërfd geheugen. Het geeft weer dat 'vroeger' de mensen (lees: arbeidersbevolking) teveel vertroeteld werden; de oorzaak van het faillissement van de 'verzorgingsstaat'. De legitimatie van de asociale afbraakpolitiek! Het is verre van kinderachtig zich daarover druk te maken. Dat zouden meer mensen moeten doen.

(Zie ook het artikel over de persvrijheid in Manifest 7, nvdr)