Humberto Márquez
Progressieve sociale en politieke bewegingen hebben zich aangesloten bij het Bolivariaanse Alternatief voor de Amerika's (ALBA). Tijdens de vijfde ALBA-Top op 28 en 29 april in Venezuela werden nieuwe afspraken gemaakt en allianties gesmeed.
ALBA is volgens de initiatiefnemers een alternatief voor het 'pro-imperialistische' Plan Puebla Panama, dat steun heeft van de Verenigde Staten. Dat plan is een Mexicaans initiatief om de landen van Centraal-Amerika en Colombia economisch aan Mexico te smeden.
Eerder schoof de Venezolaanse president Hugo Chávez, de geestelijke vader van ALBA, het project ook naar voren als een alternatief voor het Pan-Amerikaanse Vrijhandelsakkoord dat de VS uitdachten. Maar dat plan is intussen dood en begraven.
ALBA, dat Bolivia, Cuba, Nicaragua en Venezuela verenigt, moet een overkoepelend orgaan worden voor economische samenwerking en gezamenlijke projecten op het gebied van gezondheidszorg, cultuur, onderwijs en energie. Het blok is tegen de neoliberale politiek die Washington preekt en wil regionale integratie bereiken die gebaseerd is op solidariteit en sociale rechtvaardigheid. ALBA werd in 2004 gelanceerd door de presidenten Hugo Chávez van Venezuela en Fidel Castro van Cuba.
Zo'n vijftig politieke en sociale activisten woonden de ALBA-top in het dorp Tintorero, vlakbij Barquisimeto, bij. Behalve de presidenten van de ALBA-landen waren ook diverse waarnemers aanwezig. Onder hen bevonden zich de Haïtiaanse president René Preval en ministers van de Dominicaanse Republiek, Ecuador, St. Kitts en Nevis en Uruguay.
De leiders bespraken een verklaring die alternatieve integratie moet bevorderen. Venezuela zette alvast een stap door alle ALBA-partners en Haïti olie te beloven tegen gunstige voorwaarden. Ook beloofde Venezuela 250 miljoen dollar voor een nieuw ALBA-investeringsfonds.
De landen die olie afnemen van Venezuela moeten binnen drie maanden de helft van de rekening betaald hebben. Een kwart moet pas binnen 25 jaar worden betaald tegen slechts 2 procent rente; en een kwart gaat naar het ALBA-fonds en wordt gebruikt voor sociale projecten en investeringen in de lokale economie van de betrokken landen.
De deelnemers aan de top besloten ook presidentiële, ministeriële en maatschappelijke raden in het leven te roepen, samen met comités die de inspanningen op het gebied van onderwijs, cultuur, gezondheidszorg, investeringen en handel moeten coördineren.
"Wij staan achter dit integratieproject", zeiden de aanwezige sociale activisten in hun 'Verklaring van Tintorero'. "Het bouwt voort op de erfenis van onze vroegere vrijheidsstrijders, heeft een duidelijke ethische inhoud en is tegengif voor de neoliberale beginselen." Maatschappelijke organisaties krijgen een stem in ALBA via een coördinatiemechanisme. (IPS, 1-5-2007)