ALBA-top pleit voor structurele veranderingen in lidstaten

Redactie buitenland

De Nicaraguaanse president Daniel Ortega heeft de top van de ALBA-landen bijgewoond die op 28 en 29 april in het Venezolaanse Barquisimeto gehouden werd. De deelnemers aan de top evalueerden de projecten waartoe in 2006 in Bolivia, Nicaragua en de Caribische landen de aanzet werd gegeven onder de noemer van het eerste 'strategische ALBA-plan'.

In een officieel document van de lidstaten (Cuba, Venezuela, Bolivia en Nicaragua) werd gepleit voor structurele veranderingen in de Latijns-Amerikaanse landen, waardoor de "politiek en de economie ten dienste van de bevolking zouden komen te staan". Ook behelsde dit politieke document de promotie van genationaliseerde bedrijven en regeringsprogramma's op terreinen zoals voedselvoorziening, gezondheidszorg, onderwijs, energie, communicatie, wegen, transport en behuizing.

Op de laatste dag van de conferentie kondigden Bolivia, Venezuela en Nicaragua aan dat zij zich terugtrokken uit het International Center for The Settlement of Investment Disputes (ICSID). Dat is de geheimzinnige arbitragecommissie van de Wereldbank die Bechtel gebruikte om Bolivia een boete op te leggen van 50 miljoen dollar. Dat gebeurde nadat de multinational het geprivatiseerde watersysteem van Cochabamba gekocht had en door de bevolking de deur werd gewezen. De ALBA-lidstaten verzetten zich nadrukkelijk tegen de onwettige, diplomatieke en door middel van de media uitgeoefende druk door multinationals. De besluiten van ICSID overstijgen de (grond)wetten van de afzonderlijke landen, contractuele verplichtingen en reguleringen op het gebied van het milieu en het arbeidsrecht.

De Venezolaanse president Hugo Chávez stelde voor dat de ALBA-landen en Haïti op hun nationale agenda's plaats zouden maken voor regeringsprogramma's op het gebied van de gezondheidszorg en het onderwijs. In Venezuela bestaan dergelijke programma's al en zijn een doorslaggevend succes: Venezuela zorgt voor gratis gezondheidszorg voor miljoenen inwoners van economisch achtergebleven gebieden en heeft het analfabetisme uitgeroeid. Dit werd ook door UNESCO in 2006 onderkend.

Ortega sprak de deelnemers van de top toe en verklaarde dat de vrijhandelsovereenkomsten die gepromoot worden door de Verenigde Staten en in het bijzonder het FTAA (Free Trade Areas of the Americas) er alleen maar zijn om de "overheersing en de onderdrukking van de bevolkingen te laten voortduren. Het zijn vormen van kolonisatie. Het verenigen van Latijns-Amerika en het Caribisch gebied is van fundamenteel belang om de vrijheid en soevereiniteit te verwerven ten opzichte van de imperialistische hegemonie. Momenteel vormt ALBA het enige daadwerkelijke alternatief dat kan zorgen voor rechtvaardige handelsvoorwaarden waarbij solidariteit het fundamentele principe is."

Naast Chávez en Ortega waren ook de Boliviaanse president Evo Morales en de Cubaanse vicepresident Carlos Lage aanwezig. Ook namen een aantal vertegenwoordigers van landen die voornemens zijn deel uit te gaan maken van het ALBA-blok deel aan de top, zoals de Haïtiaanse president Rene Preval, de minister van Buitenlandse Zaken van Ecuador Mara Fernanda Espinosa, de Uruguayaanse minister van Huisvesting en Economie Danilo Astori en vertegenwoordigers uit verschillende Caribische landen.

Bron: Nicaragua Network, 1 mei 2007, vert. Frans Willems.