Loonmatiging ombuigen in klassenbewuste loonstrijd

Maarten Muis

In de economiebijlagen van de burgerlijke pers wordt met verbazing geschreven dat ondanks de steeds verder stijgende winsten en het toenemen van het aantal vacatures de loonmatiging aanhoudt. De werkgeversorganisatie AWVN verwacht dat dit jaar de cao-loonstijging op 2,8 procent uitkomt, nog onder de centrale eis van de FNV van 3 procent.

Sinds het Akkoord van Wassenaar in 1982 en de vernieuwing daarvan in het Najaarsakkoord in 2003, heeft het polderen geleid tot het ver achterblijven van de cao-lonen bij de economische groei. Af en toe laat de VNO-NCW een kritisch geluid horen over het Algemeen Verbindend Verklaren (AVV) van de cao's. Maar met zulke magere resultaten in de loonstrijd hebben instituten als de Stichting van de Arbeid en de SER gelijk dat het AVV de winsten van de bedrijven ten goede komt, want dit leidt tot klassenvrede.

De vrede tussen de werkgevers en werknemers staat in schril contrast met wat de differentiatie van beloning en verschillende soorten arbeidscontracten doen met de mogelijkheid tot solidaire acties op de werkvloer. De loonstrijd kan alleen succesvol gevoerd worden als alle werknemers in het betreffende bedrijf zich solidair opstellen. Maar daar is veel inzicht en overtuigingskracht voor nodig, want als het ene contract nog meer 'interim' of 'freelance' is dan het andere, biedt alleen klassenbewustzijn de uitweg.

De werkgeversorganisatie AWVN is er zeer tevreden over dat flexibele beloning in steeds meer cao's opgenomen wordt, inmiddels bevat 30 procent van de cao's vormen van resultatendeling. De werkgevers willen en kunnen wel meer betalen, maar niet collectief en in een cao vastgelegd. Ondernemers melden zelf dat ze elk jaar 6 tot 7 procent meer loonkosten hebben, van 1997 tot en met 2005 groeide het uitbetaalde loon met 54,5 procent terwijl de cao-lonen maar 21 procent stegen. Er is dus sprake van dat 33,5 procent loonstijging niet binnen de cao is opgeëist!

Die stijging van de werkelijke kosten gaat zitten in de riante verhoging van de lonen van het management, eenmalige uitkeringen en individuele 'cadeautjes' aan de werknemers die het bedrijf welgevallig zijn. De stopwoorden in de Lissabon-agenda - flexibiliteit en differentiatie - zijn allang meer dan een theoretisch doel en concreet zichtbaar in elk bedrijf.

De kennis van de economische gesteldheid van een bedrijf heeft de vakbond wel paraat. En elke werknemer die de economiebijlagen leest, en Manifest, zal beseffen dat er nu een wakkere en strijdbare vakbond, niet getemd door akkoorden, nodig is die al die verslechteringen van de laatste jaren weet om te buigen naar offensief voor echte arbeidersbelangen. Het wordt steeds eenvoudiger door de 'individualiserings'waan heen te prikken en de valse droom van de jongere werknemer over de vrijheid van het flexibele contract te ontkrachten door op de werkelijkheid te wijzen.

De werkelijkheid is een kapitalisme dat de mens hersenspoelt, uitbuit en eenmaal opgebruikt, de armoede inloodst, want het sociale vangnet is bijna afgebroken. Als een CNV-woordvoerder in Trouw durft te beweren dat de loonmatiging goed is, want dan zijn de lonen niet zo hoog als de conjunctuur weer tegenzit en het zou tot minder uitstoot van werknemers leiden, maakt dat alleen maar duidelijk hoe verwarrend het vertrouwen is in een zichzelf corrigerend kapitalisme.

Het is nu modieus: spreken van een durfkapitalisme, een graaikapitalisme en van een 'sociaal' kapitalisme in de vorm van een Rijnlands Model, een Deens Model, etc. De SP lijkt in die val getrapt. Sociaaleconomische strijd kan pas echt beginnen met het loslaten van de illusie dat rechten, die moeizaam zijn bevochten in een wereld waar de kapitalisten beefden van angst voor het socialisme naast de deur, in Oost-Europa, onderdeel zijn van een systeem zonder verandering. De strategen die de Lissabon-agenda opstelden hebben goed door hoe verdeeldheid te zaaien in de arbeidersklasse, door het invoeren van differentiatie, van flexibiliteit. Het gaat er nu om het kapitalisme van de 21ste eeuw te doorgronden en de loonstrijd met het perspectief van het socialisme te voeren. Het antwoord op alle tegenstellingen op de werkvloer is klassenbewustzijn.

bronnen: Trouw, stvda.nl, 1meikomitee,net.