Venezuela: Minimumloon 20% omhoog; stoppen met Wereldbank en het IMF


Demonstratie in Argentinië ter ondersteuning van Chávez.  


Chávez is vast van plan de Bolivariaanse Revolutie voort te zetten.  

Carolus Wimmer (*)

De Venezolaanse president Hugo Chávez kondigde onlangs aan dat het minimumloon met 20 procent omhoog zal gaan tot 286 dollar per maand en dat Venezuela zijn lidmaatschap ven de Wereldbank en van het IMF opzegt. Ook zei Chávez dat in 2010 de Venezolaanse werkweek verkort wordt van 44 naar 36 uur.

Deze aankondigingen maakte Chávez op de vooravond van de internationale Dag van de Arbeid op 1 mei. "Dit is ongeveer het hoogste minimumloon in heel Latijns-Amerika. Momenteel bedraagt het minimumloon in veel landen nog geen 100 dollar. Wij zitten op bijna 300 dollar."

Oppositieleider Manuel Cova, secretaris-generaal van de vakbondsfederatie CTV, verklaarde dat de verhoging onvoldoende was, het geeft de werknemers niet de mogelijkheid een basis-voedselpakket, zoals berekend door het Nationaal Instituut voor Statistiek, aan te schaffen. Cova zei dat in plaats daarvan een veel royalere verhoging nodig is en een algemene loonsverhoging voor alle arbeiders. Maar Chávez benadrukte dat arbeiders in de publieke sector ook nog voedselbonnen ontvangen ter waarde van 209 dollar, dat brengt het minimumloon voor werkers in de publieke sector op 495 dollar.

Groei minimumloon

De groei van het minimumloon is ook van invloed op de voorzieningen in de sociale zekerheid voor gepensioneerden. Volgens de Venezolaanse grondwet van 1999 dienen die ten minste even hoog te zijn als het minimumloon. Chávez merkte op dat in 1996 het minimumloon slechts 36 dollar was vanwege de ruim 100 procent inflatie in dat jaar. In 1998, het jaar vóór zijn verkiezing was het 183 dollar. Het lage niveau van het minimumloon in de jaren '90 was te wijten aan de schuldenlast die het IMF - die "een meedogenloze sociale politiek afdwong" en geen groei van het minimumloon toeliet - had opgelegd aan Venezuela.

In dit verband kondigde Chávez aan dat Venezuela haar lidmaatschap van de Wereldbank en het IMF zal intrekken. Volgens Chávez kan Venezuela deze instellingen verlaten want "wij hoeven niet naar Washington te gaan, evenmin naar het IMF of de Wereldbank. Wij trekken ons terug. Vanavond wil ik deze beslissing tekenen en vragen of zij willen teruggeven wat zij ons schuldig zijn".

Venezuela's buitenlandse reserves bedragen tegenwoordig 29 miljard dollar, daarbij komt het ontwikkelingsfonds, bekend als 'Fonden', dat geschat wordt op nog eens 13 miljard. Daarmee schijnt Venezuela voldoende tegoeden te hebben om een financiële crisis te doorstaan. Een bijkomende reden waarom Venezuela deze belangrijke financiële instellingen kan verlaten, is dat het bezig is met de oprichting van de 'Bank of the South', samen met Brazilië, Argentinië, Bolivia en Ecuador, wat leden van deze bank zal kunnen ondersteunen. Brazilië heeft pas kortgeleden aangegeven zich erbij te willen aansluiten. Dat kan een aanzienlijke bijdrage tot de nieuwe bank leveren.

Werkweek naar 36 uur

Chávez' derde belangrijke aankondiging voor de Dag van de Arbeid was dat Venezuela een onderzoek start naar verkorting van de werkweek van 44 tot 36 uur in 2010. Vice-president Jorge Rodriguez en José Ramon Rivero, minister van Arbeid, zullen leidig geven aan een commissie "voor het bestuderen,uitvoeren en aanpassen van de constitutie en wetgeving t.a.v. de nieuwe werkweek", aldus Chávez.

Dit en ander nieuws kan gevonden worden op www.debateabierto.net.

(*) Carolus Wimmer is internationaal secretaris van de Communistische Partij van Venezuela.

Vertaling Thomas Janssen.