VN/VS: Amerikanen nu al op gespannen voet met Mensenrechtenraad


Regering VS maakt zich zorgen over nieuwe Mensenrechtenraad, maar vergeet mensenrechten in eigen land.  

Thalif Deen

Voor de VS heeft de vorig jaar opgerichte VN-Mensenrechtenraad nu al zijn "geloofwaardigheid" verloren. Washington laat verstek gaan voor de verkiezing van veertien nieuwe leden op 17 mei. (...) De raad verving vorig jaar de allang afgeschreven Mensenrechtencommissie.

Mensenrechtenactivisten en VN-diplomaten vinden dat de Amerikaanse regering geen oordeel moet vellen over andere landen terwijl haar eigen misstappen - bijvoorbeeld de folteringen in de Iraakse gevangenis Abu Ghraib en de behandeling van de gevangenen uit Afghanistan op de Amerikaanse basis van Guantánamo - niet internationaal onderzocht worden.

Grote stok enige gezagsargument

"De VS hebben geen greintje morele autoriteit meer. Hun enige gezagsargument is de grote stok waarmee ze zwaaien", zegt Michael Ratner, de voorzitter van het Centrum voor Grondwettelijke Rechten in New York. Volgens hem is het argument van de VS over het gebrek aan geloofwaardigheid van de Mensenrechtenraad "larie".

"De VS hebben hun geloofwaardigheid verspeeld. Bijna iedereen in de wereld gelooft dat de Amerikanen folteren. Ze laten gevangenen verdwijnen, houden tegenstanders voor onbeperkte tijd vast zonder aanklacht in te dienen en houden zich niet aan de Conventies van Genève (over de behandeling van Krijgsgevangenen, nvdr)."

De VS hebben de laatste jaren in elk geval een groot probleem op mensenrechtenfora. Bij verkiezingen voor de gedeeltelijke vernieuwing van de 53 leden tellende Mensenrechtencommissie, in mei 2001, leden de VS een verrassende nederlaag. Daarvoor waren de Amerikanen er sinds de oprichting van het orgaan in 1947 altijd in vertegenwoordigd geweest.

De commissie raakte in diskrediet omdat er landen in zetelden waar de mensenrechten zwaar werden geschonden en omdat de conclusies meer werden bepaald door diplomatieke manoeuvres dan door de ernst van de problemen op de agenda. Vorig jaar werd de commissie vervangen door een Mensenrechtenraad, die 47 leden telt. Washington liet vorig jaar de verkiezing van de eerste vertegenwoordigers ook al aan zich voorbijgaan, wellicht omdat het een nieuwe nederlaag vreesde.

"Heiliger dan de paus"

De VS zijn zeker niet het enige land dat het internationale humanitaire recht dermate met voeten treedt dat hun plaats in de Mensenrechtenraad ter discussie kan worden gesteld, zegt professor Stephen Zunes, een politicoloog van de Universiteit van San Francisco. Veel landen behandelen hun burgers veel slechter.

"Maar misschien leest geen enkel ander land regeringen waar het niet mee overweg kan zo betweterig de les over mensenrechten terwijl het zijn eigen misstappen verdedigt en op grote schaal steun levert aan bevriende regimes die de mensenrechten nog zwaarder schenden."

De "heiliger dan de paus"-houding van Amerikaanse diplomaten in de VN en op andere plaatsen van het internationale toneel is bijna een karikatuur geworden van zichzelf, vindt Phyllis Bennis van het Institute for Policy Studies in Washington. Volgens haar moet de Mensenrechtenraad een kanskrijgen zich te ontwikkelen tot een meer coherent en algemeen aanvaard onderdeel van het VN-systeem dat de delicate afweging kan maken tussen de soevereiniteit van landen en de nood om mensenrechten internationaal te beschermen.

Verkiezing

De verkiezing van de 14 vacante zetels in de raad lijkt intussen geen grote problemen te zullen opleveren. De Afrikaanse groep van landen in de VN schuift vier kandidaten naar voren voor vier zetels: Angola, Egypte, Madagascar en Zuid-Afrika. Azië heeft met India, Indonesië, de Filippijnen en Qatar ook vier namen voor vier plaatsen. (...) Latijns-Amerika en de Cariben dragen Bolivia (169 van 192) en Nicaragua (174 van 192) voor, ook voor twee zetels. (Zijn ook gekozen, red. M.). (IPS, 4-5-2007)

N.B.

Nicaragua en Bolivia werden gesteund door de GRULAC, de Groep Latijns-Amerikaanse en Caribische landen. Zij vervangen Argentinië en Ecuador wanneer hun éénjarig mandaat in juni eindigt. Brazilië, Cuba, Guatemala, Mexico, Peru en Uruguay bezetten de resterende zes zetels van deze groep.