Raad van Europa voorvechter van mensenrechten? Niet voor professor Sison!


Professor Sison aan het woord. (Foto Maarten Muis)  


 


 

Maarten Muis

Op 23 april jl. reageerde de Raad van Europa met een brief op de zaak van professor Jose Maria Sison, die sinds 2002 op de Amerikaanse, Europese en Nederlandse lijst van terroristen staat. De Raad van Europa, die zich op zijn website als beschermer van mensenrechten en democratie etaleert, herhaalt in die brief de aantijgingen tegen Sison.

Die beschuldigingen zijn gebaseerd op leugens en valse informatie en zijn vooral gericht op het in diskrediet brengen van de gerechtvaardigde strijd voor democratie en sociale vooruitgang van het Nationaal Democratisch Front van de Filippijnen (NDFP). Er bestaat absoluut, zoals Sison op een persconferentie in Utrecht op donderdag 31 mei jongstleden stelde, geen enkele juridische basis voor het plaatsen van hem op de zwarte lijst van terroristen. Sterker gesteld: er wordt professor Sison zelfs geen enkele mogelijkheid gegeven zich tegen de beschuldigingen te verweren, omdat de bronnen van de leugens en valse informatie beschermd worden en niet ter verantwoording geroepen kunnen worden. Dat zijn namelijk de geheime diensten van de VS, Filippijnen en Nederland.

Aanval op het democratisch recht

Het is nu zaak om van de verdediging van de democratische rechten van Sison een publieke strijd te maken. Het hanteren van een zwarte lijst dat het individu berooft van het recht op inkomen, (medische) verzekering en onderdak en waartegen geen verweer mogelijk is, maakt duidelijk dat, zoals Sison stelde: "Het internationale recht gedegradeerd wordt, de mensenrechten met voeten worden getreden en het een duidelijk teken is van het afdalen naar de fascistische hel."

Op de persconferentie, die via internet op verschillende continenten werd gevolgd, ging Sison in op zijn zaak, maar zette die ook, op zijn bekende erudiete wijze, in een bredere historische, politieke en economische context. Er werd ook een open brief voorgelezen geschreven door dominee Hans Visser van de Pauluskerk te Rotterdam ter verdediging van Sison. Hierin roept de dominee op dat: "De Nederlandse regering aandringt op een eerlijk proces op basis van recht op veronderstelde onschuld, het recht op een eerlijk proces en recht op verdediging." Want: "Het feit dat hij is terechtgekomen op die lijst, is een puur administratieve handeling, die begonnen is in de Verenigde Staten en geëindigd in Europa. Wij accepteren op deze wijze dat Sison rechteloos wordt, want een beroep op de mensenrechten kan eigenlijk niet worden gedaan." Ook Amnesty International heeft aandacht gevraagd voor de zaak van Sison. Het is nu de taak de zaak blijvend onder de aandacht te brengen van nationale en Europese politici, met een duidelijk beroep op verdediging van het democratisch recht en de mensenrechten.

Dwingen tot capitulatie van de revolutionaire strijd

Sison schilderde echter een duidelijk beeld: "Het Bush-regime heeft 9/11 gebruikt voor het mixen van 'militair keynesianisme' met de neoliberale globalisering, om met het barbaarse principe van de preventieve oorlog op de proppen te kunnen komen teneinde in naam van de strijd tegen het terrorisme de agressieoorlogen tegen Irak en Afghanistan te kunnen lanceren, militaire interventie te kunnen plegen zoals op de Filippijnen, fascistische wetten te kunnen invoeren en staatsterrorisme en repressieve regimes te verhevigen."

En die strijd tegen het terrorisme richt zich dan ook tegen de critici van het semi-koloniale en uiterst repressieve Arroyo-regime op de Filippijnen. Uit interviews met hoge ambtenaren op de Filippijnen blijkt de demonisering van Sison alleen bedoeld te zijn om het Nationaal Democratisch Front te dwingen tot capitulatie. Het blijkt ook overduidelijk dat de bron van de valse informatie betreffende Sison de veiligheidsdienst van de Filippijnen is. Maar de beschuldiging dat professor Sison actief leiding geeft aan de Communistische Partij van de Filippijnen en haar militaire tak: het Nieuwe Volksleger (NPA) raakt kant nog wal. Het is onmogelijk en zelfs volgens hun statuten verboden vanuit Utrecht leiding te geven. Het enige wat Sison blijft doen is zijn wetenschappelijk gefundeerde politieke kritieken schrijven en uitspreken. Sinds 1988 is professor Sison erkend politiek vluchteling in Nederland, na onder meer acht jaar gevangenisstraf met geestelijke en fysieke foltering in zijn thuisland, en heeft zich als 'chief political consultant' van het NDFP actief ingezet voor een rechtvaardig vredesproces.

De rol van het Nederlands grootkapitaal

De Nederlandse regering heeft het beschuldigen aan het adres van Sison met beide handen aangegrepen. Zoals Sison op de persconferentie ook aangaf: "Nederland is qua omvang van geïnvesteerd kapitaal de derde buitenlandse handelspartner van de Filippijnen: meer dan 150 Nederlandse bedrijven zijn actief in dat land, waaronder de grote jongens als Shell, ING Groep en Getronics. Op de website van Buitenlandse Zaken wordt echter één 'belemmering' voor een goede handelsrelatie genoemd: de aanwezigheid van het NDFP en professor Sison in Utrecht.

Zo legt het repressieve bewind op de Filippijnen, dat tot over zijn oren verwikkeld is in een smerige liquidatieoorlog tegen de oppositie, via het Nederlands grootkapitaal zijn wil op aan de Nederlandse regering. En daarvan is Sison het slachtoffer en moet hij het nu doen zonder enige vorm van inkomen, verzekering voor medisch kosten en is geheel afhankelijk van de steun van zijn vrienden in Nederland, Europa en de rest van de wereld.

De Raad van Europa heeft zich aldus ontmaskerd als 'verdediger' van democratie en mensenrechten. De zaak Sison is dé manier om aandacht te vragen voor de groeiende repressie in Europa.

(Op de website www.defendsison.be leest u meer en kunt u de petitie tekenen. Zie ook www.nefiso.nl)