Driekwart Amerikanen ziet oorlog in Irak fout lopen

Bush neigt ernaar plan Baker-Hamilton over te nemen


Door aanzienlijke stijging van militaire uitgaven stijgt het aantal armen en daklozen in de VS schrikbarend.  

Redactie buitenland

Een recordaantal Amerikanen heeft geen vertrouwen meer in de oorlog in Irak. Zelfs bij de Republikeinen gelooft een meerderheid dat de militaire inspanningen de verkeerde kant opgaan. De populariteit van Bush zelf blijft zeer laag, zo blijkt uit een opiniepeiling van de New York Times en CBS News. Bush lijkt steeds meer te worden gedwongen het Baker-Hamilton-plan uit te voeren.

De New York Times meldde eind mei dat de regering aan 'concepten' werkt om de troepensterkte in Irak tegen het midden van 2008 terug te brengen tot 100.000 manschappen. Tegen die tijd loopt de campagne voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen van dat jaar op volle toeren. Het huidige gebrek aan steun van de bevolking voor de plannen van Bush zou de doodsteek voor de Republikeinen kunnen betekenen.

Van de respondenten van een recente peiling vindt 76 procent dat de oorlog in Irak slecht loopt voor de Amerikanen. Een maand geleden bedroeg dat aandeel nog maar 66 procent. Maar liefst 47 procent oordeelt dat het conflict zich "heel slecht" ontwikkelt voor de VS. Zelfs onder de respondenten die zich aanhangers noemen van de Republikeinse Partij van president Bush vindt nu 52 procent dat de zaak ten minste "enigszins" verkeerd loopt, 16 procentpunten meer dan midden april. Dat geeft aan dat de druk op Republikeinse parlementsleden toeneemt om het Irakbeleid van hun president niet langer onvoorwaardelijk te steunen. Amper 30 procent van de respondenten vindt dat Bush goed werk aflevert als president. Dat resultaat ligt maar net boven het diepterecord van 28 procent dat Newsweek optekende bij een peiling eerder deze maand, en duidelijk onder het gemiddelde van 35 procent van alle belangrijke peilingen van dit jaar.

De resultaten van de peiling werden op 24 mei jl. bekendgemaakt, kort voordat het Amerikaanse parlement een bedrag van 100 miljard dollar goedkeurde dat het komende begrotingsjaar naar de militaire operaties in Irak en Afghanistan gaat. Dat was een opsteker voor Bush, maar de enquête is vernietigend.

Bijna niemand gelooft in de 'surge'-strategie, de 30.000 extra manschappen die de Amerikaanse regering tegen half juni in Irak wil hebben om het geweld tussen de grote geloofsgemeenschappen in Bagdad de kop in te drukken. Amper een vijfde van de respondenten denkt dat de strategie, die sinds februari geleidelijk wordt uitgevoerd, de situatie in Irak verbetert.

De enquête geeft aan dat ongeveer 61 procent van de Amerikanen nu gelooft dat de invasie in Irak fout was. Een dikke maand geleden was nog maar 51 procent van de respondenten in een CBS-peiling die mening toegedaan.

Van de mensen die door CBS en de New York Times werden bevraagd, is 63 procent het eens met de Democratische eis dat de Amerikaanse gevechtstroepen uit Irak weg moeten zijn tegen eind 2008. Bijna zeven op de tien respondenten vinden wel dat Amerika de oorlog tegen de opstandelingen in Irak moet blijven financieren, maar alleen als de Iraakse regering vorderingen maakt bij de nationale verzoening en in de strijd tegen de rebellen.

Witte Huis kiest voor plan B in Irak

Gelooft de Amerikaanse regering nog dat haar eigen troepen de opstanden inIrak de kop kunnen indrukken? Goed geïnformeerde Amerikaanse kranten schrijven dat de regering-Bush er intussen van uitgaat dat ze haar soldaten in Irak ten laatste begin volgend jaar massaal moet terugtrekken. Maar feitelijk is er van die ommezwaai nog niets te merken. Door de troepenversterkingen die de Amerikaanse regering sinds begin dit jaar naar Irak stuurde, hebben de VS er nu bijna 165.000 militairen. De extra troepen moeten het geweld tussen soennieten en sjiieten in Bagdad de kop indrukken. Maar nu worden er meer aanslagen gepleegd in de naburige provincies en in andere steden, terwijl de situatie in de hoofdstad na een aanvankelijke verbetering alweer verslechtert.

De voorbije dagen schreef een hele reeks Amerikaanse journalisten met goede contacten in regeringskringen dat het Witte Huis er nu van uitgaat dat de grote Amerikaanse legermacht niet lang meer in Irak zal kunnen blijven. Het lijkt erop dat Bush zich moet schikken naar de aanbevelingen, om bijna alle gevechtstroepen tegen maart 2008 uit Irak weg te halen, die de Iraq Study Group (ISG) in december bekendmaakte. De overblijvende Amerikaanse soldaten zouden zich moeten toeleggen op de opleiding van Iraakse troepen, de bescherming van Amerikaanse installaties en de jacht op de Al-Qaedastrijders die, naar vermoed, zich in het land bevinden. Een kleine militaire macht die vooral de oliebelangen moet dienen.

Politieke spagaat vanwege verkiezingen

Amerikaanse militairen ter plaatse, zoals luitenant-generaal Ray Odierno die het bevel voert in Bagdad, pleiten ervoor de huidige troepensterkte ook in 2008 ongewijzigd te laten. Maar dat lijkt politiek gezien onhaalbaar.

"Weinig of geen Republikeinen willen de verkiezingen ingaan met 150.000 Amerikaanse soldaten die nog altijd onder vuur liggen", schreef de politieke analist David Broder donderdag 31-5 in een andere column in de Washington Post. In zijn stuk citeerde Broder de "verrassend realistische" Mitch McConnell, de voorzitter van de Republikeinse fractie in de Senaat. Volgens McConnel "gaan we in de herfst een andere kant uit" en zal de president die koerswijziging leiden.

Ondertussen zouden de VS ook gesprekken moeten aanknopen met Syrië en Iran, twee landen die kunnen helpen Irak te stabiliseren. Bush wees ook die laatste aanbevelingen in december van de hand, maar lijkt daar al sinds enige tijd op terug te komen.

Bron: IPS/Jim Lobe, 25-5 en 1-6-2007.