"VN mogen niet langer zwijgen over Irak-crisis"

Redactie buitenland

De bezetting van Irak is de belangrijkste oorzaak van de crisis die het land nu doormaakt. Dat stellen het Global Policy Forum (GPF) uit New York en 29 internationale niet-gouvernementele organisaties in een kortgeleden verschenen rapport. Door te zwijgen maken de VN zich medeplichtig aan die gigantische mislukking, vinden de organisaties.

De invasie van Irak in maart 2003 en de aanwezigheid van buitenlandse troepen sindsdien hebben "helemaal geen vrede, welvaart en democratie gebracht, zoals aanvankelijk werd aangekondigd", schrijven de auteurs van het rapport 'War and Occupation in Iraq'. De bezettingsmacht moet zo snel mogelijk worden teruggetrokken, luidt de conclusie.

Het rapport gaat onder meer na welke internationale wetten de buitenlandse troepen in Irak en de plaatselijke autoriteiten overtreden. Dat gaat van willekeurige of illegale arrestaties, gedwongen hervestiging van mensen, aanvallen op steden, folteringen, corruptie en fraude tot de vernietiging van cultureel erfgoed. Opvallend is de schaal waarop sommige problemen zich voordoen. Zo zitten er volgens het GPF bijvoorbeeld momenteel 40.000 mensen achter de tralies in Irak.

De Verenigde Naties en de internationale gemeenschap mogen niet langer zwijgend instemmen met die gang van zaken, stellen de auteurs. Ze moeten eigen initiatieven ontwikkelen om de crisis in Irak aan te pakken.

"De Veiligheidsraad heeft bijna niets ondernomen rond Irak", zegt James Paul, de directeur van het GPF, "het wordt tijd dat de leden hun kop uit het zand halen". Het 117 pagina's dikke rapport is verzonden aan alle landen die in het machtigste VN-orgaan zetelen. De Veiligheidsraad houdt zich bezig met belangrijke bedreigingen voor vrede en veiligheid in de wereld.

Volgens Celine Nahory van het GPF klagen verscheidene lidstaten dat ze op talloze plaatsen informatie bijeen moeten sprokkelen om een goed beeld te krijgen over de situatie in Irak. Het rapport beantwoordt volgens haar aan die nood.

In de wandelgangen vertelden verscheidene VN-ambassadeurs, die al zetelden in de Veiligheidsraad, aan Nahorny dat het moeilijk is om Irak op de agenda te krijgen. "Eén ambassadeur kreeg kortaf te horen dat de VS in de kwestie de leiding op zich hebben genomen."

Het rapport gaat onder meer in op de aanvallen op steden die beschouwd worden als rebellenbastions. Naast het bekende Falluja werd nog een tiental andere steden het doelwit van dergelijke offensieven, waaronder al-Qaim, Tal Afar, Samarra, Haditha en Ramadi. Dergelijke aanvallen worden steevast ingezet met zware beschietingen en bombardementen, terwijl stroom, drinkwater en de voedselbevoorrading worden afgesneden.

Ook buiten de zwaarste conflictgebieden speelt er zich volgens het rapport in Irak een humanitaire ramp van onvoorstelbare omvang af. GPF-directeur Paul acht het mogelijk dat er sinds 2003 al een miljoen Irakezen zijn gestorven door de dramatische verslechtering van de levensomstandigheden. "Vier miljoen Irakezen zijn ontheemd en meer dan de helft van de bevolking moet rondkomen met minder dan een dollar per dag. Toch heeft de Veiligheidsraad de humanitaire crisis in Irak nog nooit op de agenda gezet," klaagt Nahorny.

De buitenlandse troepen in Irak hebben een mandaat van de Veiligheidsraad. De eigenlijke invasie kreeg geen groen licht van het VN-orgaan, maar een paar maanden later erkende het de bezettingsmacht wel als een multinationale troepenmacht. De leden van de Veiligheidsraad hoopten toen dat de VN een belangrijke rol zouden spelen bij het herstel van de vrede in Irak. Maar die kans kreeg de wereldorganisatie niet. Nahorny vindt nu dat de Veiligheidsraad het mandaat van de bezettingsmacht "meteen moet herzien".

(IPS/Mithre J. Sandrasagra, 14-6-2007)