Anti-oorlogsdemonstratie in Seattle op 19 maart 2007. Het verzet tegen de Amerikaanse oorlogshandelingen, wel of niet onder NAVO-vlag, kent veel vormen: staten, bewegingen, groepen en personen verzetten zich meer en meer tegen de dominantie van het Amerikaanse imperialisme en de steun daarvoor van andere westerse landen.
Logo van de SCO en Samenwerking van Russische en Chinese militairen.

SCO maakt zich op voor confrontatie met NAVO (Deel 3)

M.K. Bhadrakumar

Het is veelzeggend dat de Sjanghai Samenwerkingsorganisatie (SCO) van 9 tot 17 augustus grootschalige legeroefeningen organiseerde. Het lijkt misschien onwaarschijnlijk dat een regionale samenwerkingsorganisatie haar jaarlijkse top begint tegen de achtergrond van militaire oefeningen. De Europese Unie, de Associatie van Zuidoost-Aziatische Naties, de Afrikaanse Unie, de Organisatie van Latijns-Amerikaanse Landen, geen van deze organisaties heeft dat ooit gedaan. Op 13 augustus publiceerde zelfs het Financieele Dagblad een lezenswaard artikel over deze ontwikkelingen. Hierbij deel 3 (van 4) van een analyse die vooraf werd gemaakt.

De SCO laat de internationale gemeenschap hiermee luid en duidelijk weten dat er in Centraal-Azië geen machtsvacuüm is dat opgevuld moet worden door veiligheidsorganisaties van buiten de regio.

In toenemende mate beseft de SCO dat het noodzakelijk is om een eigen 'Groter Centraal-Azië'-strategie te ontwikkelen, waarbij ook Iran, Afghanistan en in zekere mate zelfs Pakistan betrokken worden.

In zekere zin vordert dit proces al; dit blijkt uit de verschillende invalshoeken van de SCO-top in Bishkek. Op de eerste plaats is Iran vastbesloten om een volledig lidmaatschap van de SCO te verwerven. In april al diende Teheran hiertoe een officieel verzoek in bij het gastland Kirgizië. Het is gebruikelijk dat een dergelijke formele zet pas plaatsvindt op basis van voorafgaand overleg met de SCO-staten. Het is dus zeer wel denkbaar dat er hieromtrent al overeenstemming aan het ontstaan is binnen de SCO over Iran's lidmaatschap, voor zover die overeenstemming er niet al is.

Het is van grote betekenis dat de Iraanse staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, Mahdi Safari, vorige week bekendmaakte dat president Mahmoud Ahmedinejad de top zou bijwonen. Na deze bekendmaking bezocht Safari Peking, waar hij onder andere een ontmoeting had met Li Hui, China's onderminister van Buitenlandse Zaken, die belast is met Oost-Europa, Centraal-Azië en de SCO.

Vanuit Beijing vertrok Safari naar Moskou. De Russisch-Iraanse betrekkingen verlopen momenteel niet al te gladjes, omdat Rusland de afbouw van de kerncentrale in het Iraanse Bushehr vertraagt. Rusland heeft deze kwestie gepolitiseerd en lijkt geen nucleaire brandstof voor Bushehr te willen leveren tot er een oplossing is voor de Iraanse nucleaire kwestie. Ondanks de bekoelde betrekkingen tussen Rusland en de VS stellen Washington en Moskou zich altijd eensgezind op als het gaat om het exclusief houden van de 'nucleaire club'.

Rusland heeft bovendien veel te winnen bij de overeenkomst met de Verenigde Staten over de samenwerking op het gebied van de kernenergie voor vreedzame doeleinden. Deze overeenkomst, die terloops ondertekend werd tijdens de 'Kreeftentop' tussen de presidenten Bush en Poetin op 2 juni, was een grote toegeving van Washington. Afgesproken werd dat Rusland faciliteiten zou bouwen om Amerikaanse gebruikte nucleaire brandstof te recycleren. Dit is een bijzonder lucratieve handel, ook al omdat hiermee voor Rusland ook de weg vrijgemaakt wordt om de gebruikte Amerikaanse brandstof uit Zuid-Korea en Taiwan te recycleren.

Tegelijkertijd echter geeft de onenigheid over Bushehr Rusland op een zeldzame manier een werktuig in handen om verdere stappen door de VS te blokkeren. De VS dringen in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties aan op nieuwe sancties tegen Iran, omdat dit land zijn programma om uranium te verrijken niet stopt. Politieke analisten in Moskou zagen het recente bezoek van inspecteurs van het Internationaal Atoomagentschap (IAEA) aan de zwaar-waterinstallatie in Arak als een "doorbraak" en als bewijs dat "Iran bereid is om het IAEA volledige antwoorden te verschaffen".

Bushehr is niet exemplarisch voor de Russisch-Iraanse verhoudingen. Beide landen zijn pragmatisch genoeg om dat te beseffen en ze verplichten zich ertoe geen schade toe te brengen aan de wederzijdse samenwerking. Rusland heeft gedeelde belangen met Iran in het gebied van de Kaspische Zee en in Centraal-Azië. Iran is het enige land aan de Kaspische Zee met dezelfde visie als Rusland over het weren van krachten van buiten de regio (lees: de VS en de NAVO). Tijdens de top van de landen die aan de Kaspische Zee gelegen zijn, in Teheran eind dit jaar, zal Rusland nauw met Iran moeten samenwerken.

Misschien was het grootspraak van Bordyuzha, de secretaris-generaal van de CSTO, toen hij Iran onlangs uitnodigde om lid van de CSTO te worden. Toch ontbrak het dit voorstel niet aan ernst. Tijdens het bezoek van de Kirgizische minister van Buitenlandse Zaken, Kadyrbek Sarbajev, aan Teheran op 15 juli, bekritiseerde de invloedrijke voorzitter van de Raad voor de Veiligheid en het Buitenlands Beleid van het Iraanse parlement, Ala'eddin Broujerdi, de opdringerige politiek van de VS in Centraal-Azië hevig.

Hij veroordeelde de pogingen van de Verenigde Staten om de Centraal-Aziatische regio te destabiliseren. Opvallend was dat Broujerdi opriep tot het uitsluiten van veiligheidsorganisaties van buiten deze regio. Zijn standpunt over de veiligheid in Centraal-Azië was bijna gelijk aan dat van Rusland en China.

De rol die Iran zal spelen in de samenwerking op energiegebied is een kernpunt op de agenda waaraan tijdens de SCO-top in Bishkek veel aandacht besteed zal worden. Dit punt is van gezamenlijk belang voor Rusland en China. Rusland heeft er veel bij te winnen als de Iraanse energie haar weg vindt naar de Aziatische in plaats van naar de Europese markten. (Naar verluidt verklaarde Safari afgelopen dinsdag in Beijing dat Iran graag een energieverdrag sluit dat heel Azië omvat.)

Met groeiende onrust ziet Rusland dat Turkije en de Europese Unie (ondanks overduidelijke Amerikaanse bedenkingen) hernieuwde pogingen doen om Iran in te schakelen als gasleverancier en als doorvoerhaven van gas uit Turkmenistan via de voorgestelde Nabucco-pijpleiding. Zodoende zouden de Russische energievoorzieningen in de Balkan en in Zuid-Europa hevige concurrentie krijgen. Vorige maand ondertekenden Turkije en Iran al een principeovereenkomst op dit gebied en vorige week sloot Turkije een overeenkomst met Italië en Griekenland die het Iraanse gas zullen gaan gebruiken.

Rusland ziet hier scherp op toe en hoopt dat Iran zich niet verbindt aan de Nabucco-pijpleiding. Rusland heeft er echter nog meer belang bij om Iran aan te moedigen China's energieleverancier te worden. Op deze manier wordt de kans op conflicten tussen Rusland en China over de energiereserves van Centraal-Azië (en vooral Turkmenistan) kleiner. De voorgestelde Chinese gaspijpleiding naar Turkmenistan zou gemakkelijk verlengd kunnen worden tot in Iran. Tenslotte is Iran een belangrijke speler in elke variant van het wereldwijde gaskartel dat deel uitmaakt van Rusland's strategie. (wordt vervolgd)

Bron: Asia Times, 4 augustus 2007, vertaling Frans Willems.

M.K. Bhadrakumar werkte meer dan 29 jaar in de Indiase diplomatieke dienst en was onder meer ambassadeur in Oezbekistan (1995-98) en Turkije (1998-2001).