Tweede Kamerleden over hangjongeren in Den Helder

Succesvolle demonstratie op 14 april 2007 voor het behoudt van jongerencentrum 'De Postbrug'
Optreden band 'Che' op 14 april 2007.

Jordy Klabbers

Voor één dag, op 15 oktober jl., kwamen twee PvdA Tweede Kamerleden, Lea Bouwmeester en Paul Kalma, naar Den Helder om inzicht te krijgen hoe overlast door jongeren bestreden kan worden. Zij gingen langs buurthuizen, spraken met jongerenwerkers en jongeren zelf. 's Avonds werd er een openbare bijeenkomst gehouden door de lokale PvdA in het wijksteunpunt aan het Bernhardplein.

In de zaal onder de bibliotheek verzamelden zich zo'n 40 mensen uit verschillende buurten, onder wie ook een NCPN-lid, dat er vooral was om meer aandacht te vestigen op de Postbrug en afbraak van sociale voorzieningen in Den Helder. Hoe durven ze te klagen over overlast van jongeren, terwijl ze alle voorzieningen afbreken zodat ze niets overhouden. Hij hoefde echter die kritische kanttekeningen niet zelf naar voren te brengen, daar de aanwezigen (vooral jongeren) zelf ongeremd kritiek uitten op het gebrek aan sociale voorzieningen in de gemeente en het disfunctioneren van lokale politiek.

"De politiek zie ik niet in Den Helder, ik zou niet weten wie het allemaal zijn in de gemeenteraad en wat ze nou eigenlijk doen", aldus een jongere. Een begeleider van de jongerengevangenis de Doggershoek zei: "Wat willen jullie hiermee nou eigenlijk bereiken? Het lijkt mij meer een PvdA-stunt om even in een goed daglicht te staan". Ook vroeg een vrouw of de bevolking nog iets zou merken van wat gedaan wordt met alle suggesties en kritiek. Op deze vraag kwam geen duidelijk antwoord.

PvdA-gemeenteraadslid Andries Pruiksma zei dat de jongeren vertegenwoordigd worden door de Jongeren Advies Raad (JAR) in Den Helder. Waarop veel jongeren reageerden met: "wie, wat, nooit van gehoord en wie zijn dat dan die ons vertegenwoordigen?" Dhr. Pruiksma en meerdere PvdA-leden waren er blijkbaar niet van op de hoogte dat de JAR al langere tijd niet meer actief is. En de mensen die weten van zijn bestaan, herinneren zich zijn slechte contact met de Helderse jongeren.

De reacties op de vragen van de aanwezigen naar duidelijkheid en daden om meer voorzieningen in de gemeente te bieden, werden vaak door de Tweede Kamerleden en de andere PvdA'ers afgeschoven als niet concreet genoeg. Of ze zeiden dat voorstellen op papier moesten worden gezet en opgestuurd naar de lokale overheid. De twee parlementariërs waren vol lof over de burgers en jongerenwerkers in Den Helder, maar inhoudelijk werd er heel weinig gezegd over de reële sociaal-maatschappelijke problemen die Den Helder heeft.

Er kwamen wel wat zaken goed en duidelijk naar voren waar ook wij als NCPN het zeer mee eens zijn. Bijvoorbeeld met de lokale PvdA dat er meer geïn-vesteerd moet worden in jongerenwerkers. Maar praatjes vullen geen gaatjes. En die mooie praatjes van het gemeentebestuur hoort de Helderse bevolking al een lange tijd, terwijl er amper echt iets wordt gedaan.

In heel Nederland komt het steeds vaker voor dat jongerencentra worden gesloten. Projecten voor jongeren, zoals cultuur- en sportmogelijkheden worden gekort op subsidie of zijn helemaal wegbezuinigd. De kosten voor opleidingen en studieboeken zijn vaak zo groot dat een arbeidersgezin het nog maar net kan redden om te betalen. De wijkagent verdwijnt langzamerhand steeds meer uit het straatbeeld. Waar vroeger een wijkagent verantwoordelijk was voor enkele buurten, heeft nu een gemiddelde wijkagent de verantwoording voor soms wel vijf tot 10 keer zoveel buurten. Gevolg is dat het contact met de bevolking, vooral met jongeren, verslechtert. Dit is in extreme mate te zien in grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam.

Hoe kan er gesproken worden over jongerenoverlast? Terwijl heel duidelijk is dat dit niet het probleem is, maar een symptoom van een veel groter probleem.