MOOIE WOORDEN

Illusionisme in de politiek

Rinze Visser

Het is in de reclamebusiness al heel lang normaal om voor een product of dienst - tegenwoordig blijkt dat hetzelfde te zijn - hoge verkoopcijfers te realiseren, er een sympathiek gevoel overgebracht moet worden. Televisie- en ook tijdschriftreclames zijn inmiddels kleine kunstwerken geworden, waarvan de makers vaak grote talenten zijn. Afgezien van het vele flauwe dat dagelijks vertoond wordt en de soms ergerniswekkende onderbrekingen op de televisiekanalen, is er ook vaak sprake van uitingen van groot vakmanschap. Waarbij de vraag: 'hoe zoveel mogelijk mensen emotioneel te binden aan een product, aan een merk', centraal staat. De kunst van het verleiden, dus.

Of dat met waarheid, met echtheid, te maken heeft is daarbij niet interessant. Immers, niet tien verschillende merken van eenzelfde product kunnen allemaal de beste zijn. Dat alles past in de moderne kapitalistische maatschappij, waarin alles een product is geworden, waarin geacht wordt dat allen, inwisselbaar, voortdurend als koper en verkoper tegenover elkaar staan. Waarin macht macht genereert, wat aan de andere kant van de scheidslijn onmacht vergroot. In de kapitalistische postindustriële maatschappijen, ontstaan door voortdurend veranderende mondiale arbeidsdeling, is dat het meest zichtbaar.

In de reclame wordt de waarheid geweld aangedaan, of zó overdreven dat het niet meer waar kán zijn. Maar het werkt. Verleiding werkt. Illusie schept winst. Ook als al dat overdrevene met een knipoog wordt aangeboden. Maar is het wel zo dat verleiding en zelfprofilering zich beperken tot de dagelijkse boodschappen, tot het uit of thuis bankieren en het gebruik van gas, licht en water? Is inmiddels al niet het hele dagelijkse leven doordrongen van een doorgeslagen kwaliteitscultuur? Bij het minste of geringste wordt, in volle ernst, over kwaliteitskeurmerken gewauweld. Personen dringen zich op om vooral in beeld te zijn, ten einde hun vaak van zelfoverschatting getuigende zelfaanprijzingen voor het voetlicht te kunnen brengen. Politieke boodschappen, gericht op verdere individualisering en ontsocialisering van de maatschappij worden aangeprezen als verbeteringen - vooral voor de aankomende slachtoffers(!) - als een verbetering van de kwaliteit van het leven.

Het voor de bazen nog gemakkelijker maken mensen te ontslaan is dan juist goed voor die mensen die daar slachtoffer van worden. Want, zo luidt de boodschap: als men arbeiders makkelijker kwijt kan, dan neemt men ze ook makkelijker weer aan. Dus: door de mensen hun werk af te nemen bezorg je de mensen werk. Zo van: gooi juist wel oude schoenen weg, want dan neem je eerder nieuwe... Of, geheel in de stijl van de strijd tegen de inbrekerij: laat na een inbraak ramen en deuren openstaan, opdat het de inbreker gemakkelijker wordt het gestolene weer terug te bezorgen... Daar kunnen zelfs de Postbank en Rabobankreclames niet tegenop.

Zo wordt ook de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) aan de man gebracht. (dat is de wet waardoor zoveel thuishulpen gedegradeerd worden naar de asociale divisie van hun werk). Er worden echter wél hoge bedragen uitgegeven aan voor de bevolking totaal nutteloze zaken, die enkel tot doel hebben een slechte zaak zoveel mogelijk glans te geven.

En glanzen doet de uitgave die hier nu voor mij ligt zeker. In brochurevorm- 18 pagina's! - getiteld: "Aanbevelingen voor het loket". Deel 1; er volgen er dus meer. Het gaat hier dus over de WMO-loketten. Daarom, zo staat het er "ontwikkelen zij een sterrengids voor de loketten, een soort Michelingids." Waaraan een goed loket moet voldoen is dat burgers iedere werkdag in de eigen gemeente terecht kunnen. En ook: voor iedereen eenvoudig met het openbaar vervoer te bereiken. Mooie woorden, heel mooie woorden!

Wat dat openbaar vervoer betreft zal er dan wel een kwaliteitsomslag plaats moeten vinden die zijn weerga niet kent. In de eigen gemeente terecht kunnen? Even kijken. In onze gemeente is een WMO-loket. In de acht gemeenten, waaronder de onze, die een WMO-gebied vormen, zijn slechts vier loketten. Hoezo kan iedere burger in de eigen gemeente terecht?! Wat voor wereldvreemden moeten het wel niet zijn die de strontpraam beschrijven als een luxe jacht en dan ook nog willen gaan voor een kwaliteitskeurmerk?"

Slechts een paar voorbeelden uit vele. Het wachten is nog op de schitterende verhalen over hoe fijn en vrijheidsgenietend, hoe avontuurlijk het wel niet is om een dagloner te zijn, niet wetend wat de dag van morgen zal brengen; verlost van de saaiheid van de verzorgingsstaat. Hoe een modern mens, een mens van deze tijd, nu de gelukzaligheid van de moderne kapitalistische maatschappij kan genieten. En, dat moet vooral niet onder ons blijven, honderdvijftig jaar terug in de tijd wordt gezet. De harde werkelijkheid en illusie tegelijk. Is dat al niet genoeg wereldvreemd?