Commissie Bakker en het Ierse 'Nee'

Op 12 juni jl. vond in Ierland het referendum plaats over het Verdrag van Lissabon. De strijd in dat land tegen het Verdrag had, net als eerder in Frankrijk en Nederland tegen de Europese Grondwet, succes. Een aanzienlijke meerderheid stemde tegen het Verdrag (Nee: 53,4%). De Ieren zeiden terecht 'Nee' tegen de neoliberale Europese agenda. Waar de bevolking zelf mocht beslissen werd het 'Nee'. De EU tracht krampachtig om het Verdrag er toch doorheen te drukken en hoopt dat in Ierland een nieuw referendum zal worden gehouden dat gunstiger uitpakt. De strijd is nog niet gestreden.
In Denemarken durft de rechtse regering een aangekondigd referendum over toetreding op dit moment niet aan. Een eerste gevolg van het Ierse 'Nee'. In Scandinavië neemt het verzet tegen 'Europa', mede naar aanleiding van recente uitspraken van het Hof van Europa, steeds meer toe. Op de foto een demonstratie in Zweden voor hogere lonen in de gezondheidszorg. Zij kregen uiteindelijk een aanzienlijke loonsverhoging. Strijd loont. De plannen van Bakker moeten ook van tafel. Wanneer laat de FNV van zich horen? (foto Picasa/Wayn)

Strijd voor behoud van de verzorgingsstaat verbinden met strijd voor socialisme

De strijd voor behoud en verbetering van het loon en/of prijsverlaging en/of korter werken, etc. is op langere termijn niet genoeg zolang het systeem zelf niet wordt aangepakt; zolang de meerwaarde van de arbeid bijna geheel vloeit naar ondernemers en kapitaal. De resultaten van onze productiviteit moeten anders worden verdeeld. Nu worden bezitters, rijke speculanten en topmanagers - de zetbazen van het kapitaal - steeds rijker en de producenten van die rijkdom steeds armer. De kapitalistische productie vertoont in het algemeen de tendens het gemiddelde loonpeil niet te verhogen, maar juist te verlagen. De kapitalist zal evenzeer proberen de arbeidstijd zoveel mogelijk te verlengen, niet te verkorten. Inspanningen om het loon te verhogen en de arbeidsduur te verkorten zijn er bijna altijd louter op gericht de waarde van de arbeid te handhaven. De onderhandelingen met de kapitalist over de hoogte van het loon zijn onafscheidelijk verbonden met het feit dat de werker zichzelf als waar te koop moet aanbieden. "Als de arbeidersklasse in haar dagelijkse botsingen met het kapitaal laf zou inbinden, zou zij zich zelf ongetwijfeld beroven van het vermogen de een of andere grotere beweging op gang te brengen. Maar de arbeidersklasse, nog los van het algemene knechtschap dat het loonsysteem met zich meebrengt, mag het definitieve effect van deze dag in dag uit durende strijd niet overschatten. Ze mag niet vergeten dat ze alleen tegen de gevolgen strijdt, niet tegen de oorzaken van deze gevolgen; dat ze de neergaande beweging weliswaar vertraagt, maar de richting ervan niet verandert, dat zij lapmiddelen gebruikt, doch niet het euvel verhelpt. Ze mag dan ook niet uitsluitend opgaan in deze onvermijdelijke guerrillastrijd die onophoudelijk voortkomt uit de eindeloze daden van geweld van het kapitaal of uit de marktschommelingen. Ze moet begrijpen dat het tegenwoordige systeem, bij alle ellende waartoe het haar veroordeelt, tegelijkertijd de materiële voorwaarden en de maatschappelijke vormen verwekt, die noodzakelijk zijn voor een economische omvorming van de maatschappij. In plaats van het conservatieve motto: 'Een rechtvaardig dagloon voor een rechtvaardig dagwerk!' dient ze op haar vaandel de revolutionaire leuze te schrijven: 'Afschaffing van het loonsysteem!'" (Zie: Karl Marx: Loon, Prijs en Winst) Vakverenigingen slagen in het algemeen niet in hun opzet doordat zij zichbeperken tot een guerrillastrijd tegen de uitwerkingen van het bestaande systeem, in plaats van tegelijkertijd te proberen dit systeem te veranderen, in plaats van hun georganiseerde krachten te gebruiken als een hefboom voor de definitieve bevrijding van de arbeidersklasse, d.w.z. voor het definitief afschaffen van het loonsysteem.

Wil van der Klift

Ogenschijnlijk hebben de voorstellen van Bakker en het Ierse 'Nee' niet veel met elkaar te maken, maar kijken we verder dan gaat het om hetzelfde. Van ondernemerszijde, daarin gesteund door een politieke meerderheid in Europa en veel Europese landen, worden in sneltreinvaart voorstellen gedaan om de laatste restanten van de, door de werkers in de vorige eeuw zwaar bevochten, welvaartsstaat af te breken. Daarbij worden de wensen van de bevolking steeds meer genegeerd. De kloof tussen 'politiek' en 'publiek' wordt steeds groter.

Het advies 'Naar een toekomst die werkt' van de commissie-Bakker is verschenen en wordt in ondernemerskringen en door veel politici met tevredenheid ontvangen. De vakbondstop reageert gematigd afwijzend. Vanwaar die voorzichtigheid? Tactisch of principieel? Het advies is een regelrechte aanval op de werkende en uitkeringsgerechtigde bevolking. De vakbeweging kan zich niet permitteren om langs de kant toe te kijken. Het rapport bevat 43 voorstellen om tot 2016 zo'n 400.000 extra mensen uit de uitkering en aan het werk te zetten. Van baanzekerheid naar werkzekerheid of erger nog 'employability-zekerheid' wel te verstaan. Want vaste banen worden afgeschaft en het is lang niet zeker dat de voorgestelde omscholingsmaatregelen ook altijd tot ander werk zullen leiden. De commissie, onder leiding van TNT-topman Peter Bakker, werd eind vorig jaar in het leven geroepen om een kabinetscrisis te voorkomen.

Langer en langer doorwerken

Om te bevorderen dat werknemers in de toekomst doorwerken tot hun 67ste, moet niet alleen de AOW-leeftijd omhoog, maar moet ook de pensioenopbouw worden beperkt. Gepensioneerden moeten daarnaast gaan meebetalen aan hun AOW. Vanaf 2016 wil men de AOW-leeftijd met een maand per jaar optrekken. In 2040 moet de AOW-leeftijd 67 jaar zijn. De opbouw van het aanvullend pensioen wordt verlaagd. De AOW wordt vanaf 2011 geleidelijk uit de belastinginkomsten betaald in plaats vanuit premies (fiscalisering). Gepensioneerden moeten dan meebetalen aan de oudedagsvoorziening. Op korte termijn moeten fiscale maatregelen werkenden dwingen door te werken tot hun 65ste.

Meer mensen uit de uitkering en aan het werk

Deeltijdwerkers moeten meer uren gaan draaien. In de praktijk betekent dit vooral gedwongen stapelbaantjes aannemen. Veel meer vrouwen dan nu moeten gaan werken. Dat zal uiteraard niet allemaal vrijwillig gebeuren. Er moet daarom een participatieplicht komen voor mensen die een half jaar of langer een uitkering hebben. Alleen vrouwen die geen financiële zorgen hebben kunnen zich permitteren thuis te blijven of een paar uur leuk werk te doen. Bedrijven krijgen (uiteraard weer) belastinggeld als ze een oudere werknemer in dienst nemen.

Ontslagbescherming via achterdeur afgeschaft

Op langere termijn moeten bedrijven een werknemer die ze kwijt willen nog een half jaar doorbetalen en hem helpen bij het zoeken naar een andere baan (outplacement-periode). Na deze periode heeft de ontslagen werknemer recht op een uitkering van een half jaar via zijn bedrijfstak. Daarna wordt hij gedumpt met een uitkering die in de plaats komt van de huidige WW. De commissie doet geen voorstel voor de duur ervan. De WW-uitkering is op dit moment minimaal drie en maximaal 38 maanden. Na ontslag komt er per gewerkt jaar een maand WW-uitkering bij.

Flexibilisering van de arbeid

Iedere werknemer krijgt - door hem zelf meebetaald uit de eigen arbeidsvoorwaarden-ruimte - een 'budget' waaruit hij scholing en eventuele periodes van werkloosheid kan overbruggen.

Advies Bakker past in Lissabon-strategie

De strategie die werd uitgestippeld in de Lissabon-plannen van de EU uit 2000 wordt stap voor stap uitgevoerd. Jaar na jaar worden in alle Europese landen veranderingen doorgevoerd die deze agenda moeten realiseren. Van land tot land verschillend, afhankelijk van de vorm die de verworven rechten in het verleden hebben aangenomen, de strijdbaarheid van de verschillende bevolkingen en de kracht van de vakbewegingen in die landen. Een handicap voor de Europese kapitalisten is dat ze er nog niet in slaagden hun gezamenlijke neoliberale Grondwet of Verdrag (ook van Lissabon) te realiseren. Inmiddels doet het Europese Hof van Justitie de ene na de andere uitspraak die de arbeidsrechten van de werknemers uitholt.

Bevolking en politieke elite groeien steeds meer uit elkaar

Steeds weer blijkt het verzet onder de bevolkingen van de landen in Europa te groot als zij de kans krijgen om dat middels referenda te uiten. De definitieve vaststelling van het, door de ondernemers en hun politieke vriendjes gewenste, Europese Verdrag zal de neoliberale koers die Europa heeft ingeslagen verder versterken en leiden tot intensivering van de aanvallen op de koopkracht, het levenspeil, de arbeidsvoorwaarden en het publieke voorzieningenniveau. Dat heeft de meerderheid van de Ierse bevolking zeer goed begrepen. Haar 'Nee' moet daarom worden benut om de neoliberale aanvallen nog sterker dan nu te stoppen. De SP grijpt terecht de verkiezingen in 2009 aan om daarvoor campagne te voeren. Het advies van de commissie Bakker past precies in deze neoliberale plannen en wijkt in essentie ook niet af van wat Donner wil. Het is alleen handiger geformuleerd en over een langere termijn uitgesmeerd. Het geeft de politieke elite meer mogelijkheden om de doorvoering van de plannen afhankelijk te maken van de (snel) verslechterende financieel-economische ontwikkelingen de komende jaren en hun politieke overlevingsspelletjes.

Koopkracht, inflatie, loonstrijd en werkduur

De strijd voor de verbetering van de koopkracht zal door de groeiende inflatie steeds meer in het middelpunt van de belangstelling komen te staan. Loonstrijd kan en mag echter niet los worden gezien van strijd voor korter werken, behoud van publieke voorzieningen en verlaging van de prijzen, zoals de commissie Bakker ons nadrukkelijk toont. Het gaat tegenwoordig (weer) niet alleen om behoud en verbetering koopkracht, maar steeds meer ook om het behoud van een goede gezondheid (tegen het aldoor opvoeren van werkdruk, toenemende stress, flexibilisering van het werk, etc).

Sinds eind tachtiger jaren (vorige eeuw), na de heftige strijdperiode die ontstond tegen de gevolgen van het Akkoord van Wassenaar, heerste er overwegend een cultuur van klassenvrede, onderhandelen (polderen) en achterkamertjespolitiek, waarin een doorslaggevende rol was weggelegd voor de betaalde bestuurders, terwijl de vakbeweging steeds meer de vorm kreeg van een sociale ANWB. De eerste barsten ontstonden in 2004/2005 toen steeds duidelijker werd dat de koek niet meer 'eerlijk' kon worden verdeeld. Museumplein en 'Nee' tegen de Grondwet waren de meest in het oog springende wapenfeiten van die omslag in het denken en handelen. De verkiezingsuitslag (eind 2006) gaf aan dat die omstandigheden nog niet veranderd waren. De huidige crisis en komende aanvallen (Flexicurity, Lissabonagenda, Europees Verdrag, advies Bakker) maken dat de sfeer de komende periode alleen maar zal verharden. De recente voorstellen van de commissie Bakker tonen dataan. Zij vormen een opzetje voor de rechtse meerderheid in parlement en kabinet om het mes verder te zetten in een hele reeks sociale verworvenheden.

Strijdbare en brede vakbeweging is nodig: Vecht voor je Recht!

De komende periode zal steeds spannender worden. Daarbij kunnen we in gedachten houden dat als de bevolking zelf aan het woord mag komen, zoals op het Museumplein in 2004, tijdens de referenda in Frankrijk en Nederland in 2005, tijdens de parlementaire verkiezingen eind 2006 en in Ierland kortgeleden, de aanvallen en rechtse voorstellen door grote meerderheden worden afgewezen. De politieke elite, gevangen in een zich verdiepende crisis, kan geen andere kant op dan de voorwaarden voor de klassenstrijd verscherpen. Intussen neemt het verzet toe onder een groeiend deel van de bevolking. De tegenstellingen groeien. Er dient dan ook snel een omslag te komen in het denken binnen de vakbeweging: van sociale ANWB en aanzetten tot verdere individualisering van de dienstverlening naar strijdbare brede vakbonden. Want alleen samen staat de werkende en uitkeringsafhankelijke bevolking sterk genoeg om de komende - zich snel verhardende - strijd in haar voordeel te laten eindigen.