ALBA: daadwerkelijke regionale integratie

Luis Chirino

Vier jaar na de oprichting in Havana van het Bolivariaans Alternatief voor de Amerika's (ALBA) breidt dit initiatief tot regionale integratie zich ook in 2008 verder uit over Latijns-Amerika en het Caribisch gebied met een groot aantal projecten waarvan de inwoners van de lidstaten en andere landen in de regio profiteren.

De permanente leden van dit regionale initiatief, waarvan het acroniem ALBA in het Engels 'DAWN' betekent [dageraad, morgenrood e.d., nvdr], zijn Venezuela, Cuba, Nicaragua, Bolivia en de Dominicaanse Republiek. Daarnaast heeft een groot aantal landen in de regio overeenkomsten ondertekend met betrekking tot verschillende economische en sociale programma's die onderdeel vormen van het initiatief.

Hugo Chávez, president van Venezuela, is de ontwerper van het ALBA. In 2001 stelde hij ALBA voor als een alternatief voor de mislukte, door de VS geleide, pan-Amerikaanse Vrijhandelszone (FTAA) en de versleten neoliberale economische recepten en modellen, die de VS oplegden aan de meeste verzwakte Latijns-Amerikaanse economieën gedurende de laatste twee decennia van de 20e eeuw.

Een fundamenteel uitgangspunt van het ALBA is dat ontwikkelingslanden hun economische onafhankelijkheid verkrijgen, naast andere mechanismen, d.m.v. het aangaan van overeenkomsten gebaseerd op samenwerking en solidariteit; overeenkomsten die afstand nemen van de golfbewegingen van de kapitalistische markt en zich juist richten op het menselijk welzijn als belangrijkste doel.

President Hugo Chávez van Venezuela en Fidel Castro van Cuba ondertekenden in Havana de documenten waarmee het ALBA werd opgericht, een orgaan dat is georganiseerd in overeenstemming met het internationaal recht.

Het ALBA heeft een grote ontwikkeling doorgemaakt in de afgelopen vier jaar. In het eerste kwartaal van 2005, het jaar waarin het initiatief daadwerkelijk in werking trad, gingen al veel bilaterale en bredere projecten van start.

Twee Topconferenties in minder dan vier maanden

De zesde Topconferentie van ALBA-staatsleiders en -regeringen vond dit jaar plaats op 25 en 26 januari in Caracas. De deelnemers discussieerden over de strategieën voor 2008, rekening houdend met de huidige ontwikkelingen in de wereld en in het bijzonder in Latijns-Amerika en de Cariben. Ook werd het functioneren van het ALBA tot dat moment geëvalueerd. Tijdens deze conferentie werd de Dominicaanse Republiek aangenomen als volwaardig lid van het ALBA.

Aan de ALBA Topconferentie werd deelgenomen door de presidenten Hugo Chávez [Venezuela], Evo Morales [Bolivia], Daniel Ortega [Nicaragua], de Cubaanse vicepresident Carlos Lage, de eerste ministers Roosevelt Skerrit [Dominicaanse Republiek], Ralph Gonsalves [Saint Vincent en de Grenanidas] en Baldwin Spencer [Antigua en Barbuda], en door vertegenwoordigers van Ecuador, Haïti, Uruguay, Honduras en Saint Kitts-Nevis.

Tijdens de conferentie werden de resultaten van het ALBA geëvalueerd en werd stilgestaan bij belangrijke ontwikkelingen van sociale programma's ophet terrein van gezondheid en voedsel, in het bijzonder in Bolivia, Nicaragua en Haïti. De deelnemers bespraken ook de groeiende rol van het PETROCARIBE-energie-integratieproject, waaraan 16 landen deelnemen; tijdens de conferentie sloot Honduras zich daarbij aan. Het energieproject bevordert de aankoop van olie en daarvan afgeleide producten in tijden dat de wereld geconfronteerd wordt met onhoudbare olieprijzen.

In april dit jaar werd nog een Topconferentie gehouden van ALBA-staatsleiders en -regeringen, bijeengeroepen door de Venezolaanse president Hugo Chávez. Doel van de bijeenkomst was de afwijzing van de plannen van de VS om Bolivia te destabiliseren. De deelnemers aan de bijeenkomst analyseerden de situatie in Bolivia, een land dat de aardoliesector nationaliseerde, landhervormingen doorvoerde en programma's voor gezondheidszorg en onderwijs ontwikkelde. Tijdens de conferentie werd besloten tot het voeren van solidariteitsacties voor de regering Evo Morales.

ALBA-leiders ondertekenden ook een overeenkomst voor voedselsamenwerking en openden daarvoor een speciaal '100 miljoen dollar fonds' voor de ontwikkeling van agrarische en industriële programma's. Dit initiatief omvat ook de productie van granen, bonen, vlees en melk en de verbetering van watersystemen, en een commercieel netwerk om speculatie in de voedselsector te voorkomen.

Een aantal resultaten van het ALBA dit jaar

In het eerste kwartaal van 2008 werd informatie vrijgegeven over de aanleg van een glasvezelkabel die Venezuela en Cuba met elkaar zal verbinden. De kabel maakt het voor Cuba mogelijk om het gegevensverkeer aanzienlijk te verbeteren [inclusief de toegang tot internet, nvdr]. De kabel zal de Cubaanse oostelijke locatie Santiago de Cuba verbinden met de Venezolaanse regio Camurí vlakbij de haven van Guara, met terminals in Jamaica, Nicaragua and Haïti.

Tijdens een technische ALBA-bijeenkomst in Nicaragua bespraken de deelnemers de milieuproblemen waar de ALBA-lidstaten mee geconfronteerd worden. In samenhang daarmee spraken zij over drie projecten voor watervoorziening en riolering in de stad en op het platteland, bosbeheer en de beheersing van watervoorraden, waaronder het Cocibolca ofwel het Grote Nicaraguaanse Meer.

In april dit jaar heeft het ALBA officieel documenten goedgekeurd die vergaande samenwerking tussen de verschillende sectoren van hoger onderwijs in de regio mogelijk maken. Daarmee kan het Gran-National ALBA-onderwijsprogramma, bedoeld om het openbaar onderwijs in de regio te versterken en te zorgen voor voldoende mensen met een beroepsopleiding voor de regio, van start gaan.

Het programma voor gratis oogchirurgie, bekend als de 'Operation Miracle', is één van de grootste projecten van het ALBA, in gang gezet door Cuba en Venezuela. Door dit initiatief hebben volgens het dagblad La Jornada [Mexicaanse krant, nvdr] meer dan een miljoen mensen in de regio hun zicht terug gekregen. Dit programma voor gratis oogchirurgie, waarvan naar verwachting uiteindelijk meer dan tien miljoen inwoners van Latijns-Amerika en de Cariben zullen profiteren, wordt uitgevoerd in de ALBA-landen en ook in andere landen in de regio, zoals Peru, Mexico, Paraguay en Haïti.

Een ander succesvol ALBA-programma is de alfabetiseringcampagne: 'Ja, ik kan'. Meer dan twee miljoen mensen in Latijns-Amerika hebben van die campagne geprofiteerd. Venezuela is het tweede land in de regio dat zichzelf'analfabetisme vrij' heeft verklaard. Cuba had dat doel al bereikt in 1961. Het alfabetiseringsprogramma wordt nu uitgevoerd in Bolivia, Nicaragua, Paraguay en zelfs in Spanje.

Ondertussen gaat het ALBA door met het ontwikkelen van programma's en projecten, onder meer op het terrein van de eerlijke handel, financiën, gezondheid, voedsel, telecommunicatie, toerisme, mijnbouw, industrie en energie.

Bron: http://www.cubanews.ain.cu/2008/0710integrac-alba.htm

Vertaling door J. Bernaven van de Engelse versie van het Spaanstalige origineel, gepubliceerd door Cubahora.