Een eigentijdse Griekse tragedie

Griekse vloot is verouderd en arbeidsvoorwaarden verslechteren snel.

Anna Ioannatou

De economie kan het allemaal niet dragen en dus bevinden lonen en pensioenen zich in dalende lijn. Zestig procent van de algemene pensioenen bedraagt minder dan 600 euro, waarvan 30 procent minder dan 450 euro. Slechts 15 procent geniet een pensioen van meer dan 1050 euro. In de landbouwsector is het beeld nog droeviger: 59,6 procent heeft een pensioen van hooguit 400 euro, 28,3 procent tussen de 400 en 500 euro, 9,6 procent tussen de 500 en 600 euro, 2,1 procent tussen de 600 en 700 euro, 0,3 procent tussen de 700 en 800 euro en slechts 0,1 procent hoger dan 800 euro.

Deze gegevens zijn te vinden in een recente studie van de Federatie van Werknemers in Verzekeringsfondsen die het jaar 2008 betreffen en volgens welke twee derde van alle pensioengerechtigden geen andere bron van inkomsten heeft. De lage pensioenen zijn het steeds duidelijker wordende resultaat van het, voor de werkende klassen discriminerende, beleid van de regeringen van beide grote partijen, die o.a. de stijging van de pensioenen losgekoppeld hebben van de stijging van de lonen. En die stijging is al om te huilen!

In de laatste landelijke algemene collectieve arbeidsovereenkomst ging de GSEE (Algemene Confederatie van Griekse Werkers) akkoord met een loonsverhoging van 1 euro per dag...

Uit de meest recente officiële statistieken van de Stichting voor Sociale Verzekeringen (IKA) (gegevens voor 2005) blijkt dat bijna één op de twee werkenden (46,86%) gemiddeld een dagloon van 13,88 euro 'geniet'. Als je het gemiddelde jaarloon door 30 (dagen) deelt, dan zakt dit gemiddelde dagloon zelfs tot 11,57 euro. Deze categorie werknemers werkt slechts gemiddeld 123 dagen per jaar, wat betekent dat duizenden werknemers zelfs helemaal niet aan een pensioen toekomen. Dit in combinatie met de door regeringsbesluiten steeds hoger wordende pensioengerechtigde leeftijd.

Slechts één op de drie werknemers heeft een volledige betrekking en als gevolg van de nieuwe verzekeringswet zullen zo'n 400.000 mensen het zonder ziektekostenverzekering moeten doen. Slechts 34 procent slaagde erin 300 dagen per jaar te werken. Het totale gemiddelde van het aantal gewerkte dagen was 215 en het totale gemiddelde inkomen van de bij de IKA verzekerden was 793 euro per maand; 8,35 procent werkte 1 tot 49 dagen per jaar, het gemiddelde was 25 daglonen voor deze groep met een inkomen van niet meer dan 65 euro per maand; 9,46 procent werkte 50 tot 99 dagen per jaar met een gemiddeld inkomen van 192 euro per maand (!); 10,73 procent werkte 100 tot 149 dagen per jaar met een gemiddeld inkomen van 329 euro per maand.

In 2008 zijn er 280.000 mensen toegevoegd aan de officiële lijst van allerarmsten (stijging van 12,68%', maatstaf is een maandsalaris van minder dan 450 euro). Griekenland heeft hiermee het hoogste percentage armen van Europa. Deze slechts beperkte opsomming van gegevens staat in schrille tegenstelling tot de 11 miljard euro winst (2007) van de grote ondernemers en dan nog alleen van die ondernemingen, die beursgenoteerd zijn.

De andere zijde van een regeringsbeleid

In de periode 2000-2008 gaven de regeringen ('socialistische' Pasok en rechtse Nea Dimokratia en Synaspismos/Syriza steunt dit rederslievend beleid) maar liefst een bedrag van 226.822.254,98 euro subsidie aan reders inde sector kustvaart. Geld dus van de Griekse belastingbetaler, dat rechtstreeks in de zakken van een handjevol reders terechtkwam. Dit bedrag werd verdeeld over 65 scheepvaartbedrijven in de periode 2000-2002 en dit aantal liep op tot 132 bedrijven in het tijdvak 2002-17/7/2008.

Bovenstaande gegevens staan in een antwoord van de minister van Koopvaardij (4/8/2008) op een eis, ingediend door communistische parlementsleden, tot inzage van de documenten betreffende de "totale subsidies per bedrijf verstrekt aan ferryboot- en kustvaartbedrijven vanaf 2000 tot op heden". De gegevens brengen de schandalige steun, die de regeringen van beide grote partijen aan grote reders verleent om met het oudste materiaal te varen terwille van het groeiende winstbejag, aan het licht. Van de 49 passagiersboten voor de kustvaart zijn er 19 tussen 1971 en 1979 gebouwd en 13 vanaf 1975. Een presidentieel decreet van juli 2006 biedt reders de mogelijkheid schepen van ouder dan 30 jaar in te zetten!

Met enorm gestegen reiskosten (sinds 2003 een stijging met 65 procent van de tickets), 110 procent stijging van staatssubsidies aan reders en verdubbeling van het aantal lijnen dat als verlieslijdend beschreven werd (in 2008 zelfs een verdriedubbeling van de subsidies aan deze lijnen!), met arbeidsvoorwaarden die geen enkel verworven recht meer heel laten voor het personeel aan boord en omstandigheden die een regelrechte bedreiging voor de veiligheid op zee betekenen (flinke toename van het aantal ongelukken).

Geen geld voor lonen en pensioenen, maar kennelijk kan de (kapitalistische) economie al deze subsidies wel dragen!