Ingezonden: Asociale praktijken bij de Sociale Werkvoorziening

Beeldje van stratenmaker in Sneek.

Als WIW'er/banenpooler kwam ik in mei 2001 bij de straatmakersploeg van het WSW-bedrijf Waghgenbrugghe in Sneek. Een lang gekoesterde wens ging eindelijk in vervulling. We hadden een prima ploeg met vakmensen die meer dan twintig jaar ervaring hadden. We deden prima werk en klachten waren er zelden. We deden zelfs klussen waar een regulier bedrijf voor wegliep.

Begin 2003 kwam de fusie met het Sociale Werkvoorzieningsbedrijf Westergo (omgeving Franeker, Harlingen, Grou). In die tijd zat Westergo in de rode cijfers en een fusie was hun redding.

Onze werkleider overleed aan een slopende ziekte. Met zijn vervanger hadden wij al eerder gewerkt en waren hier zeer tevreden over. Helaas werd hij na enige tijd vervangen door iemand van buitenaf. Deze persoon had een eigen straatmakersbedrijf en werkte gedeeltelijk bij Westergo in Grou. Toen begon de ellende. Er werd beweerd dat de straatmakersploeg Sneek slecht draaide en de afgelopen jaren slecht begeleid was. Wij moesten maar genoegen nemen met andere regels en als we niet in de pas wilden lopen gingen er koppen rollen.

Wij hebben diverse malen aangegeven dat het zo niet gaat en uiteindelijk zija er brieven gestuurd naar o.a. de algemeen directeur van de WSW-instelling, B en W van Sneek (beide brieven anoniem), naar de betrokken FNV-vakbond, de wethouder van Sociale Zaken en naar de redactie van het SW JOURNAAL. Niemand heeft wat voor ons gedaan.

Wij hebben uiteindelijk een brief opgesteld waarin wij gevraagd hebben om een andere werkleider. Deze brief was door de hele straatmakersploeg ondertekend en ingeleverd bij de algemeen directeur. Deze brief is bij het lagere echelon terechtgekomen. Een week later moesten we man voor man voor een commissie van drie (allemaal Westergoƫrs) verschijnen. Hier zat geen onafhankelijk persoon bij.

Wij werden voor de keus gesteld: of akkoord gaan met de huidige situatie of de gevolgen voor lief nemen. (de intimidatiemethode van Westergo). Daarna trokken drie mensen zich terug. Vier kregen ander werk en moesten weer op het startersloon beginnen. Zij gingen er een paar honderd euro per maand op achteruit. Ikzelf was niet in vaste dienst en moest meteen het veld ruimen.

Via de WIW-regeling kreeg ik mijn loon doorbetaald, dus kon er juridisch weinig voor mij gedaan worden. Weg werk, weg straatmakersploeg. November 2004 ging de stekker eruit.

De collega's die minder salaris kregen hebben zich gemeld bij Rechtshulp Noord-advocaten. Helaas heeft dit weinig opgeleverd. Zelf ondervind ik nog elke dag psychische schade van hetgeen toen gebeurd is. Binnenkort heb ik mijn eerste afspraak bij de GGZ. Wij zijn nog altijd van mening dat bepaalde zaken niet ongestraft mogen blijven.

Voorwaarts ten strijde kameraden,

H.B. te S.