Recensie Opdracht uitgevoerd

Jaap Duppen: 'Opdracht uitgevoerd. Een verhaal over de Tweede Wereldoorlog die voor Nederlandse jongens 10 jaar duurde', Rotterdam, 2007.

Uitgeverij Calbona, ISBN: 978-90-71343-44-5. Prijs: 20 euro excl. verzendkosten à 2,64. A-4 formaat 15 euro, excl. portokosten à 2,64.

Bestellen: j.c.duppen@hetnet.nl

Annabelle Schouten

Het Historisch Nieuwsblad lanceerde onlangs een discussiestelling over de Nederlandse 'politionele acties' van 1947 en 1948/1949 tegen de jonge Indonesische republiek. In één reactie was te lezen dat de schuld van deze oorlog niet bij de soldaten gelegd moet worden: "Dit waren jongens van 18-20 jaar die gehoorzaamden aan het gezag."

Over deze jongens gaat Opdracht uitgevoerd. Een verhaal over de Tweede Wereldoorlog die voor Nederlandse jongens 10 jaar duurde, geschreven door Jaap Duppen, dienstplichtig militair in Indonesië van 1948-1950, en ANJV- en CPN-lid.

Met dit boek heeft Duppen de andere kant van het verhaal eens willen belichten. Hij doet dit aan de hand van zijn eigen ervaringen daar, maar ook van artikelen uit De Waarheid en het Bataljongedenkboek uit 1953. Hij heeft het verhaal op een luchtige manier geschreven, ondanks dat het allerminst een luchtig onderwerp is. Het leest alsof hij persoonlijk het verhaal aan de lezer vertelt.

Zijn verhaal is erg belangrijk. In Nederland rusten nog altijd grote taboes op het koloniale optreden van Nederland in Indonesië tussen 1945-1950. Ook over de duizenden dienstweigeraars is nog relatief weinig bekend. Maar wat weten we eigenlijk over hen die wel naar Indonesië gingen en die aan den lijve de Nederlandse koloniale politiek ondervonden?

Opdracht uitgevoerd geeft een helder beeld van de stemming onder de Nederlandse soldaten vlak na de Tweede Wereldoorlog. Vanwege het sterke antifascisme, vooral onder jongeren, was er grote weerzin tegen het sturen van troepen naar Indonesië. Er vonden in het najaar van 1945 en in het voorjaar van 1946 grote demonstraties en massabijeenkomsten plaats, mede georganiseerd door de CPN, tegen troepenuitzending. Door aan de Grondwet te sleutelen en op die manier troepenzending wettelijk mogelijk te maken plaveide de regering, bestaande uit de Katholieke Volkspartij (KVP) en de in februari 1946 opgerichte PvdA, de weg naar koloniaal ingrijpen.

Duppen werd begin 1949 als dienstplichtige gestationeerd in het oosten van Java. Nederland poogde toen tevergeefs het verzet van de Indonesische vrijheidsstrijders, dat plaatsvond na de zogeheten Tweede Politionele Actie, te elimineren. De republiek was zo goed als weggevaagd. De Indonesiërs beantwoordden de Nederlandse aanval met een felle guerrillastrijd. Uit Duppens relaas komt op indringende wijze naar voren hoe slecht de Nederlandse legerleiding en daarmee ook de regering de soldaten behandelde. Terwijl de jongens, veelal afkomstig uit arbeidersgezinnen, opgetrommeld werden om het vuile koloniale werk op te knappen, ontbrak het hen aan behoorlijke beloning, voeding en kleding. Over het algemeen wilden ze het liefst naar huis.

De titel van het boek slaat terug op Duppens politieke taak voor de CPN. Hoewel de partij vooraan stond in de acties tegen de troepenzending, stimuleerden bestuurders dienstplichtigen wel naar Indonesië te gaan. De officiële lijn was werken onder de massa, ook als die massa werd gedwongen een koloniale oorlog te voeren. Zo vlak na een periode van illegaliteit in de oorlog was de partij voorzichtig. Zij steunde dienstweigeraars dan ook niet openlijk. 'Onofficieel' organiseerde de CPN wel hulp aan hen. Eind 1947 werd dit losgelaten. Werken onder de massa was nu prioriteit nummer één.Binnen het leger konden partijleden discussies voeren, materiaal verspreiden, informatie doorgeven aan het thuisfront, een netwerk van progressieve soldaten opbouwen en tot slot ook opkomen voor soldatenbelangen. Duppen: "Dat was mijn legitieme opdracht, waarvan ik me zo goed mogelijk heb proberen te kwijten."

Duppen heeft zijn opdracht uitgevoerd. Maar hij vindt dat met name de ANJV-bestuurders later wel erg weinig aandacht hadden voor hen die hetzelfde hadden gedaan. De partij had dienstplichtige leden aangespoord naar Indonesië te gaan, terwijl ze later vooral oog had voor de leden die niet de officiële partijlijn hadden gevolgd: de dienstweigeraars en mensen die de kant van de Indonesiërs kozen, zoals Piet van Staveren. In 1949 en 1950 organiseerde de CPN grote campagnes voor hen. Vol overtuiging heeft Duppen meegedaan aan deze campagnes, maar het is duidelijk dat dit voor hem en vele andere soldaten, lid van de CPN en ANJV, toch op zijn minst wat wrang is geweest.

Bijzonder aan dit boek is dat het verhaal niet stopt in 1950 bij Duppens terugkeer uit Indonesië. Het wordt aangevuld met brieven die hij schreef aan diverse kranten over de koloniale oorlog. De Nederlandse regering heeft nooit afstand genomen van de misdaden die in Indonesië zijn gepleegd. In deze brieven pleit Duppen ervoor de verantwoordelijkheid daar neer te leggen waar ze hoort: bij de Nederlandse heersende politiek, onder aanvoering van de PvdA. Kolonialen die hun gezag wilden herstellen en kapitalisten die hun belangen wilden behouden op de archipel zijn eveneens schuldig. De verantwoordelijkheid rust in elk geval niet bij "jongens van 18-20 jaar die gehoorzaamden aan het gezag." Of jongens die eenvoudigweg een legitieme opdracht voor hun partij uitvoerden.

Opdracht uitgevoerd heeft grote actuele waarde. De meeste westerse landen hebben nu dan beroepsmilitairen, maar ook hier geldt: bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor de oorlogen op de Balkan, in Afghanistan of in Irak? Voor welke belangen vechten de soldaten? Dit boek is vooral voor hen aanbevolen leesvoer.