Cuba: Vijftig jaar van verzet en standvastigheid (deel 1)

Internationale steun en solidariteit; onmisbaar voor het voortbestaan van de Cubaanse Revolutie. Cuba kan nu concrete steun gebruiken om stormschade te overwinnen. Donaties op rek. 6391313, NCPN-landelijk te Amsterdam, ovv 'Cuba Orkanen'. Op naar de 5000 euro.
President Raúl Castro.

Interview met generaal Raúl Castro, president van de staatsraad en de ministerraad door Talia González Pérez van de Informatievoorziening van Televisión Cubana op 31 december 2008 ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de Revolutie.

Journalist: Tijdens de eerste jaren na de overwinning van de revolutie liet de leider van de Revolutie, Fidel Castro Ruz, de bevolking weten dat hoe succesvol de Revolutie ook was, niemand moest denken dat alles in de toekomst gemakkelijker zou zijn. Alles zou in de toekomst zelfs moeilijker kunnen worden. Hoe moeilijk is het de afgelopen vijftig jaar geweest om een socialistische Revolutie op te bouwen die zich geconfronteerd ziet met imperialistische agressie en een complexe internationale situatie?

Raúl Castro: Deze woorden van de opperbevelhebber herinner ik me levendig omdat ik toen diep onder de indruk was van zijn vooruitziende blik. Hij sprak ze uit op 8 januari 1959 na zijn aankomst in de hoofdstad, in de voormalige Columbia-kazerne waar het voornaamste garnizoen van de dictatuur gelegerd was. Nu, vijftig jaar later ben ik zelfs nog meer onder de indruk, vanwege zijn scherpe visie.

Deze woorden hielden het volgende in: "De dictatuur is verslagen en de vreugde is immens. Desalniettemin valt er nog veel te doen. Laten we onszelf niet wijsmaken dat in de toekomst alles gemakkelijk zal gaan; misschien wordt alles er alleen maar moeilijker op."

En zo is het geweest, sinds die eerste dagen. Toen we de eerste maatregelen namen om de Revolutie te verdedigen, het arresteren en berechten van de wreedste moordenaars en beulen van de Revolutie, begon de confrontatie met de media die in handen was van de dominante machten op ons continent en in de rest van de wereld, of tenminste in een deel van de wereld van dat moment.

Zo herinner ik me een enorme campagne die opgezet werd in de eerste maanden na de overwinning van de Revolutie. Er was nog maar weinig tijd verstreken en de Revolutie boekte al vooruitgang. Op 17 mei, na vierenhalve maand gaf Fidel zijn goedkeuring aan de eerste landbouwhervormingswet. Dat was in het hoofdkwartier in La Plata in de Sierra Maestra, waar de ministerraad gevestigd was. Deze wet trof veel Amerikaanse belangen, omdat bedrijven uit de VS de beste stukken grond bezaten. Dit kwam voornamelijk voort uit de bezetting van het land door de Amerikanen aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw toen zij een symbolische prijs betaalden van tien cent per hectare uitstekende landbouwgrond. Het spreekt vanzelf dat de belangen van de VS als eerste getroffen werden toen Cuba de zeggenschap over de landbouw hernam.

Volgens mij vormde deze maatregel de Rubicon voor de Cubaanse Revolutie. De Rubicon was een rivier die de grens markeerde tussen Italië en de Romeinse provincie Gallië. Toen Julius Caesar besloot om de rivier over te steken nadat de Romeinse Senaat hem verboden had Italië binnen te trekken met zijn leger werden de woorden "Hij is de Rubicon overgestoken" legendarisch. Met andere woorden: hij nam een onomkeerbare beslissing. Door het aantasten van de Amerikaanse belangen werd de landbouwhervormingswet onze Rubicon die op een zeer venijnige manier de klassenstrijd en de imperialistische agressie tegen Cuba ontketende. Je kunt zeggen dat dit een eerste zeer wezenlijke stap was, gevolgd door vele andere.

De voortdurende daden van agressie, de klap die ons werd toegebracht toen de Verenigde Staten weigerden onze olie te raffineren die we goedkoper in de Sovjet-Unie konden kopen, onze verwijzing naar de Amerikaanse verplichting daartoe, hun aanhoudende weigering, onze daaropvolgende beslissing om de Amerikaanse raffinaderijen te nationaliseren... Dit alles leidde tot een opeenvolging van aanvallen en tegenaanvallen. Omdat de Revolutie anders verslagen zou worden zetten we de strijd voort door in de zomer van 1960 over te gaan tot de nationalisatie van alle grote Amerikaanse bedrijven.

Dit was een belangrijke stap. We hadden een Latijns-Amerikaans jeugdcongres georganiseerd in Havana, in het voormalige Cerro-stadion, dat nu heet Latijns-Amerikaans Honkbalstadion. Ik herinner me dat we een kleine tribune opstelden waarop slechts enkele tientallen kameraden plaatsnamen. Op het speelveld, temidden van de Latijns-Amerikaanse en Cubaanse jeugd en massaal opgekomen arbeiders en andere Cubanen maakte Fidel de nationalisering van al deze bedrijven bekend.

De overgang van het ene maatschappelijke systeem naar het andere vindt niet van de ene op de andere dag plaats, dat is gewoon onmogelijk. Het is een proces van vele stappen dat ertoe leidt dat het grootste deel van de productie in handen is van de meerderheid van de bevolking. Wat Cuba betreft, als er één dag is waarop hiervan sprake was dan is het juist die dag, gezien het belang voor de economie van de bedrijven die niet langer Amerikaans privébezit waren maar die via de zojuist bevrijde Cubaanse staat in handen kwamen van de gehele bevolking.

Destijds, in 1960 startten de contrarevolutionaire bendes hun oorlog. Ze wonnen vooral aan kracht in het Escambray-gebergte, hoewel ze ook in andere provincies hun aanvallen uitvoerden. Je moet in het achterhoofd houden dat de Amerikaanse regering van Dwight Eisenhower (1953-1961) die toen op haar laatste benen liep, zeven jaar eerder al een invasie in Guatemala had bevolen. Guatemala was een progressief land dat geleid werd door Jacobo Arbenz, een kolonel en een eerlijke man die via verkiezingen het presidentschap won en daarna bescheiden hervormingen doorvoerde om de schrijnende armoede van de inheemse bevolking en de landarbeiders te bestrijden. 'Bescheiden' in vergelijking met onze eigen verregaande hervormingen. Het was echter voldoende voor een terdoodveroordeling van zijn revolutionaire proces. Het besluit hiertoe werd genomen door Eisenhower, minister van Buitenlandse Zaken John Foster Dulles en diens broer Allan Dulles, de directeur van de CIA.

Het was een kleinere invasie dan die in de Varkensbaai die in ons land plaatsvond en verzet werd er niet geboden. President Arbenz was besluiteloos en liet na zijn bevolking te bewapenen, hoewel die vastbesloten was om de strijd aan te gaan. Dat kunnen we opmaken uit de demonstraties die plaatsvonden. Wij konden deze situatie volgen door de berichten die ons bereikten in de Presidio-gevangenis op het Isla de Pinos waar we twaalf maanden gevangen zaten na de aanval op de kazerne van Moncada.

In de eerste jaren na de overwinning van de Cubaanse Revolutie bepaalde dat trio (Eisenhower en de gebroeders Dulles) nog steeds het beleid in de Verenigde Staten, terwijl ze alvast informatie deelden met de toekomstige regering van de reeds verkozen president John F. Kennedy (1961-1963). In 1960 werd de eerder genoemde operatie (de Varkensbaai) voorbereid, omdat ze wisten dat wij MiG-piloten voor de socialistische landen aan het trainen waren. Toen ze doorkregen dat wij wapens kregen om de Revolutie te versterken en te verdedigen werd de operatie versneld doorgevoerd, ook toen Eisenhower's Republikeinse mandaat eindigde en John F. Kennedy predident werd op20 januari 1960.

Voordat ik hierover verder ga wil ik er nog aan toevoegen dat Foster Dulles, Eisenhower's minister van Buitenlandse Zaken advocaat was van de United Fruit Company, het bedrijf dat de interventie in Guatemala aangemoedigd en daadwerkelijk ondersteund had. United Fruit bezat onder meer enorme bananenplantages in het land, net zoals in andere Centraal-Amerikaanse landen. Op Cuba droeg United Fruit een andere naam, de United Sugar Company: bananen daar en suiker hier. Hun avontuur in Guatemala in 1954 had de verlangde resultaten opgeleverd en zij probeerden hetzelfde hier voor elkaar te krijgen, met een iets grotere strijdkracht, meer vliegtuigen en meer schepen. Wij zijn immers een eiland en de invasiemacht moest per schip vervoerd worden. Het betrof echter dezelfde mensen en dezelfde belangen die leidden tot de agressie in de Varkensbaai, lang voordat hier ook maar sprake was van socialisme.

Op 2 januari 1962 besloten de VS om de diplomatieke banden met Cuba te verbreken. Als voorwendsel gebruikten zij Fidel's toespraak in het Paleis van de Revolutie; maar de Varkensbaai was reeds lang gepland. Men had al besloten tot agressie tegen ons land voordat de socialistische aard van de Cubaanse Revolutie geproclameerd werd, op 16 april 1961. Hiermee wordt duidelijk dat al eerder de voorwaarden werden gecreëerd om een eind te maken aan de diplomatieke betrekkingen en om ons aan te vallen.

Tweeënhalve maand nadat president Kennedy zijn ambt aanvaardde vond de invasie in de Varkensbaai plaats met de bombardementen van 15 april. Deze invasie is maar één van de vele redenen waarom ik altijd zeg dat er maar een enkele partij is in de Verenigde Staten. Wat deze gelegenheid betreft, de invasie werd voorbereid door de Republikeinen en uitgevoerd door de Democraten. Alsof er ook op Cuba twee partijen zouden zijn, de ene geleid door Fidel en de andere door Raúl. Er zijn accentverschillen maar in de grond van de zaak zijn ze gelijk.

Er moet nog aan toegevoegd worden dat bij de Varkensbaai ook een jonge en veelbelovende CIA-medewerker betrokken was, die verantwoordelijk was voor het rekruteren van de meeste huurlingen uit Florida die vervolgens voor hun training naar Centraal-Amerika gestuurd werden. Deze jonge functionaris, die later CIA-directeur zou worden en uiteindelijk president van de Verenigde Staten was George H. Bush (1989-1993), inderdaad de vader van George W. Bush (2001-2009). Zo kun je zien dat de macht telkens berust bij dezelfde elite die haar aanwendt naar gelang de omstandigheden.

Toen de Varkensbaai plaatsvond waren wij bezig met een alfabetiseringscampagne. We hadden de contrarevolutionaire bendes al een forse slag toegebracht met de mobilisatie van duizenden arbeiders, voornamelijk uit de hoofdstad tijdens de zogenaamde 'Schoonmaak van de Escambray'. De contrarevolutionairen wilden aanvankelijk landen bij Trinidad zodat als de actie zou mislukken, ze maar op een steenworp afstand waren van het Escambray-gebergte dat eigenlijk het Guamuhaya-gebergte heet.

De contrarevolutionaire bendes hadden in 1960 al wat klappen te verduren gekregen voordat ze de Varkensbaai-variant gingen bestuderen. Op zichzelf was het geen slecht plan, het is het grootste moerasgebied in de Caraïben. Het is slecht toegankelijk met maar één verkeersweg die er dwars doorheen loopt. Daar, in een plaatsje dat Pálpite heet, in het midden van het moeras waar de grond wat vaster is vonden hun luchtlandingen plaats. Onze tanks moesten in één enkele colonne optrekken. De artillerie en de soldaten konden zich niet verspreiden. Dat is een van de redenen dat wij meer dodente betreuren hadden dan de agressors.

Fidel's waarschuwing en zijn bevel om binnen 72 uur af te rekenen met de invasie zijn algemeen bekend. Er moest binnen 72 uur korte metten mee gemaakt zijn omdat Fidel heel goed voorzag dat zij, als ze eenmaal een bruggenhoofd hadden, hun marionettenregering naar hier konden overbrengen. Deze was immers al gevormd, met aan het hoofd Miró Cardona, die in de wachtkamer zat op een Amerikaanse militaire basis in Californië. Als de marionettenregering voet aan wal had gekregen, erkend door de VS en de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) zou zij zich tot hen gewend kunnen hebben voor onmiddellijke hulp. Aangezien er Amerikaanse schepen in de nabijheid waren zou het logisch zijn dat de troepen aan boord aan land gingen om de huurlingen te ondersteunen.

In januari 1962 werden wij op bevel van de Verenigde Staten uitgesloten van de OAS en alle Latijns-Amerikaanse landen met de eervolle uitzondering van Mexico verbraken hun diplomatieke betrekkingen met Cuba. Het land dat een paar maanden eerder tijdens de Varkensbaai-invasie was binnengevallen, werd nu uit de OAS gestoten, na verordeningen van de VS aan het ministerie van Koloniën, zoals de Cubaanse minister van Buitenlande Zaken de OAS noemde.

Waarom gebeurde dit? Toen zij verslagen waren in de Varkensbaai vonden de Kennedy's, de Amerikaanse regering en hun systeem dat zij deze belediging, deze vernedering niet op zich konden laten zitten. Hun enorme militaire macht was verslagen door een klein landje. De uitsluiting van de OAS was erop gericht bepaalde voorwaarden te creëren. Dat hadden de yankees al eerder gedaan. In januari verbraken zij de banden om ons in april in Gíron aan te kunnen vallen. De OAS stootte ons uit omdat ons systeem onverenigbaar zou zijn met haar 'democratische systeem'. De opzet was een directe invasie, waarschijnlijk al in 1962. Deze werd alleen verhinderd dankzij de aanwezigheid van Russische kernwapens op Cuba. Mocht iemand er nog aan twijfelen of dat het geval was, naar boven gekomen geheime documenten maken duidelijk dat de agressie tegen Cuba allang werd voorbereid.

Ik stip alleen de meest in het oog springende aspecten aan, die destijds de grootste impact hadden. Het waren vijf of zes moeilijke jaren. De blokkade was al ingesteld, maar de Sovjet-Unie onder leiding van de Communistische Partij en Chroesjtsjov stelde zich positief op. Zij speelden een belangrijke rol en zorgden er mede voor dat de Revolutie kon overleven en zich kon verweren. We kregen de beschikking over allerlei moderne wapens en konden zo in militair opzicht de kracht bereiken die wij tegenwoordig bezitten. Sindsdien zijn we niet bang meer voor een nieuwe Varkensbaai, georganiseerd door welke Amerikaanse president dan ook, zelfs al zijn ze niet vermoord of afgezet. (wordt vervolgd)

Vertaling Frans Willems.