Tolerantie en homoseksualiteit

In de VS was rond het aantreden van president Obama veel protest van homoseksuelen tegen het terugdraaien van hun burgerrechten, waaronder het recht op een huwelijk. Hier twee demonstranten voor het Capitool in San Francisco op 15 november 2008 die gelijke rechten willen (Bron Flickr).

Ron Verhoef

Nederlanders steeds toleranter, kopte de Volkskrant eind april. Het lijkt bijna niet in overeenstemming te brengen met de opkomst van Wilders en wie verder kijkt dan zijn neus lang is weet ook wel beter. Vanuit persoonlijke betrokkenheid ben ik nu al enige tijd bezig met projecten rondom de acceptatie van homoseksualiteit en daar blijkt zo'n zelfde spanning te bestaan tussen de zogenaamde tolerante Nederlanders en de werkelijkheid.

Homoseksualiteit is toch geaccepteerd tegenwoordig? Dat is in ieder geval de algemeen gehoorde opvatting en wie de cijfers bekijkt van de Rutgerstichting zou wellicht ook tot die conclusie kunnen komen. Maar liefst 86 procent van de Nederlandse jongeren geeft aan geen problemen te hebben met homoseksualiteit. Gelukkig vroegen de onderzoekers ook door en daaruit kwam een heel ander beeld naar voren. Zo vond maar 20 procent van de ondervraagde jongeren een relatie tussen twee mannen normaal. Iets minder dan 20 procent had er geen moeite mee als twee jongens elkaar in het openbaar zouden zoenen. Dat laatste cijfer lijkt niet schrikbarend. Hebben veel mensen er immers ook geen moeite mee om een jongen en een meisje in het openbaar te zien zoenen?

Ook hier geeft het onderzoek antwoord. Bijna 70 procent van de ondervraagden had hier geen moeite mee. Anders gezegd: homoseksualiteit is prima en geaccepteerd zolang het maar niet te dicht bij mensen in de buurt komt.

Dat blijkt ook uit het onderzoek dat het ministerie van Onderwijs hield onder MBO-leerlingen en leraren. De meeste schooldirecties geven aan dat de scholen geen enkel probleem hebben met homoseksualiteit. Maar ook hier levert het onderzoek een ander beeld. Homoseksuele leerlingen durven in meerderheid niet voor hun geaardheid uit te komen en zij die dat wel doen, blijken vaak slachtoffer te worden van pesterijen.

Ook homoseksuele docenten komen vaak niet voor hun geaardheid uit, niet naar collega's, maar nog minder vaak naar leerlingen. En als ze er wel voor uitkomen dan is de steun van het management vaak zeer beperkt. Mij werd destijds te verstaan gegeven dat het geen probleem was dat ik homo ben, als ik me maar wel als een hetero gedroeg en er niet teveel mee deed (al liet de toenmalige directeur in het midden wat dat dan precies was: er teveel mee doen).

Helaas gaat het niet om incidenten. Zo werd onlangs nog een homoseksuele leraar weggepest in Nijmegen. En zelfs in Amsterdam, dat toch bekendstaat om zijn homovriendelijkheid, is er sprake van een afname van tolerantie. Zo heeft zelfs het Montessori-lyceum Amsterdam Zuid-Oost besloten dat er geen homoseksuele leraren mogen worden aangenomen. Projecten die het COC opzette samen met veel Amsterdamse scholen werden zelfs afgelast, nadat sprekers van het COC door leerlingen werden bedreigd. Het ideaal van een veilige school dat het ministerie van Onderwijs een aantal jaren geleden voor ogen had, lijkt verder weg dan ooit. Het idee van de veilige school was dat op elke school een sfeer zou worden gecreƫerd waarin iedere leerling en leraar zich veiliger voelde, ongeacht afkomst of geaardheid. Terecht merkte het COC recent op dat het project wat homoseksuelen betreft mislukt lijkt.

De vraag is natuurlijk waar dat gebrek aan tolerantie vandaan komt. En vooral hoe het kan dat maar liefst 86 procent meent dat ze geen problemen met homoseksuelen heeft, maar bij doorvragen blijkt dat de werkelijke tolerantie maar rond de 20 procent ligt. Het onderzoek van het ministerievan Onderwijs trekt heldere conclusies. Scholen gaan er ten onrechte vanuit dat homoseksualiteit voor de meesten onder ons normaal is, met als gevolg dat maar 15 procent van de Nederlandse scholen iets over homoseksualiteit heeft opgenomen in de lesprogramma's. De overige 85 procent komt niet veel verder dan te vermelden dat het bestaat. Aandacht voor de moeilijkheden waar homoseksuele jongeren mee worstelen, is er in die scholen niet. En dus wordt er ook geen begrip gekweekt voor homo's.

Ook concludeert het ministerie dat het gebruik van homo als scheldwoord door vrijwel geen enkele school wordt afgestraft, maar juist oogluikend wordt toegestaan. Dat het voor jongeren die worstelen met hun gevoelens heel moeilijk is om daar elke keer mee geconfronteerd te worden dringt op veel scholen niet door.

Of het in de rest van de samenleving trouwens veel beter gaat is maar helemaal de vraag. Vanuit mijn eigen omgeving hoor ik steeds meer homo's die zich weer banger voelen, of besluiten hun geaardheid toch liever weer geheim te houden. De hele Nederlandse pers viel over Marcouch heen toen hij opkwam voor de belangen van homoseksuelen. Toegegeven, de manier waarop was wellicht niet handig, maar een punt had hij zeker toen hij opmerkte dat politici te weinig doen aan de acceptatie van homoseksualiteit.

De conclusie van het ministerie dat meer scholen homseksualiteit in hun lesprogramma zouden moeten integreren is dan ook terecht. Alleen door bewustwording kan een kentering tot stand komen. Het onderwijs moet vooral stoppen te denken dat negeren hetzelfde is als accepteren en dat geldt voor de maatschappij als geheel ook. Natuurlijk spelen homo's zelf ook een rol in dat proces en het is daarom te hopen dat meer homoseksuele leraren voor hun geaardheid uitkomen. Juist dan kan het wellicht normaal worden.