18e Internationaal Communistisch Seminar (ICS)

'Foreclosure'. Eén op de acht Amerikanen heeft een betalingsachterstand op zijn hypotheek of wordt als gevolg van wanbetaling uit zijn huis gezet. (Foto: Reuters)

'Jeugd - de huidige situatie van de jeugd, het werk van de communisten onder jongeren, en de werving van nieuwe generaties in de communistische partijen.' Brussel 15-17 mei 2009 (www.icsbrussels.org). Apart ingelast was een discussie over de crisis. Hieronder de gezamenlijke slotverklaring.

In mei 2002 trok het ICS de volgende conclusie: "De voorwaarden worden opgebouwd voor het ontstaan van een crisis die ernstiger en destructiever zal zijn dan die van 1929."

    I. De crisis van het kapitalistische systeem toont de noodzaak van het socialisme

  1. Het kapitalistische stelsel wordt geconfronteerd met de ernstigste crisis sinds de depressie van 1929. We hebben niet te maken met een overgangsperiode en een cyclische recessie, maar met een algemene crisis van het kapitalistische systeem, waarvan de wortels liggen in de sfeer van de productie. Deze crisis zal lang en diep zijn en we staan nog maar aan het begin ervan.
  2. Het structurele en systematische karakter van deze crisis toont de historische grenzen van het kapitalistische systeem, alsook zijn chaotische als destructieve aard. Dit vormt het directe bewijs van de fundamentele stellingen, ontwikkeld door Marx, Engels en Lenin, over de onvermijdelijkheid van crises onder het kapitalisme. De hoofdoorzaak ligt in tegenstelling tussen het privé-eigendom van de productiemiddelen en de toenemende vermaatschappelijking van de productie. Dit resulteert in een anarchistische ontwikkeling van de productie en het ontstaan van kapitalistische crises.
  3. De huidige crisis zal het gezicht van de wereld onvermijdelijk veranderen. Het machtsevenwicht tussen de grote mogendheden zal door elkaar worden geschud. Klassentegenstellingen zullen zich verscherpen. De werkenden en volkeren betalen al voor de crisis middels een nieuwe reeks maatregelen die ten goede komt aan de monopolies door hogere werkloosheid en intensievere uitbuiting, door nieuwe belastingen en bezuinigingsmaatregelen in de sociale sector. Al degenen die werken voor een inkomen zullen te maken krijgen met grotere onveiligheid, honger en armoede.
  4. De werkers en de volkeren van de wereld worden geconfronteerd met de taak te strijden voor fundamentele veranderingen in de economische en sociale structuur, met het perspectief van de revolutionaire omverwerping van het kapitalisme en de opbouw van het socialisme. Dit is het enige doeltreffende antwoord op de crisis van het systeem en de enige manier om te voorkomen dat het kapitaal, nadat de crisis is overwonnen en de markt is 'gereorganiseerd', zich op dezelfde basis zal herstellen en nog een periode van kapitalistische ontwikkeling en flinke profijten zal genieten.
  5. De regeringen van de kapitalistische landen handhaven opzettelijk het valse beeld dat de huidige crisis haar oorsprong heeft in de financiële sfeer, omdat zij vrezen dat anders de levensvatbaarheid van het economische systeem zelf opnieuw ter discussie wordt gesteld. Volgens hen zal een striktere regulering van de financiële factoren en operaties volstaan, waardoor het kapitalisme een nieuwe start kan maken en zoals voorheen zal kunnen verdergaan. De adembenemende productiedaling waarvan we getuige zijn, wordt gepresenteerd als louter het gevolg van problemen in de financiële wereld, die kunnen worden opgelost door het herstel van het consumenten- en beleggersvertrouwen.
  6. Het is waar dat de financiële sector een steeds dominantere plaats heeft ingenomen sinds het uitbreken van de economische crisis van de vroege jaren '70. Het volstaat te zeggen dat tussen 1980 en 2007 het bbp zich wereldwijd heeft vermenigvuldigd met vijf en het financiële volume met veertien. Er is een groeiende kloof ontstaan tussen de productieve en financiële sector, waarbij de laatste werd opgeblazen door de ontwikkeling van een enorme hoeveelheid van speculatieve producten. Maar het uiteenspatten van deze financiële zeepbel, die groeide omdat het kapitaal steeds maar gretig op jacht was naar nieuwe zeer risicovolle producten, heeft de onderliggende overproductiecrisis blootgelegd en versterkt.
  7. In het begin van de jaren '70 werd de kapitalistische wereld geconfronteerd met de zoveelste crisis van het kapitalistische systeem, die ook werd gekenmerkt door de verviervoudiging van de olieprijzen in 1973. Een periode van relatief sterke en stabiele groei ten gunste van het grote kapitaal, voornamelijk als gevolg van de naoorlogse wederopbouw, kwam ten einde. De overcapaciteit accumuleerde en het kapitalisme kreeg te maken met een wereldwijde overproductiecrisis.
  8. Omdat elke kapitalistische onderneming of groep als enig doel heeft het verwerven van de markten van anderen, wordt zij gedreven tot steeds grotere uitbuiting van de werknemers, om meer, sneller en tegen lagere kosten te produceren. Dit resulteert in een groeiende tegenstelling tussen de ontwikkeling van productieve capaciteit enerzijds, en de relatieve daling van de koopkracht van de massa's anderzijds. Deze tegenstelling reproduceert zichzelf onvermijdelijk onder kapitalistische productieverhoudingen, waar een kleine minderheid eigenaar is van de productiemiddelen en zich verrijkt door de uitbuiting van de arbeidskracht van de grote meerderheid. Engels karakteriseerde de crisis van overproductie als volgt: "De massa van de werknemers heeft te weinig middelen van bestaan, omdat ze teveel middelen van bestaan heeft geproduceerd."
  9. Hetzelfde mechanisme dat leidt tot de overproductiecrisis, leidt ook tot een daling van de winstvoet. De investeringswoede verhoogt de organische samenstelling van het kapitaal, waardoor de gemiddelde winstvoet afneemt. Zoals Marx zei: "de echte belemmering voor het kapitaal is het kapitaal zelf." Het winstpercentage/de winstvoet daalt zelfs meer als de overproductiecrisis uitbreekt. De crisis van de vroege jaren '70 werd omgezet in een structurele crisis van lange duur, met een lagere gemiddelde groei en een spectaculaire en langdurige stijging van de werkloosheid in alle kapitalistische landen. Om de daling van de winstvoet te bestrijden, zwenkte het Amerikaanse imperialisme over naar een agressieve neoliberale politiek en een scherpere intensivering van de militarisering.
  10. Vanaf de jaren 79-81 lanceerden de imperialisten een offensief tegen de vakbonden in overeenstemming met de behoeften van het kapitaal om te herstructureren. Dit offensief heeft de weg vrijgemaakt voor de politiek van scherpere uitbuiting, verrijking van de burgerlijke klasse en de vernietiging van de sociale verworvenheden die onder druk van de voorbeelden in de socialistische landen door de imperialisten in voorgaande decennia waren toegestaan. Dit offensief intensiveerde toen de contrarevolutie uiteindelijk het socialisme in de Sovjet-Unie en de landen van Oost-Europa ten val bracht. Een triomfantelijk kapitalisme riep "het einde van de geschiedenis" uit en luidde het begin van het zogeheten TINA-tijdperk ('There Is No Alternative'). Dit tijdperk is nu voorbij, aangezien de huidige crisis toont in welke mate de kapitalistische 'oplossingen' het hele systeem zelfsnog kwetsbaarder hebben gemaakt en het aan de rand van instorten hebben gebracht.
  11. Het wereldkapitalisme slaagde erin nieuwe markten te scheppen door de privatisering van de publieke sector en het opleggen van vrijhandel aan de ontwikkelingslanden en de voormalige socialistische landen. Het 'globaliseerde' de economie, met name de financiële markten. Het slaagde er tijdelijk in een kunstmatige vraag te scheppen door de ontwikkeling van krediet en speculatie. De volledige deregulering/liberalisering van kapitaalstromen, financiële instellingen en derivaten schiep een opeenstapeling van, wat Marx noemde, 'fictief kapitaal', voortdurend op zoek naar woekerachtige rendementen. Voor het kapitaal, op zoek naar winstgevende investeringen, was dit een welkome vluchtroute, want de overproductiecrisis gaat altijd samen met overaccumulatie. Er is geen gebrek aan kapitaal maar juist teveel, niet in staat weggezet te kunnen worden in de productieve sector.
  12. Dit vernietigt de sociaaldemocratische mythe van een productief en gezond kapitaal aan de ene kant en een financieel en parasitair kapitaal aan de andere kant. Lenin beschrijft correct dat het tijdperk van het imperialisme wordt gekarakteriseerd door de versmelting van industrieel kapitaal en bankkapitaal tot financierskapitaal. Maar hun onderlinge doordringing betekent niet dat er geen nog strengere scheiding is tussen het bezit van kapitaal en de aanwending ervan in productie, een scheiding tussen de rentenier en de ondernemer. Volgens Lenin: "De oppermacht van het financierskapitaal over alle andere vormen van kapitaal betekent de heerschappij van de rentenier en de financiële oligarchie; het betekent dat een klein aantal van financieel 'krachtige' staten uitsteekt boven alle andere." De hegemonie van de rentenier en de financile oligarchie ontwikkelde zich tot het uiterste met het verschijnen van zulke nieuwe financiële instellingen als de 'hedgefunds' en de 'private equity funds' die herstructurering van ondernemingen dicteerden en nieuwe dictaten uit de financiële markten die een rendement van 15 procent en meer eisten van de productieve sector.
  13. De bevoorrechte situatie van een klein aantal financieel krachtige staten, zoals beschreven door Lenin, heeft in de eerste plaats betrekking op de Verenigde Staten. De positie als eerste van de imperialistische mogendheden veroorloofde hen een leven boven hun stand, een enorme toename van hun buitenlandse schuld, en de voortzetting van een verkwistende samenleving, dankzij de toestroom van buitenlands kapitaal. Hierdoor konden de VS de wapenwedloop en de oorlogsoffensieven voortzetten, terwijl de bovenste lagen van de samenleving zelfs meer konden besteden aan luxe producten en diensten. De ongebreidelde consumptie van de VS, die op haar beurt weer werd voortgedreven door schulden, speelde een belangrijke rol in de ondersteuning van de wereldeconomie. Deze situatie was alleen mogelijk door de positie van de dollar als internationaal betaalmiddel en wereldreservemunt. De crisis versterkt de neiging tot wijzigingen in de machtsbalans op de wereldmarkt, met de daling van het Amerikaanse deel van het mondiale bbp, de groei van 'opkomende landen als China, India en Brazilië in het brutowereldproduct (gwp) of de toename van het aandeel van de EU.
  14. De machtigste staten (de OESO-lidstaten) hebben massaal geïntervenieerd om hun kapitalistische winst veilig te stellen, hun banken en industriële monopolies te reddden en de ineenstorting van het mondiale financiële systeem te voorkomen. Na de financiële markten volledig te hebben geliberaliseerd, na 'de onzichtbare hand van de markt' tot het uiterste te hebben ondersteund, werden staten opgeroepen te hulp te snellen en de rekening te betalen. Dit vernietigt de sociaaldemocratische mythe dat staten nietlanger een rol spelen en vrijwillig afstand hebben genomen van hun bevoegdheid in te grijpen om de volledige vrijheid aan het kapitaal te geven. Alle kapitalistische staten hebben zich achter het neoliberale beleid van de VS geschaard, met inbegrip van landen waarvan de regeringen werden geleid door sociaaldemocratische partijen of waaraan zij hebben deelgenomen. Het Verdrag van Maastricht en de Europese Lissabon-strategie, die werden bevorderd door zowel neoliberalen als sociaaldemocraten, versterkten de concurrentie tussen de imperialistische machten en veroorzaakten de intensivering van de uitbuiting, de verlaging van de prijs van de arbeid, de liberalisering van de markten, privatisering, de oprichting van onveiligheid in de werkgelegenheid, de verlenging van de arbeidstijd en de verhoging van de pensioenleeftijd, de privatisering van de pensioenen en de commercialisering van het onderwijs en de gezondheidszorg.
  15. De huidige nationalisaties van de banken dienen ter bescherming van de belangen van het grootkapitaal met behulp van staatsfondsen, op een zodanige wijze dat de sector geholpen wordt weer financieel gezond te worden, met het oog op de overdracht aan de particuliere sector op later tijdstip. Dit zal resulteren in een nog sterkere concentratie van kapitaal. De fondsen die de staat ter beschikking stelt aan het particuliere kapitaal, in de vorm van kapitaalinjecties en staatsgaranties, tonen wederom hoe parasitair het kapitalistische systeem is. Winsten worden geprivatiseerd, verliezen worden gesocialiseerd.
  16. Ten gevolge van de crisis zal de kloof tussen de rijken en armen toenemen en de meeste landen op aarde zullen worden onderworpen aan nog meer rampzalige degradatie. Deze achteruitgang zal met name de ontwikkelingslanden treffen. De meeste van deze landen zijn afhankelijk van de productie van grondstoffen en landbouwproducten voor de export en vervaardigen slechts een paar producten en halffabrikaten voor de export. De dictaten van het IMF, de WTO, de VS en de EU hebben hun lokale industrie en de landbouw vernietigd en brachten hun economieën onder toenemende dominantie van transnationale ondernemingen. Dit heeft hen afhankelijk gemaakt van de economische situatie in de ontwikkelde wereld. Zij bevinden zich nu in een vreselijke situatie omdat de orders voor hun export drastisch zijn gedaald, de exportprijzen kelderen en internationale krediet-voorwaarden zijn aangescherpt. Deze kwetsbaarheid duwt hen eens te meer in een cyclus van leningen, schulden en onderwerping aan imperialistische dictaten. De arbeiders en boeren worden geconfronteerd met snel stijgende werkloosheid, armoede en uitsluiting.
  17. Tijdens de depressie van de jaren '30 was het niet de 'New Deal' die het kapitalisme van het wegkwijnen redde, maar de Tweede Wereldoorlog. Wij staan voor een periode van verscherpte tegenstellingen, met een steeds agressiever wordend kapitaal. Deze risico's leiden tot nieuwe gewapende conflicten. De huidige crisis vormt ook een enorme bedreiging voor de sociale en democratische vooruitgang en, zoals de geschiedenis heeft geleerd, biedt een basis voor de autoritaire en militaristische bewegingen.
  18. De algemene economische crisis gaat hand in hand met een wereldwijde bedreiging voor het milieu. Waarvoor onder het kapitalisme geen oplossing kan worden gevonden. De harmonieuze ontwikkeling van de wereldeconomie en de bescherming van het milieu vragen beide om zorgvuldige economische planning, een oplossing die is uitgesloten zolang de jacht naar winst de wereld regeert. Deze twee grote problemen bevestigen de noodzaak voor de socialisatie van monopolies en voor de centrale planning van een socialistische economie. Zij bevestigen de noodzaak tot omverwerping van de macht van de burgerlijke klasse in elk land en de opbouw van een socialistische maatschappij, gebaseerd op het collectieve eigendom van de productiemiddelen.

    II Communisten en de crisis

  19. Onder auspiciën van de G20 en internationale instituties en organisaties zoals de EU, de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds, nemen de grote imperialistische mogendheden en de regeringen van de kapitalistische landen twee belangrijke taken op zich. De eerste is om de gaten in het systeem te dichten en de kapitalisten te redden; de tweede is om de werknemers en de volkeren van de wereld de lasten van de crisis te laten dragen. De taken van de communisten zijn ook tweeledig, maar radicaal tegengesteld.
  20. Ten eerste willen we de massa's mobiliseren om een radicale breuk te maken met het kapitalisme, het uitbuitingssysteem. Zelfs als het kapitalisme de weg kiest om met zogenaamde Keynesiaanse hervormingen het systeem te stabiliseren en vooral om te voorkomen dat de massa's om fundamentelere hervormingen gaan vragen, gaat dit ten koste van de bevolking. De bourgeoisie zal het financiële systeem opkrikken zonder de productieverhoudingen en het particuliere eigendom van de productiemiddelen op te geven. De verantwoordelijkheid van het grote kapitaal en zijn politieke stromannen die de wereld naar een catastrofe hebben geleid moet worden geopenbaard. Maar dat is niet genoeg. We moeten strijddoelen en eisen vaststellen die de weg vrijmaken voor de revolutionaire omverwerping van dit systeem van uitbuiting en onderdrukking. In dit verband is van bijzonder belang de ontwikkeling en versterking van de klasse-georiënteerde lijn in de vakbeweging en in andere bewegingen van de arbeidersklasse en haar bondgenoten.
  21. Ten tweede zullen we elke strijd ontwikkelen en steunen die gericht is tegen pogingen om de slachtoffers te laten betalen voor de crisis. We zullen de strijd ontwikkelen voor het behoud en het scheppen van werkgelegenheid, voor het behoud en de verbetering van sociale zekerheid, voor de koopkracht en een andere verdeling van de welvaart. Het gaat er om elke kans te benutten om privatisering te bestrijden. Verder gaat het om het behoud van democratische rechten en zich te weer te stellen tegen racisme, fascisme, oorlogshitserij en alle vormen van burgerlijke ideologie en anticommunisme. Vooral in tijden van kapitalistische crises, zullen de imperialisten het anticommunisme verhevigen om het enig bestaande alternatief, door de communisten naar voren gebracht: de omverwerping van het kapitalisme en de opbouw van het socialisme, te raken.
  22. We moeten een belangrijk ideologisch debat lanceren over het failliet van het kapitalistische systeem en de superioriteit van het socialistische project. We moeten ook het sprookje ontmaskeren van een 'gecontroleerde' of 'gereguleerde' vrije markt, de sociaaldemocratische versie van een verontschuldiging voor het systeem. Onze kritiek richt zich op het economische systeem zelf en niet alleen op de 'overdrijvingen', het 'misbruik' of de 'hebzucht' van de bankiers.
  23. Tegelijkertijd moeten we met al onze kracht proberen in de frontlinie van de strijd van de werknemers en kleine en middelgrote boeren en zelfstandigen te werken. De komende periode zal vol kansen zijn voor het vooruitbrengen van de communistische zaak. Maar de crisis zal niet automatisch leiden tot strijd. Angst kan het verzet ook tijdelijk stilleggen of verlammen. We moeten met vertrouwen en geduld onder de massa's werken en hun creativiteit en solidariteit bevorderen, omdat het uiteindelijk de arbeidersklasse en andere werkenden zijn die de gang van de geschiedenis bepalen.
  24. Het is belangrijk om de communistische partijen op te bouwen en te versterken. Dit zal de bepalende factor zijn bij de vraag of werkers en de volkeren de hun geboden kansen kunnen benutten in de toekomst, om het pad te effenen voor een socialistische samenleving; een maatschappij zonder onderdrukking en uitbuiting door het kapitaal.
  25. We moeten de internationale samenwerking tussen communistische partijen versterken en een uniforme strategie tegen het imperialisme ontwikkelen, omdat dit een essentiële voorwaarde is voor een snellere vooruitgang richting een toekomst van vooruitgang, rechtvaardigheid en vrede, en om te voldoen aan de taken die voor ons liggen.

Vertaling WvdK/JI.