Afghanistan: Voormalige Amerikaanse beschermeling waarschuwt NAVO

Alex Crawford

Gulbuddin Hekmatyar (zie ook kader), een leider van de moedjahedien en ooit Afghanistan's minister-president, staat nu aan het hoofd van Hebz-Islami, een politieke partij en een paramilitaire beweging in Afghanistan. Zijn mannen strijden aan de zijde van Al Qaeda en de Taliban en het is hun missie om Britse en Amerikaanse militairen te doden. Sky News kreeg de gelegenheid tot een unieke ontmoeting met zijn groepering en bracht een aantal dagen door met zijn strijders in vier verschillende provincies van Afghanistan, waaronder de hoofdstad Kaboel.

Aan het interview met Hekmatyar gingen weken van onderhandelingen vooraf. We namen een reeks vragen op en via een aantal tussenpersonen kwam de cd terecht op de geheime locatie van waaruit de rebellenleider zijn acties organiseert. Vervolgens nam hij zijn antwoorden op en deze cd deed er bijna twee weken over om ons te bereiken. We kregen een grote hoeveelheid wapens te zien die her en der verborgen lagen, ook de bermbommen die al de levens van zoveel soldaten hebben gekost.

In zijn eerste interview in bijna tien jaar zei Hekmatyar tegen Sky News: "Ons belangrijkste doel is om een eind te maken aan de bezetting en opnieuw de onafhankelijkheid van ons land te verwerven. We zullen nooit deelnemen aan een marionettenregering die onder controle staat van buitenlandse mogendheden. De regering in Kaboel bestaat uit plunderaars en corrupte misdadigers. Aan dat vuile spelletje doen we niet mee."

Hekmatyar wordt door de Verenigde Staten gezocht vanwege zijn deelname aan terroristische activiteiten met Al Qaeda en de Taliban. Hij stelt zich keihard op tegen de buitenlandse troepen, tot grote teleurstelling van de huidige Afghaanse president Hamid Karzai. Men gaat ervan uit dat Karzai hem heeft voorgesteld om de wapens neer te leggen en deel te nemen aan het politieke proces. Zelf zegt Hakmatyar dat president Karzai en zijn regering herhaaldelijk toenadering tot hem hebben gezocht.

Karzai heeft geen geheim gemaakt van zijn wens om te komen tot een dialoog met de Taliban en andere opstandige groeperingen, maar alleen op voorwaarde dat zij hun wapens zouden neerleggen en het geweld afzweren. Zowel Mullah Omar - de leider van de Afghaanse Taliban - als Hekmatyar lijken Karzai niet te beschouwen als een waardige onderhandelingspartner.

"De regering in Kaboel heeft geen macht en geen eigen wil", aldus Hekmatyar. "Ze kan zelf geen belissingen nemen. De buitenlandse machten luisteren niet eens naar verzoeken van de regering om burgerslachtoffers te vermijden of om informatie over hun operaties te delen."

Hekmatyar benadrukt dat hij geen structurele banden onderhoudt met Al Qaeda maar dat zijn organisatie, de Taliban en Al Qaeda elkaar wel helpen. Hij is ervan overtuigd dat Osama bin Laden nog in leven is maar geeft toe dat hij hem al enkele jaren niet meer gezien heeft. Zijn groepering is zeer actief in het zuiden van het land, in de provincie Helmand waar de Britse troepen voor het grootste deel gestationeerd zijn. Hij heeft het over de voorbereidingen van een jihad (heilige oorlog) in Helmand, "op sommige plaatsen in het geheim, en elders openlijk, soms onafhankelijk en dan weer samen met andere groeperingen."

Hekmatyar heeft de reputatie van een strijder die geen genade kent en eenmeedogenloze leider. Zijn banden met andere krijgsheren zijn legendarisch. Zo zei hij in eerdere interviews al dat hij Osama bin Laden geholpen had te ontsnappen uit het Tora Bora-gebergte.

Van hem en zijn militie wordt aangenomen dat ze verantwoordelijk zijn voor vele aanvallen op de coalitietroepen. Ook is hij een van de hoofdverdachten van de moordpoging op Hamid Karzai in april 2008. Naar eigen zeggen vecht zijn groepering al gedurende dertig jaar, zonder buitenlandse hulp. "De Amerikanen weten dat het voor de moedjahedien minder dan 100 dollar (71 euro) kost om een bermbom te maken. Al onze buurlanden inclusief Iran helpen de Amerikanen. Iran en Pakistan hebben honderden moedjahedien gearresteerd en uitgeleverd aan de VS."

Hij gaat verder: "Uiteindelijk zullen de Amerikanen gedwongen worden om Afghanistan te verlaten. Dat zal de dag zijn waarop we de vrijheid in Afghanistan kunnen vieren, net zoals het feest was in de Iraakse steden die door de Amerikaanse troepen verlaten werden." In een verklaring die elke hoop op een verzoening met zijn rebellenleger de kop lijkt in te drukken zegt hij: "De buitenlandse troepen zijn de oorzaak van het voortduren van de oorlog. Zolang zij hier nog zijn zal de oorlog niet ophouden en zal er geen enkele veiligheid bestaan."

Tijdens de bezetting van Afghanistan door de Sovjet-Unie ontving Hekmatyar miljoenen dollars van de CIA via de ISI (de Pakistaanse geheime dienst). Zijn beweging, de Hezb-e-Islami kreeg de volledige steun van Pakistan, Saoedi-Arabië en duizenden buitenlandse moedjahedien die naar Afghanistan kwamen. Er werd van hem beweerd dat hij nauwelijks steun genoot van zijn eigen bevolking en dat hij geen militaire machtsbasis had binnen Afghanistan. Daarom zou hij meer dan andere moedjahedien afhankelijk zijn van de toenmalige Pakistaanse president Zia ul-Haq en financiële schenkingen. Van tijd tot tijd streed hij tegen of verbond hij zich met vrijwel elke andere groepering in Afghanistan. Vaak gaf hij het bevel om rivaliserende milities aan te vallen om hen te verzwakken en zodoende zijn eigen positie te verbeteren in het machtsvacuüm dat ontstond na de Sovjet-bezetting. (Wikipedia)
Bron: Sky News, 17 augustus 2009, vertaling Frans Willems.